Bijbelgedeelte: Markus 11:1-11

Context
Deze geschiedenis speelt in de laatste week van het verblijf van de Heere Jezus op deze aarde. Zes dagen voor het Pascha is Hij naar Bethanië gereisd, waar de zalving door Maria plaatsvond. De volgende dag gaat Hij met Zijn discipelen op weg naar Jeruzalem. Duizenden mensen zijn naar de stad gekomen om daar aan het eind van de week het Pascha te vieren.

Kerntekst
Markus 11:7 en 9 En zij brachten het veulen tot Jezus, en wierpen hun klederen daarop; en Hij zat op hetzelve. En die voortgingen en die volgden riepen, zeggende: Hosanna! gezegend is Hij, Die komt in de Naam des Heeren!

Doelstelling

De kinderen beseffen dat Jezus alwetend is; dit bewijst dat Hij God is.
Hun laten zien dat Koninkrijk van God niet met pracht en praal komt.
Ze zien iets van het verdriet van Jezus over het ongeloof in Jeruzalem.
Ze leren dat gehoorzaamheid gevraagd wordt, ook als we iets niet begrijpen.

Zingen

Psalm 118:12,13; 122; 139:1,14
UAM - Heft op uw hoofden, poorten wijd / Gezegend is Hij die komt
ZB - Zoekt eerst het Koninkrijk van God

Geloofsleer

HC vraag 15 - Verlosser moet God en Mens zijn
HC vraag 18 - Wie de Middelaar is
HC vraag 118 en 119 - Het gebed
HC vraag 123 - Uw koninkrijk kome
NGB art 10 - Jezus Christus waarachtig en eeuwig God

Introductie
Laat de kinderen even nadenken over hun gebed. Laat ze het eventueel opschrijven. Waar bid je voor? En in welke volgorde? Wat is het belangrijkste voor je? We zeggen wel vaak: een nieuw hart. Wat betekent dat eigenlijk? Wat staat in het Onze Vader, het volmaakte gebed vooraan? De discipelen hadden de Heere Jezus nog vooral nodig voor de tijdelijke dingen. Ze wilden een aards koninkrijk oprichten. Eindelijk zouden ze verlost worden van de Romeinen. Waarvan wil jij verlost worden?

Beginzin
‘Hé, wat moet dat daar, blijf van mijn ezelsveulen af! ‘De Heere heeft ze nodig!’ antwoorden de twee discipelen en dan mogen ze het dier meenemen.

