Bijbelgedeelte: 2 Samuël 6

Context
David is koning over heel Israël, hij is in Jeruzalem gaan wonen. Meerdere keren strijdt hij nog tegen de Filistijnen, waarin hij de overwinning mag behalen. God helpt en zegent hem.
In deze geschiedenis brengt David de ark op, die in Kirjath-Jearim verblijft. Daarvoor stond de ark in Beth-Semes, waar de Levieten God brandoffers brachten. Maar omdat er mensen in de ark keken, strafte God het volk. Uit vrees voor God vragen de inwoners van Beth-Semes aan de mannen van Kirjath-Jearim om de ark op te komen halen. Dat doen zij en zo kwam de ark in het huis van Abinadab in Kirjath-Jearim. Nu David zich gevestigd heeft als koning in Jeruzalem, wil hij de ark tot zich halen.

Kerntekst
2 Samuël 6:15 Alzo brachten David en het ganse huis Israëls de ark des HEEREN op, met gejuich en met geluid der bazuinen.

Doelstellingen

God is heilig, Hij wil alleen zo gediend worden, zoals Hij in Zijn Woord bevolen heeft.
De vreugde in het dienen van God, dit komt terug in de houding van David, die van eerbied en ootmoed voor God spreekt.
De straf voor Michal. God laat spot met Zijn kinderen niet ongestraft.

Zingen

Psalm 26:8; 84:1, 2, 5; 99:1, 2, 8; 100:1-4; 116:10, 11; 119:5
ZB - Hoog omhoog het hart naar boven / Lof zij de Heer', de Almachtige Koning der ere / Neem mijn leven, laat het Heer'

Geloofsleer

HC vraag 86 - Waarom goede werken doen?
HC vraag 90 - Vreugde in de bekering
HC vraag 91 - Wat zijn goede werken?
HC zondag 40 - Gij zult niet doodslaan

Introductie
Laat de kinderen psalmen noemen en opzoeken die over de tempel gaan (o.a. Ps. 26:8; 27:2 en 3; 84:1, 2 en 5; 116:10 en 11; 122:1). Bespreek hoe de dichter spreekt over het zijn in de tempel/tent van God. Leg de nadruk op de vreugde en het verlangen dat in deze psalmen naar voren komt. Herkennen zij de vreugde en het verlangen om bijvoorbeeld naar de kerk te gaan, met de Bijbel bezig te zijn of een leven te leiden waarin het gaat om de eer van God? Waarin wel of misschien juist niet?

Beginzin
Kijk eens, wat een stoet mensen! En wat een mooie muziek! Ik hoor harpen, trommels en trompetten. Wat is daar toch aan de hand en wat zie ik vooraan in de stoet? Kom, ga je mee, dan kijken we eens wat dichterbij.

