Bijbelgedeelte: Mattheüs 1:18-25

Context
Deze geschiedenis vindt plaats na afloop van de drie maanden die Maria bij Zacharias en Elizabeth is geweest. Na de geboorte van Johannes is Maria weer teruggekeerd naar Nazareth. Ze weet dat ze zwanger is van de Heilige Geest. Toch weet Jozef niet wat hij moet geloven. Is zijn verloofde hem niet ontrouw geweest?

Kerntekst
Mattheüs 1:21 Zij zal een Zoon baren en gij zult Zijn Naam heten Jezus; want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden.

Doelstellingen

De kinderen leren dat de profetie over de geboorte van de Heere Jezus hier in vervulling gaat.
Ze weten wat de betekenis is van de namen Jezus en Immanuël.
Ze leren wat deze namen ook voor hen betekenen.

Zingen
Psalm 68:10, 98:1,2; 130:4, lofz. van Maria, lofz. van Zacharias, lofz. van Simeon
UMK - Nu daagt het in het oosten / De Heiland wordt geboren / Hoe zal ik U ontvangen / Nu zijn wellekome

Geloofsleer

HC vraag 29 - Jezus, Zaligmaker
HC vraag 47 - God is in Christus met ons

Introductie
Schrijf het woord ‘teleurgesteld’ op het bord. Waar denken de kinderen als eerste aan wanneer ze dit woord horen? Schrijf de antwoorden om het woord ‘teleurgesteld’ op.

Beginzin
Wij gaan ook naar iemand luisteren die heel teleurgesteld is. Luister maar…

Vertelschets

Hij schudt zijn hoofd. Hij kan het niet begrijpen! Hij houdt zoveel van Maria en hij dacht dat zij ook zoveel van hem hield. Een poos geleden hadden ze elkaar beloofd dat ze met elkaar zouden trouwen. Maar wat is hij teleurgesteld. Wat is hij verdrietig!
Een paar dagen geleden was Maria, zijn verloofde, weer naar Nazareth gekomen. Ze was wel drie maanden naar haar nicht Elizabeth geweest omdat die een kindje had gekregen: Johannes. Maar toen ze weer was teruggekomen had hij iets ontdekt. Maria was in verwachting. Je kon het al een beetje aan haar buik zien en ze had het ook verteld. ‘Hoe kan dat?’ had Jozef gedacht ‘We zijn nog helemaal niet getrouwd! Ze is nog niet mijn vrouw.’
Hoe meer hij erover nadenkt, hoe verdrietiger hij wordt. Maria had toch geen zonde gedaan? Ze was toch niet bij een andere man geweest? Hij vond het altijd zo belangrijk dat ze netjes leefden. Hij wilde zo graag precies doen wat de Heere in de Wet van Mozes had gezegd. Maar op deze manier kan hij niet met Maria trouwen. En wat zullen alle mensen wel zeggen als ze zien dat Maria nu al in verwachting is?
Jozef neemt een besluit. Hij zal vannacht weggaan. Heel ver weg, zodat niemand meer zal weten waar hij is. En dan zal hij een brief schrijven aan Maria waarin hij zegt dat ze niet zullen trouwen. Een scheidbrief. Dat betekent ook dat Maria niet schuldig is. Dan zullen andere mensen nooit zeggen dat Maria verkeerd is geweest. Oh, wat houdt hij van Maria! En wat doet dit hem verdriet.
Jozef heeft zijn spullen klaargezet. Hij gaat nog even slapen. Straks, midden in de nacht, zal hij weggaan. Onrustig valt hij op zijn bed en doet zijn ogen dicht. Dan valt hij in slaap.
‘Jozef, zoon van David!’ klinkt er opeens een stem. Jozef hoort de stem in zijn slaap. Hij droomt. Het is de stem van een engel! ‘Zoon van David!’ zegt de engel. Dat betekent: ‘Je bent nog familie van koning David.’ Weet je wel, koning David, de koning in welk geslacht eens de Messias geboren zou worden.
‘Je hoeft niet bang te zijn om met Maria te trouwen. Maria mag echt jouw vrouw worden. Want het Kindje Dat in haar groeit, is van de Heilige Geest. Ze zal een Zoon krijgen en je zult zijn Naam noemen: Jezus. Want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden.’
Jozef kijkt in zijn droom verbaasd naar de engel. ‘Wat een wonder’, denkt hij. ‘Maria zal niet zomaar een kindje krijgen. Ze krijgt een kind van de Heilige Geest! Ze is in verwachting van de Heere Jezus, de Zoon van God! Want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden.’ Dan luistert Jozef weer verder naar de engel.
‘De profeet Jesaja’, zegt de engel, ‘heeft het al heel lang geleden geprofeteerd. Ziet, een maagd (jonge vrouw) zal zwanger worden en een Zoon krijgen en Zijn Naam zal Immanuel heten. Dat betekent: God met ons.’
Nu is Jozef helemaal verwonderd. Dit kan hij niet begrijpen. Maria is in verwachting van de Zoon van God, van de Verlosser, van de God Die met ons is! En dat, terwijl wij allemaal tegen God zijn met ons zondige hart. Maar de Heere wil weer dat we bij Hem zullen leven. Wil jij ook weer bij de Heere God leven?
Jozef wordt met een zucht wakker. Wat een mooie droom heeft hij van de Heere gehad! Nu weet hij ook gelijk dat hij niet weg mag gaan van Maria. Nee, de engel heeft juist gezegd dat hij met haar mag trouwen! Wat is hij blij!
Vlug staat hij op en gaat snel naar Maria toe. Hij vertelt haar alles wat er is gebeurd. Over de engel, het Kindje in haar buik en de namen ‘Jezus’ en ‘Immanuel’. ‘En’, zegt hij op het laatst, ‘nu mag ik van de Heere met je trouwen, ook al krijg je over een poosje een Zoon Die de Zoon van God is. Wat een groot wonder!’
Niet veel later trouwen Maria en Jozef. En een paar maanden later gebeurt in Bethlehem het grote wonder: de Heere Jezus wordt geboren.

Slotzin
Jozef kijkt naar het kleine Jongetje in de armen van Maria. Het lijkt een heel gewoon Kindje. Maar Jozef weet heel goed dat het geen gewoon Kindje is. Het is de Zoon van God! Het is de Zaligmaker, de God met ons. En dat maakt Jozef heel stil en blij.

Gespreksvragen
Ben jij ook blij dat de Heere Jezus is geboren, waarom? Waarom wilde Jozef bij Maria weggaan? Wat betekenen de namen ‘Jezus’ en ‘Immanuel’? Waarom heb jij ook een Verlosser en een God met ons nodig?

Samenvatting
Als Maria ondertrouwd, verloofd, is met Jozef de timmerman, blijkt dat zij zwanger is. Jozef weet niet dat dit door een wonder gebeurde, dat de Heilige Geest over haar kwam. Hij wil geen schande over haar brengen en besluit haar een scheidbrief te geven. Dan komt de engel van de Heere bij hem en zegt dat hij met Maria mag trouwen. De Zoon die zij zal baren, is de Zoon van God. Ze moeten Hem â€˜Jezusâ€™ noemen. De engel legt uit dat nu de profetie vervuld wordt: een maagd zal zwanger worden en een Zoon baren. Dan neemt Jozef Maria tot vrouw.

Vragen