Dit Psalmvers met daarbij een korte uitleg hoort bij les A2.25, B4.1 en B4.2 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Thema's
Dit psalmvers wordt gebruikt bij meerdere thema's:
- Gelijkenis: de goede Herder (A2.25)
- David in Nob; de priesters gedood (B4.1)
- David spaart Saul (B4.2)
Psalmtekst
De God des heils wil mij ten herder wezen.
'k Heb geen gebrek, 'k heb geen gevaar te vrezen.
Hij zal mij zacht, in liefelijke weiden,
aan d'oevers van zeer stille waat'ren, leiden.
Hij sterkt mijn ziel; richt om Zijn naam mijn treden
in 't effen spoor van Zijn gerechtigheden.
Uitleg
A2.25
gebrek: gebrekkigheid. Gerechtigheden: goedheid. Dit is wat de Heere als Herder voor Zijn kinderen en volk wil zijn.
B4.1
God is een Herder voor Zijn schapen, de gelovigen. Hij geeft hun heil. Hij laat het hen aan niets ontbreken. In alle gevaren bewaakt en bewaart Hij Zijn kudde. Hij brengt de Zijnen op een zachte manier brengt in weiden waar vrede en rust en voedsel is. Christus is de Goede Herder. Onder zijn hoede hebben we het goed.
B4.2
Behalve dat de Heere als een Herder de Zijnen brengt in grazige weiden, voert Hij ze ook naar stille wateren, waar ze kunnen drinken. Hij geeft innerlijk kracht en leidt hen om de eer van zijn Naam op rechte wegen, zodat ze hun doel bereiken.