Dit Psalmvers met daarbij een korte uitleg hoort bij les A1.16, B3.21 en B3.22 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Thema's
Dit psalmvers wordt gebruikt bij meerdere thema's:
- Jezus geboren (A1.16)
- David vlucht (B3.21)
- Verbond tussen David en Jonathan (B3.22)
Psalmtekst
Gij hebt weleer van hem, dien Gij geheiligd hadt,
Gezegd in een gezicht, dat zoveel troost bevat:
'Ik heb bij enen held voor Isrel hulp beschoren,
Hem uit het volk verhoogd; hem had Ik uitverkoren;
'k Heb David, Mijnen knecht, Mijn gunsteling gevonden
En hem met heil'ge zalf aan Mij en 't rijk verbonden.'
Uitleg
A1.16
God heeft weleer, in het verleden gesproken over de geheiligde knecht. Dat is allereerst David, maar verwijst ook naar de Davidszoon, Christus. Dat is de uitverkoren Held Die hulp beschoren, verworven heeft. De gunsteling, uitgekozene, is gezalfd, zoals een koning werd gezalfd.
B3.21
David is door de Heere destijds geheiligd: Hij heeft Samuël laten zien dat David gezalfd en zo afgezonderd voor de dienst van de Heere moest worden om koning van Israël te zijn. David wordt een held voor Israël genoemd door wie God Zijn volk hulp heeft beschoren: hij is gegeven als degene die Israël zal helpen, dienen.
B3.22
David is door de Heere uit Israël verhoogd, verheven en uitverkoren om koning dat volk te worden. Hij wordt Gods knecht, dienaar en Zijn gunsteling, zijn geliefde, genoemd. God heeft hem door zijn zalving aan Zichzelf en Israël verbonden.