Bijbelgedeelte: 2 Samuël 15:1-18

Context
Absalom is al drie jaar in ballingschap, nadat hij zijn broer Amnon heeft gedood. David verkeert in grote tweestrijd of Absalom terug mag komen of niet. Joab probeert hem door een list tot een keuze te dwingen. Uiteindelijk neemt David het verkeerde besluit om zijn zoon Absalom terug te laten keren. David weet heel goed dat de wet van God van hem vraagt zijn zoon Absalom te doden. Hoewel Absalom terug mag keren, wil David zijn zoon voorlopig nog niet zien. Dan wordt Absalom ongeduldig. Hij dwingt Joab om naar de koning te gaan. David verzoent zich met Absalom. Absalom is door (familie)omstandigheden een teleurgestelde en verbitterde man geworden. Het is hem niet te doen om verzoening met zijn vader en nog minder om verzoening met God. Absalom is van plan om zijn vader David van de troon te stoten. Indien nodig, wil hij hem zelfs (laten) doden.

Kerntekst
2 Samuël 12: 11a Zo zegt de HEERE: Zie, Ik zal kwaad over u verwekken uit uw huis.

Doelstellingen

De kinderen leren dat God van je vraagt om Hem en je ouders gehoorzaam te zijn.
De kinderen leren dat God een rechtvaardig God is: Hij straft de zonden.
De kinderen weten dat God ook een barmhartig en genadig God is: hij wil onze zonden vergeven!
De kinderen zien in dat wraak nemen nooit goed kan zijn. Je kunt er nooit vrede in je hart mee krijgen. We kunnen beter aan God om raad vragen.

Zingen

Psalm 3:2, 3, 4; 91:1; De tien geboden des Heeren: 6; 103:2, 4

Geloofsleer

HC vraag 11 - God is barmhartig en rechtvaardig.
HC vraag 104 - Wij moeten onze ouders eren, liefhebben en trouw bewijzen.
HC vraag 106 - God verbiedt het doodslaan, wraakgierigheid en het haat.

Introductie
Ben jij wel eens helemaal wég van iemand (geweest)? Misschien ben jij wel een fan van Maxima, van Geert Wilders of van Donald J. Trump! Misschien vind je Maxima wel heel knap en vind je dat ze er leuk en charmant uitziet. Het kan ook zijn dat je helemaal onder de indruk bent van de woorden van Wilders of Trump. Zij durven wel heel goed voor hun mening uit te komen en als het aan hén ligt, zullen ze zeker zorgen voor een veilig en fatsoenlijk Nederland of voor Amerika als het grootste, veiligste, sterkste en rijkste land van de wereld! ’America First!’ zoals Donald J. Trump tijdens zijn installatie benadrukte. Maar… vandaag zul je horen dat in het Koninkrijk van God andere regels gelden. God ziet niet aan wat voor ogen is (de knappe prins Absalom) maar… Hij ziet het hart aan (het verdriet en het berouw van koning David)!

Beginzin
Op een dag vertelt Absalom zijn vader (koning David) een leugen. Hij zegt dat hij zo blij is dat het weer goed is tussen hem en zijn vader, dat hij de Heere daarvoor wil danken. Hij is van plan om naar Hebron te gaan om daar een dankoffer te brengen. David vindt dit goed.

