Bijbelgedeelte: Lukas 1:5-25

Context
Het evangelie van Lukas is het enige evangelie dat begint met een inleiding. Hierin benadrukt Lukas dat de levensgeschiedenis van de Heere Jezus volkomen betrouwbaar is. Lukas schrijft dat het doel is dat Theofilus en anderen nog meer zekerheid krijgen over wat ze geleerd hebben over de Heere Jezus Christus.

Kerntekst
Lukas 1: 17 En hij zal voor Hem heengaan in de geest en kracht van Elia, om te bekeren de harten der vaderen tot de kinderen, en de ongehoorzamen tot de voorzichtigheid der rechtvaardigen, om de Heere te bereiden een toegerust volk.

Doelstellingen

De kinderen horen dat Zacharias en Elisabeth godvrezende mensen waren.
Ze beseffen dat het belangrijk is om de Heere te dienen en dichtbij Hem te leven.
Het wordt hun duidelijk waarom het zo belangrijk was dat de Heere Jezus naar de aarde zou komen.
Ze worden opgeroepen nooit aan de woorden van de Heere te twijfelen.

Zingen

Psalm - 1:4; 33:1,2; 84:6; 141:2,3, Lofzang van Zacharias
UMK - De priester Zacharias
ZB - Wees ook jij een discipel

Geloofsleer

HC vraag 21, 22 - Een waar geloof
NGB artikel 26 - Het werk van de Middelaar

Introductie
Als Sem het schoolplein oploopt, hoort hij meteen de stem van Michel. Die klinkt boven iedereen uit. Zwaaiend met zijn armen wijst hij aan: ‘Jongens, hij was gróót!! Zó groot!’ Ongelovig kijken de jongens Michel aan. ‘Doe effe normaal joh’ zegt er een. ‘Dat kan écht niet’, roept een ander. Kwaad kijkt Michel om zich heen. ‘Denk je dat ik lieg? Ik kreeg hem bijna niet uit het water, zo groot en zwaar was die snoek.’ Sem grinnikt, echt Michel weer.
Zeg tegen de kinderen dat je straks vraagt, waarom je dit eerst vertelde.

Beginzin

Zou het vandaag gebeuren? Zacharias wacht vol spanning. Hij zou zo graag willen dat hij aangewezen wordt, dat hij het reukoffer mag brengen aan de Heere!

