Dit Psalmvers met daarbij een korte uitleg hoort bij les C1.19 en C1.20 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Thema's
Dit psalmvers wordt gebruikt bij meerdere thema's:
- De twaalfjarige Jezus (C1.19)
- Geroepen tot discipel (C1.20)
Psalmtekst
Wat blijd-schap smaakt mijn ziel,
Wan-neer ik voor U kniel,
In 't huis, dat Gij U hebt ge-sticht!
Hoe lief heb ik Uw wo-ning,
De tent, o He-mel-ko-ning,
Die G', U ter eer, hebt op-ge-richt!
Uitleg
C1.19
Biddend knielen voor de Heere doet innerlijke blijdschap proeven. Met name in Zijn huis. In het Oude Testament de tabernakel en later de tempel die Hij tot Zijn eer had laten bouwen. Vandaag woont Hij bij Zijn volk dat 's zondags samenkomt.
C1.20
De dichter heeft het huis van God lief. Daar, in de tabernakel, woont Hij als de Hemelkoning, vanwaar uit Hij Zijn volk regeert en beschermt. De Heere is nog altijd Dezelfde. Vanuit de hemel leidt en bewaart Hij Zijn kerk door Christus, Die alle macht heeft en zei: Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld. Wat een zekerheid als je onder Zijn heerschappij mag leven.