Vertelschets

Absalom bedriegt zijn vader. Hij is niet van plan om te offeren in Hebron, maar hij wil naar Hebron gaan om daar koning te worden. Dat is niet eerlijk. Spreek jij altijd de waarheid? Of doe je ook wel eens alsof, bijvoorbeeld als je ergens heen wilt waar je eigenlijk van je ouders niet mag komen.
Stiekem zendt Absalom boden door het hele land. De mensen worden opgeroepen om naar Hebron te gaan.
In Hebron wordt prins Absalom uitgeroepen tot koning. Een deel van de Israëlieten schuift koning David aan de kant en besluiten om prins Absalom te volgen.
Dit bericht bereikt David. Hem wordt verteld dat Absalom uitgeroepen is tot koning in Hebron en dat hij misschien al onderweg is naar Jeruzalem om de koning te doden.
Het is een verdrietige boodschap voor David.
David berust met een gewillig hart in de wil van God. Hij weet dat hij zelf de oorzaak ervan is. Wat God doet is goed. David hoopt op Gods ontferming. Wat kun jij daarvan leren?
David besluit om zijn knechten, zijn lijfwacht en de vrienden die hem trouw zijn gebleven, te verzamelen en om op de vlucht te slaan voor zijn zoon Absalom. Zijn vrouwen en kinderen moeten ook vluchten.
Tot zijn grote vreugde ziet David opeens de priesters Zadok en Abjathar. Zij zijn hem trouw gebleven! Ze hebben de ark ook meegenomen. Hoewel David dit gebaar erg kan waarderen, zegt hij hen dat het toch beter is dat de ark in Jeruzalem blijft. ’Ik heb liever dat je de ark van het verbond terugbrengt. Als de Heere mij zegenen wil, dan zal ik in Jeruzalem terugkeren en zo niet, dan is het goed. De Heere doe wat goed is in Zijn ogen!’
David geeft de priesters het bevel om de ark weer terug te brengen naar Jeruzalem en om zelf ook in Jeruzalem te blijven. Dan kunnen ze in Jeruzalem afwachten wat er gebeurt en als er iets belangrijks gebeurt, kunnen zij een boodschap naar David sturen.
Tijdens de vlucht wordt David gemeld dat Achitófel ook bij Absalom is. Hier schrikt David van. ‘Stuur zijn plannen in de war!’ bidt David. Achitófel is een wijze man.
Achitófel wil wraak nemen op David. Achitófel heeft zich nu bij Absalom aangesloten en David weet dat hij Absalom goed advies zal geven. David weet dat God alleen hem kan helpen uit deze grote nood.
Opeens ziet David een man aankomen. Het is Husaï, zijn vriend en raadgever. David wil dat Husaï weer teruggaat naar de stad en dat hij zich bij Absalom als knecht aanbiedt. Op deze manier kan Husaï de raad van Achitófel in de war sturen. David zegt: ’Geef alles wat je te weten komt door aan Zadok en Abjathar!’ Husaï gaat terug naar Jeruzalem.
Uitgeput en hongerig vluchten David en hen die bij hem zijn weer verder.
Ziba (de knecht van Mefiboseth) brengt David 200 broden, 100 stukken rozijnen, 100 stukken zomervruchten en een leren zak met wijn. Ook de ezels mag David houden.
Als David vraagt waar Mefiboseth is, lacht Ziba gemeen. Hij vertelt dat Mefiboseth in Jeruzalem is gebleven en dat hij nu koning hoopt te worden net als zijn grootvader Saul.
Dit is een leugen van Ziba. Omdat Mefiboseth kreupel is, kan hij niet meevluchten. Hij bidt voor David en stuurt hem deze geschenken. Helaas gelooft koning David Ziba.
Als David bij Bahûrim komt, ontmoet hij daar zijn vijand Simeï, die met stenen begint te gooien en begint te vloeken. ’Moordenaar, duivelskind!’ schreeuwt hij. Abisaï (een vriend en neef van koning David) wil Simeï doden, maar hij krijgt daarvoor geen toestemming van koning David.
Simeï loopt al vloekend met de stoet van David mee.
Absalom is inmiddels met zijn leger in Jeruzalem aangekomen en hoort dat David gevlucht is. Wat moet hij nu doen?
Absalom laat Achitófel roepen en vraagt hem om een goed advies, een wijze raad. Achitófel heeft direct een plan klaar. Hij zegt: ‘Ik zal met 12.000 van uw soldaten de vluchtende David achtervolgen. Hij zal zich niet kunnen verdedigen. Ik zal hem plotseling aanvallen en hem doden. Dan is de oorlog voorbij en kunt u koning over het hele land zijn!’ Absalom keurt het plan goed. Hij is eigenlijk de moordenaar van zijn vader David.
Een goede raad voor Absalom, een slechte raad voor koning David! Is de Heere David dan toch vergeten?
Nee! Luister maar! Wie op Gods bescherming wacht, wordt door de hoogste Koning beveiligd in de duistere nacht en beschaduwd in Zijn woning! Zoek het later maar op in psalm 91.
Absalom vraagt voor de zekerheid ook Husaï nog om raad. Je begrijpt dat Husaï heel erg schrikt als hij hoort van het plan van Achitófel. Als dit plan doorgaat is David voor honderd procent zeker verloren! Husaï denkt na. Hij zegt: ‘Achitófel is een knappe en verstandige man. Zijn raad is altijd goed, maar volgens mij heeft hij het deze keer mis! Uw vader zal zich als een leeuw verdedigen. Als u het verliest, dan is alles verloren!
Het lijkt me een beter plan als u eerst een groot leger om u heen verzamelt en dat u daarna met hulp van dit leger ten strijde trekt tegen uw vader!
U zult de strijd vast en zeker winnen!’ Husaï geeft deze verkeerde raad om David de tijd en de kans te geven om te vluchten. Absalom keurt het plan van Husaï goed!
Husaï geeft de plannen door aan Zadok en Abjathar. Via Ahimaäz en Jonathan (zonen van deze priesters) moet de boodschap bij David gebracht worden dat hij moet rekenen op een aanval van Absalom en zijn leger en dus zo snel mogelijk moet vluchten.
De jongens worden door soldaten van Absalom gezien, maar kunnen zich snel verstoppen in een put. Een vrouw stuurt de soldaten van Absalom weg in de verkeerde richting.
Als Achitófel merkt dat er niet naar zijn raad geluisterd is, hangt hij zich op.
David komt aan in Mahanaïm. Absalom en zijn mannen steken de rivier de Jordaan over en legeren zich in het land van Gilead. Van rijke boeren krijgt hij eten.

