Dit Psalmvers met daarbij een korte uitleg hoort bij les B3.19 en B3.20 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Thema's
Dit psalmvers wordt gebruikt bij meerdere thema's:
- David gezalfd; David bij Saul (B3.19)
- David en Goliath (B3.20)
Psalmtekst
0'Ik heb', dit was Uw taal, 'een vast verbond gemaakt
Met Mijnen gunsteling, dien steeds Mijn oog bewaakt.
Ik heb aan Mijnen knecht, aan Mijnen uitverkoren',
Aan David in Mijn gunst, met enen eed gezworen:
Ik zal van kind tot kind, tot aan het eind der dagen,
Uw zaad bevestigen en uwen rijkstroon schragen.'
Uitleg
B3.19
Gods taal is Zijn spreken. Met Zijn gunsteling, Zijn uitverkorene, dat is David, heeft de Heere een verbond gesloten (Jeremia 33: 21) dat niet vernietigd zal worden. Dat verbond hield in dat er altijd uit het huis, het geslacht van David, iemand op de troon zou zitten (2 Samuël 7:12-17). Gods oog bewaken: als koning was David als het ware het oog van God dat over Zijn volk Israël waakte.
B3.20
Het verbond met David, dat God met een eed bevestigde, hield in dat er altijd van kind tot kind, dus de geslachten door, een nakomeling van David de rijkstroon zal schragen, dat wil zeggen: op de troon zal zitten. Uiteindelijk wordt dat de grote Zoon van David, de Heere Jezus Christus (Lukas 1:32).