Vertelschets

Uit zijn dorpje is hij naar Jeruzalem gelopen om daar in de tempel te dienen. Elisabeth, zijn vrouw, bleef thuis. Niet om voor de kinderen te zorgen. Die hebben ze niet gekregen en nu zijn ze allebei al oud. Zijn vrouw Elisabeth en hij leven dicht bij de Heere. Ze zijn kinderen van God en ze hebben de Heere zo lief.
Leef jij ook zo dicht bij de Heere? Houd je van Hem ook het meest? Wil je net als Zacharias en Elisabeth Hem dienen en doen wat de Heere van je vraagt?
De priesters uit de familie van Zacharias gaan in een kring staan. Ze hebben de voorhof schoongemaakt en alles klaargemaakt voor het offer. Wie zal de Heere vandaag aanwijzen om het offer in het heilige te brengen?
Diepe verwondering komt in het hart van Zacharias als hij wordt aangewezen. Hij mag het reukwerk bij de Heere brengen en voor het volk bidden.
Bij het koperen wasvat wast Zacharias zijn handen. Dan pakt hij het gouden wierookschaaltje met sterk geurende kruiden. Nu mag hij naar het heilige gaan om te offeren.
Buiten knielt het volk. De mensen bidden en wachten op de zegen van de Heere. De zal de priester straks op hen leggen, met zijn armen uitgebreid.
Zacharias komt in het heilige. Aan de rechterkant staat de tafel met de toonbroden. Aan de linkerkant de gouden kandelaar met de zeven lampen. De kandelaar brandt altijd en geeft licht. In het licht van de kandelaar ziet Zacharias het gouden reukofferaltaar staan.
Even later stijgt een heerlijke, sterke geur op van het altaar, omhoog naar de hemel. Dan bidt Zacharias om vrede en verlossing voor Israël. Hij vraagt of de Heere Jezus spoedig mag komen.
Opeens schrikt Zacharias! Wat is dat? Dichtbij hem beweegt iets. Het is een engel die daar naast het reukofferaltaar staat. Een engel van de Heere! Zacharias is bang.
‘Vreest niet, Zacharias!’ klinkt de stem van de engel. ‘Uw gebed is verhoord! Elisabeth en u zullen een zoon krijgen en je zult hem Johannes noemen. Veel mensen zullen blij zijn omdat Johannes geboren is. Hij zal groot zijn voor de Heere. Hij zal geen wijn en sterke drank drinken. Hij zal met de Heilige Geest vervuld zijn, al voordat hij geboren is. De Heere zal zijn werk zegenen en veel mensen zullen bekeerd worden. Hij zal het volk voorbereiden op de komst van de Heere Jezus.’
Zullen ze een kind krijgen? Ze zijn al zo oud. Ze kunnen geen kinderen meer krijgen. Er komt twijfel in zijn hart. Hij kan het niet geloven. ‘Hoe kan ik weten of dit waar is?’ vraagt hij.
‘Ik ben Gabriël, ik ben in dienst van de Heere. Hij stuurde me om je deze geweldige boodschap te brengen. Je gelooft niet, Zacharias. Je zult niet kunnen spreken totdat het kind geboren is, omdat je de woorden van God niet geloofd hebt.’
Zacharias buigt beschaamd het hoofd.
Twijfel jij ook weleens aan de woorden van de Heere? Wéét je niet dat al Zijn woorden waar zijn? Alles wat Hij zegt, komt uit, alles wat Hij zegt, doet Hij.
Buiten wacht het volk op de zegen die Zacharias uit zal spreken. Maar als hij weer naar buiten gaat, wenkt hij. Spreken kan hij niet. Het wordt heel stil in de voorhof. Alle mensen wachten op de zegen. Maar ze horen niets. Ze kijken naar Zacharias en zien hem gebaren. Het volk is verwonderd. Zou Zacharias een gezicht gezien hebben?
Aan het einde van de week gaat Zacharias naar huis. Thuis pakt hij een soort houten bord waarop een laagje was zit. Met een scherpe stift schrijft hij alles op wat er in de tempel is gebeurd.

Slotzin
En wat de Heere beloofd heeft, gebeurt. Elisabeth wordt zwanger. Wat een wonder, een wonder van de Heere God. Johannes zal gaan preken, hij zal gaan vertellen dat de Heere Jezus, de Messias, geboren is.

Gespreksvragen
Wat deed Zacharias toen hij de boodschap van de Heere kreeg? Waarom kon het volgens hem niet waar zijn, wat de engel zei? Wat gebeurde er toen? Waarom vonden Zacharias en Elisabeth het zo belangrijk dat de Heere Jezus zou komen?
Zegt de Heere ook wat tegen jou? Wat? Geloof jij wat de Heere tegen je zegt? Wat moet je doen als je twijfelt, als er ongeloof in je hart komt?
Waarom vertelde ik eerst over Michel, denk je?

Samenvatting
Zacharias, de priester, en Elizabeth hebben geen kind. Als Zacharias aan de beurt is om in de tempel het reukoffer te brengen, staat er aan de rechterkant van het altaar een engel. Die brengt hem een boodschap van de Heere: hij zal een zoon krijgen, Johannes. Als hij gekomen is, zal daarna de Heere Jezus komen. Zacharias kan het niet geloven en vraagt hoe hij dat zeker kan weten. Nog gelooft Zacharias het niet. De engel Gabriël vertelt hem dat hij niet meer zal kunnen spreken. Dat gebeurt meteen: Zacharias kan het volk niet zegenen. Als hij al weer een poosje thuis is, merken Zacharias en Elizabeth, dat het wáár is wat Gabriël zei: zij zullen een kind krijgen.

Vragen