Vertelschets

Koning David zit in zijn paleis in Jeruzalem. Nog niet zo lang geleden heeft hij gestreden tegen de Filistijnen. God heeft hem de overwinning gegeven. David is rijk door God gezegend! Maar hoe kan David God danken en hoe kan de dienst voor God verder gaan, als de ark er niet is? Daar denkt David over na en hij besluit, in overleg met zijn raadsmannen, dat de ark naar Jeruzalem gehaald moet worden.
Waar is de ark eigenlijk? Nadat de ark een tijdje in het land van de Filistijnen was geweest, hebben ze hem weer teruggezonden naar Israël. God strafte hen namelijk met allerlei plagen. Toen is de ark terecht gekomen in het huis van Abinadab, in Kirjath-Jearim en daar is hij nog steeds.
David heeft een nieuwe wagen laten maken, de ark wordt op de wagen gezet. Uza en Ahio begeleiden de wagen en de koeien.
Daar gaat de stoet! Mooie muziek klinkt en de mensen zijn vrolijk, David zelf ook.
Totdat... Opeens struikelen de koeien. Uza, die bij de wagen loopt, bedenkt zich niet, maar steekt zijn hand uit om de ark tegen te houden. Want de ark mag niet op de grond vallen. Maar Gods toorn ontsteekt en Uza sterft. God straft hem om zijn onbedachtzaamheid, ondanks zijn goede bedoelingen, want niemand mag de ark van God aanraken. God is heilig en Zijn ark is ook heilig.
Wat een schrik is er in de stoet gekomen. Waardoor kwam dat? Was God niet blij dat David de ark naar Jeruzalem bracht? God is heilig en wil gediend worden, zoals Hij dat bevolen heeft. De ark mag alleen door de Levieten gedragen worden.
Misschien heb jij dat ook wel eens. Je doet iets met een goede bedoeling, maar als het niet is zoals bijvoorbeeld je vader of moeder het van je vragen, ben je toch ongehoorzaam. Ook God wil dat we Hem dienen zoals Hij dat van ons vraagt.
David durft niet verder te gaan, misschien zal God nog verder straffen. Maar wat moet er dan met de ark gebeuren? Ze zijn juist bij het huis van Obed-Edom, daar wordt de ark gebracht.
Drie maanden blijft de ark bij Obed-Edom. Dan komen er op een dag mannen in het paleis van koning David. 'Koning, luister eens. Weet u dat de HEERE Obed-Edom rijk zegent?' Nee, dat wist David niet. Maar dan verlangt David weer dat de ark naar Jeruzalem komt.
Opnieuw gaat daar een stoet met mensen en weer gaat de ark voorop. Maar kijk eens, nu is er geen nieuwe wagen, maar zijn het de Levieten die de ark dragen. Zo had God het bevolen.
1, 3, 5, 6 stappen nemen de Levieten, dan laat David de stoet stoppen. Er wordt een altaar gemaakt en David laat ossen en gemest vee slachten. Waarom doet David dit? Zou het niet zijn om verzoening van de zonden van de vorige keer?
Dan gaat de stoet weer verder. David gaat voor de ark uit. Z'n koningskleed heeft hij afgelegd en vol vreugde huppelt hij.
Word jij er ook blij van als je bezig bent met de dingen van God, omdat je weet dat Hij je zonden vergeven heeft door het bloed van de Heere Jezus? Dat geeft echt vreugde!
Zo komt de stoet in Jeruzalem. De poorten openen zich, want de ark van God moet naar binnen! Zo zijn ook eens de hemelpoorten opengegaan om de Koning der ere, de Heere Jezus te ontvangen. Dat was toen Hij opvoer naar de hemel.
Kijk daar staat een vrouw te kijken, ze ziet hoe de ark door de straten van de stad gaat. Moet je toch eens kijken naar de koning, als een dwaze man huppelt hij voor de ark uit. Die vrouw is Michal, Davids vrouw. Ze veracht haar man. Is dat nu een koning?
De ark wordt naar een tent gebracht, die er speciaal voor gemaakt is. Opnieuw brengt David offers voor God. Brandoffers, om zich aan God toe te wijden en dankoffers, om God te danken voor Zijn zegeningen.
Daarna zegent David het volk in de Naam van de HEERE en voordat het volk weer naar huis gaat, geeft hij aan iedereen een brood, een stuk vlees en een fles wijn. Zo wil David zijn dankbaarheid aan God ook aan het volk laten zien.
Dan gaat David naar zijn paleis. Kijk, zijn vrouw Michal komt hem tegemoet. 'Koning, wat heeft u nu toch gedaan, dat kan echt niet hoor! Zomaar, in het bijzijn van heel het volk, heeft u zich gedragen als een dwaas. Bent u nou een koning?!'
David trekt zich er niets van aan, hij heeft het voor de HEERE gedaan en dat gaf hem vreugde. Ja, hij zegt dat hij zich nog wel meer zou willen vernederen voor God.
Herken jij dat? Heb jij de Heere Jezus zo lief, dat je alles voor Hem overhebt en je er niet voor schaamt om voor Zijn Naam uit te komen? Of spot jij met kinderen van God? Bekeer je dan tot Hem, want God laat geen zonde ongestraft.
David was heel nederig na de aanklacht van zijn vrouw. Maar God in de hemel heeft het ook gezien en gehoord. Hij straft Michal, ze heeft nooit kinderen gekregen.

Slotzin
Vreugde en verdriet, heilig en zondig, ze liggen heel dichtbij elkaar in deze geschiedenis. Welke woorden passen bij jou hart? Hoe leef jij voor God?

Gesprek

Wat zou de reden geweest zijn dat David de ark zo graag in Jeruzalem wilde hebben? Wat is de betekenis van de ark en het verzoendeksel?
Deze geschiedenis is een voorafschaduwing van de hemelvaart van de Heere Jezus. Bespreek met de kinderen wat daarheen wijst, wat zijn de overeenkomsten en wat de verschillen?
Waarin zou jij op David willen lijken? Wat spreekt jou het meest aan in deze geschiedenis?
Kun je een voorbeeld bedenken waarin je vader, moeder, juf of meester iets van je vroeg, maar jij het toch op een andere manier deed, dan dat zij gezegd hadden? Is dat goed, ook al doe je het met een goede bedoeling?

Samenvatting
David wil de ark uit Kirjath-Jearim naar Jeruzalem brengen. De ark wordt op een nieuwe wagen gezet die getrokken wordt door koeien. De zonen van Abinadab, Uza en Aho leiden de wagen. Het volk is vrolijk en er wordt muziek gemaakt. Als de koeien struikelen, steekt Uza zijn hand uit om de ark tegen te houden. Uza sterft. De ark wordt naar het huis van Obed-Edom gebracht. Drie maanden later wordt de ark door de Levieten gedragen naar Jeruzalem. David huppelt voor de ark van blijdschap in eenvoudige kleding. Michal veracht haar man. De ark wordt in een gereedgemaakte tent gezet. David brengt offers en zegent het volk. Michal spreekt haar verontwaardiging uit. God straft Michal, ze blijft kinderloos.

Vragen