Dit Psalmvers met daarbij een korte uitleg hoort bij les B1.23 en B1.24 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Thema's
Dit psalmvers wordt gebruikt bij meerdere thema's:
- Gelijkenis van het zaad (B1.23)
- Gelijkenis van het onkruid (B1.24)
Psalmtekst
Die hier bedrukt met tranen zaait,
Zal juichen, als hij vruchten maait;
Die 't zaad draagt, dat men zaaien zal,
Gaat wenend voort, en zaait het al;
Maar hij zal, zonder ramp te schromen,
Eerlang met blijdschap wederkomen,
En met gejuich, te goeder uur
Zijn schoven dragen in de schuur.
Uitleg
B1.23
Er wordt in deze wereld gezaaid, met Gods Woord, en er zal bij de wederkomst gemaaid worden. Er komt vrucht (van geloof en bekering), hoeveel tranen er hier ook zijn. Zonder ramp te schromen, bang te zijn voor rampen, zal de zaaier eerlang, binnenkort, komen en oogsten.
B1.24
De stromen worden hier afgebeeld als mensen. Ze zingen en klappen, omdat de Heere komt. De natuur beeldt Gods grootheid uit. God komt om te richten, rechtspreken. Het geweld moet zwichten, bezwijken, en recht en gerechtigheid zullen heersen op aarde. In de gelijkenis gaat het ook over God Die komt om te oordelen.