Slotzin
Ondanks Davids ontrouw, zonden en schuld, blijft God trouw aan Zijn knecht David. Wie God aanroept in de nood, vindt Zijn gunst oneindig groot! Het is zoals David tijdens zijn vlucht voor Absalom zelf gedicht heeft in psalm 3: ‘Want God was aan mijn zij; Hij ondersteunde mij in ’t leed dat mij genaakte. Ik zal, vol heldenmoed, daar mij Zijn hand behoedt, tienduizenden niet vrezen!’

Gesprek

Kun je uitleggen/vertellen wat je van deze vertelling zoal hebt kunnen leren?
Heb jij ook weleens ervaren dat God jou beschermd heeft en bewaard?
Kun je personen opnoemen die Gods bescherming en bewaring extra nodig hebben?

Samenvatting
Absalom laat zich in Hebron tot koning uitroepen. David vlucht voor zijn zoon Absalom. David stuurt de priesters Zadok en Abjathar met de ark terug naar Jeruzalem. Achitófel, de belangrijkste raadgever van David, kiest de kant van Absalom. Husaï, een andere raadgever en vriend van David, moet zich als knecht bij Absalom aanbieden. Hij moet proberen de raad van Achitófel in de war te sturen. Alles wat Husaï hoort, moet hij doorgeven aan Zadok en Abjathar. Die zullen het dan weer doorgeven aan David. Ziba, de knecht van Mefibóseth, brengt David ezels en eten. Simeï vervloekt David. Absalom vraagt advies aan Achitófel. Achitófel zegt dat Absalom David direct achterna moet gaan. Husaï raadt aan om eerst een groot leger te verzamelen. Absalom volgt het advies van Husaï. David steekt de rivier de Jordaan veilig over.

Vragen