Dit Psalmvers met daarbij een korte uitleg hoort bij les B1.19, C1.12, C1.13, C2.5 en C2.6 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Thema's
Dit psalmvers wordt gebruikt bij meerdere thema's:
- Jakob naar Laban (B1.19)
- Het offer (C1.12)
- Izak trouwt met Rebekka (C1.13)
- Terug naar Kanaän (C2.5)
- Jozef verkocht (C2.6)
Psalmtekst
De HEER' zal u steeds gadeslaan,
Opdat Hij in gevaar,
Uw ziel voor ramp bewaar'.
De HEER', 't zij g' in of uit moogt gaan,
En waar g' u heen moogt spoeden,
Zal eeuwig u behoeden.
Uitleg
B1.19
Bij Bethel ontmoet Jakob de Heere als zijn Wachter. Als je wankelt, dreigt te vallen, behoedt, beschermt Hij je. Deze Wachter sluimert, slaapt nooit. Geen kwaad zal je genaken, tot je komen. Zo wil de God van Jakob uit genade ook jouw Bewaker en Wachter zijn.
C1.12
Reizen is ergens vandaan en naar toe gaan. Hier: gaan vanuit je huis naar de tempel en omgekeerd. Maar waar een gelovige ook heengaat, hij mag verzekerd zijn van de bewaring door de Heere, in dit leven en op weg naar het volmaakt eeuwige leven, het altijd bij de Heere zijn.
C1.13
Het volk Israël wordt aangespoord om op de Heere te vertrouwen. Dat zal gezegend worden. De inwoners van Israël zullen dan hun kleinkinderen, hun nageslacht, aanschouwen, zien, omdat die nakomelingen niet door afval van de Heere gedood zijn. Ja, de Heere zal, als het volk op Hem blijft vertrouwen, Israël in vrede doen leven.
C2.5
Bij Pniël leert Jakob dat hij niet zonder Gods zegen kan. Hij krijgt de belofte van de Heere mee dat Hij hem steeds zal gadeslaan. De Heere belooft hem te bewaren.
C2.6
Waar we ook heen gaan, als deze God onze God is, zal Hij ons eeuwig behoeden. Het hele leven van Jozef is hier een bewijs van. De Heere bewaart en zegent hem.