Vertelschets

Wat moeten ze dan met die ezels? Waarvoor heeft de Heere ze dan nodig? Eigenlijk weten de discipelen dat zelf ook niet, maar ze gehoorzamen de Heere Jezus. Hij heeft hen naar het dorpje Bethfagé gestuurd met deze opdracht. Wonderlijk is het wel. Ze moeten een ezelsveulen halen, waarop nog nooit iemand gereden heeft en hij staat eigenlijk al voor hen klaar.
Hieraan kun je merken dat de Heere Jezus ook echt God is. Hij weet precies overal van en niemand kan Hem tegenspreken. Hij spreekt met macht. Precies zoals de Heere Jezus het gezegd heeft, treffen ze het aan: een ezelsveulen, aan het begin van het dorpje, vastgebonden aan een deur.
Ze nemen het mee, het veulen met zijn moeder. Aangekomen bij Jezus en de andere discipelen leggen ze hun kleren op het veulen, als een soort zadel. Zo, nu kan de Heere Jezus er op gaan zitten en kunnen ze hun weg vervolgen. Zo gaat Jezus naar Jeruzalem, op een ezel. Het is een teken van nederigheid en van vrede.
De andere discipelen trekken ook hun kleren uit en leggen ze voor de ezel op de grond. Het lijkt wel een soort loper, uitgespreid voor een koning. Sommigen breken en hakken zelfs takken van de bomen en spreiden die ook op de weg voor de ezel.
De Heere Jezus lijkt zo wel een koning. Lijkt??? Hij is de Koning! Verschillende profeten hebben lang geleden al voorzegd dat dit zal gebeuren. De Messias zou komen, rijdend op een ezel.
Oh, zal de Heere Jezus Zich nu tot Koning laten uitroepen? Zal dit het grote moment zijn waarop het volk al eeuwen heeft gewacht? Zal Hij hen nu dan eindelijk verlossen van de Romeinen?
Vol verwachting ziet het volk hen komen. Steeds meer mensen komen toelopen. Ze beginnen te roepen: ‘Hosanna! Gezegend is Hij, Die komt in de Naam des Heeren! Hosanna in de hoogste hemelen!’
De discipelen genieten ervan. Eindelijk wordt de Heere Jezus erkend als de Messias. Zo moet het gaan, hier hebben ze al zo lang op gewacht.
En de Heere Jezus Zelf? Geniet Hij er ook van? Nee, kijk maar eens goed. Tranen rollen over Zijn wangen. Wat zijn ze toch hardleers. Weten ze dan nóg niet waarvoor Hij is gekomen? Hij is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen! Verwachten ze nog steeds dat Hij op aarde Koning zal worden? Hij is inderdaad Koning, niet zo maar een koning, maar dé Koning. De Hemelse Koning, en ook Zijn Koninkrijk is een hemels Koninkrijk. Maar het lijkt wel of ze dat niet begrijpen en ook niet willen. Wat een verdriet geeft Hem dit in het hart.
Ze hebben Hem alleen maar nodig voor het aardse, voor de tijdelijke dingen. Maar Hij is gekomen voor de eeuwige dingen, om hen de eeuwige vrede te geven. Hij is de Vredevorst. Maar daar hebben ze hem niet voor nodig. En daarom zal het oordeel hen treffen. Vreselijke dagen zullen er komen. Vijanden zullen de stad omsingelen. Jeruzalem zal belegerd en verwoest worden. En dat alles omdat zij de Messias niet erkend hebben. Daarom huilt de Heere Jezus.
Langzaam loopt de stoet door. Ze gaan richting de tempel. Oh, daar zal het gebeuren!
De Farizeeën zien alles geërgerd aan. Dit gaat niet goed. Ze geloven niet dat Jezus de Messias is en willen dat iedereen zijn mond houdt. Maar vreemd genoeg kunnen ze het niet tegenhouden. Ze vragen zelfs aan Jezus of Hij de discipelen bestraft. Maar dit gebeurt niet, nee, nu moet iedereen het horen dat Jezus de Messias is.
Aangekomen in de tempel, kijkt de Heere Jezus eens rustig rond. Het is er bedrijvig, net als altijd. De menigte wacht in spanning af… maar er gebeurt niets. Ze blijven nog even wachten, maar hun geduld raakt op. Ze kijken elkaar eens aan, ze begrijpen er niets van.
De avond valt. Ze gaan naar huis. Wat moeten ze hier nog langer? De een na de ander vertrekt. Waar ze zo op gehoopt hebben, is niet gebeurd.
Ook de Heere Jezus vertrekt met Zijn discipelen naar Bethanië, niemand bood Hem onderdak aan.

Slotzin
De Verlosser was dichtbij de inwoners van Jeruzalem. Hij wilde ook hen verlossen. Hij was niet welkom en vertrok naar Bethanië. Is de Heere Jezus welkom in jouw leven?

Gesprek

Heb jij de Heere Jezus al leren kennen als Vredevorst? Wat wil dat zeggen? Wat is die vrede? Met Wie heb je dan vrede? Kunnen anderen dit ook aan je merken? Hoe? Kun je verschillen noemen tussen het Koninkrijk van God en dat van een koning op aarde? vreedzaamheid, nederigheid, eenvoudigheid, rechtvaardigheid en barmhartigheid). Waarom huilde de Heere Jezus over Jeruzalem? Wat gebeurde er na 70 jaar met de stad?

Samenvatting
Als de Heere Jezus met Zijn discipelen bijna bij Jeruzalem is, stuurt Hij twee van hen vooruit: In het dorp vlakbij zullen ze een jonge ezel vinden waar nog nooit iemand op gereden heeft. Ze moeten die losmaken en meenemen. Als iemand vraagt waarom ze dat doen, moeten ze zeggen dat de Heere het nodig heeft. Alles gebeurt precies zoals de Heere Jezus het voorzegd heeft. De discipelen brengen het ezelsveulen bij Jezus. Ze leggen hun mantels op de ezel, terwijl anderen hun mantels en takken uitspreiden op de weg. Vol eerbetoon wordt de Heere Jezus Jerzualem binnengehaald onder het geroep: Hosanna! Gezegend is Hij die komt in de Naam van de Heere!

Vragen