Bijbelgedeelte: Johannes 2:1-12

Context
In de afgelopen paar dagen heeft de Heere Jezus de eerste discipelen geroepen. Andreas en Simon, Johannes en Jakobus, Filippus en Nathanaël zijn Hem op Zijn roep gevolgd. Nu is Hij met deze mannen uitgenodigd op een bruiloft.

Kerntekst
Johannes 2:2a En Jezus was ook genood

Doelstellingen

De kinderen horen hoe de Heere Jezus het eerste wonder deed.
Ze begrijpen iets van de redenen waarom Hij wonderen deed.
Ze leren dat Maria en de discipelen in Hem geloofden, en weten dat de Heere dat ook van hen vraagt.

Zingen
Psalm - 81:12; 68:10; 116:1; 135:3
UMK - In Kana is het feest vandaag

Geloofsleer

HC, vraag 118 - Wat God ons bevolen heeft te bidden
Huwelijksformulier

Introductie
Vera mag een feestje geven want ze is jarig geweest! Ze vindt het geweldig. Er komen vriendjes en vriendinnetjes en in de kamer hangen slingers. Mama heeft een mooie taart gemaakt en er zijn allerlei lekkere dingen. Ze gaan leuke spelletjes doen. Het is feest!
Rens mocht mee naar een bruiloft. Zijn grote zus is getrouwd. Het feest begon ’s middags al en hij mocht tot het einde blijven. Dat was heel laat want het feest duurde lang. Zo lang tot het al donker was. Hij ging gelijk met de bruid en de bruidegom weg. Hij heeft genoten!

Beginzin
‘Komen jullie ook op de bruiloft? We vinden het fijn als jullie allemaal komen.’ Dat vroeg iemand aan de Heere Jezus.

Vertelschets

‘Is alles nu helemaal klaar? We hebben niet veel tijd meer, want de gasten komen al bijna!’ De man die er voor moet zorgen dat alles goed gaat, kijkt nóg een keer om zich heen. Ja, de schalen met eten staan klaar, er is een heleboel wijn. Bij de deur staan grote vaten met water. Dan kunnen de mensen hun voeten wassen, want die zijn stoffig van het lopen op de zandwegen. ‘Ja hoor, de mensen kunnen komen.’
Kijk nou eens, daar komt de Heere Jezus ook met Zijn discipelen. Die mannen zijn nog maar een paar dagen bij Hem en ze blijven steeds bij Hem. Ja, de bruid en bruidegom hebben de Heere Jezus ook uitgenodigd; ze willen erg graag dat Hij er bij is. Maria, Zijn moeder is er ook.
Nodig jij de Heere Jezus ook uit als je jarig bent? Dan heb je een heerlijk feest! Dan mag je Hem danken voor alles wat je hebt gekregen. En dan bid je natuurlijk ook of Hij het volgende jaar voor je wil zorgen.
Als het feest al een poosje duurt, kijkt Maria niet meer zo blij. Ze heeft gezien dat er iets niet goed gaat: de wijn is op. De gasten weten het nog niet, maar straks zullen ze het merken. Hoe moet dat nou? Ze hebben toch drinken nodig. En wat zal het bruidspaar het erg vinden! Dan lijkt het alsof ze het niet fijn vinden dat al die mensen op hun feest zijn.
Maar dan heeft Maria een goed idee. Snel loopt ze tussen de mensen door tot ze de Heere Jezus ziet. Ze gelooft zeker dat Hij kan helpen. ‘Er is geen wijn meer’, zegt ze tegen Hem. Ze denkt dat Hij wel meteen zal helpen.
‘Vrouw, wat heb Ik met u te doen?’ ‘U hoeft niet te zeggen wat Ik moet doen. Mijn tijd is nog niet gekomen. Ik zal helpen als het de tijd is van Mijn Vader in de hemel.’
Jij mag het ook altijd tegen de Heere vertellen als er iets niet zo goed gaat. Misschien helpt Hij niet meteen. Maar Hij weet wat goed is voor jou en zal je helpen als het Zijn tijd is.
Maria loopt snel naar de knechten en ze wijst naar Jezus als ze zegt: ‘Als Hij iets tegen jullie zegt, moet je dat meteen doen.’
Even later zegt Jezus tegen die knechten: ‘Vul die vaten bij de deur maar helemaal met water.’ Ze pakken een emmer en lopen naar de put. De volle emmer gooien ze leeg in het eerste grote vat. Ze lopen net zo lang heen en weer tot alle vaten vol zijn. Er zitten ontzettend veel water in: geen tien flessen, geen vijftig, geen honderd, wel zéshonderd!
‘Schep nu maar wat uit een vat en breng dat bij hem.’ De Heere Jezus wijst naar de man die moet zorgen dat alles goed gaat, de hofmeester. De hofmeester weet niet wat er allemaal gebeurd is en hij kijkt even naar de mannen die hem het water brengen. Dan proeft hij. Verbaasd zegt hij: ‘Wat is deze wijn lékker! Nog lekkerder dan de wijn die we eerst hebben gedronken. Jullie hebben de lekkerste wijn voor het laatste bewaard.’ Dat gebeurt anders niet.
Wat een wonder! De knechten dachten dat ze water hadden gebracht, maar de Heere Jezus heeft van het water wijn gemaakt! Er is weer genoeg!
Dit is het eerste wonder dat de Heere Jezus heeft gedaan: Hij heeft wijn gemaakt van water. Als de discipelen dat zien, geloven ze dat de Heere Jezus écht God is, dat Hij Gods Zoon is. Alleen God kan wonderen doen.
De Heere Jezus wil dat jij ook gelooft dat Hij God is, daarom staat dit wonder in de Bijbel.

Slotzin
De Heere Jezus wilde door dit wonder ook laten zien dat Hij je écht gelukkig kan maken. Dit wonder is daar ook een teken van.

Gesprek
Weet je nog wie de discipelen waren die bij de Heere Jezus kwamen? Waar gingen ze naar toe? Wie was er ook? Wat gebeurde er met de wijn? Wat deed Maria toen? Waarom dacht ze dat Jezus wel kon helpen? Kan Hij nu nóg helpen, Hij is toch heel ver weg in de hemel?
Wat moesten de knechten doen? Wat zei de hofmeester? Wat liet de Heere Jezus door dit wonder zien?

Samenvatting
Het eerste wonder dat de Heere Jezus doet, vindt plaats tijdens een bruiloft in Kana. Zijn moeder is aanwezig en Jezus en Zijn discipelen zijn ook uitgenodigd. Op het moment dat de wijn op is, wendt Maria zich tot haar Zoon. Ze vertrouwt dat Hij zal helpen. Als het Zijn tijd is, verandert Hij water in wijn. Deze is van betere kwaliteit dan de eerder geschonken wijn. Jezus geeft het beste, in overvloed.

Vragen