Bijbelgedeelte: 1 Koningen 1

Context
Het Bijbelboek 2 Samuel eindigt met het verhaal over de volkstelling. 1 Koningen begint met een oude koning David. Hij is inmiddels 70 jaar geworden. Abisag verzorgt de koning. David bepaalt dat Salomo zijn troonopvolger zal zijn. Maar Adonia is van plan zich tot koning uit te laten roepen. Wie van zijn zonen gaat de oude koning David opvolgen? Hier begint de geschiedenis van koning Salomo.

Kerntekst
1 Koningen 1:30 Voorzeker zal uw zoon Salomo na mij koning zijn

Doelstellingen

De kinderen horen over de opstand van Adonia;
De kinderen horen over troonsbestijging van Salomo;
De kinderen horen over gratieverlening aan Adonia;
De kinderen horen over de Zoon van David als beloofde Messias.

Zingen

Psalm 2:4; 34:9; 72:8

Geloofsleer

HC Vraag 35 - De eeuwige Zoon van God
NGB art. 18 - De menswording van Jezus Christus

Introductie
Ken je onze koning? Hoe heet hij? Heb je hem wel eens gezien? Wie is de belangrijkste Koning? In dit verhaal gaat het over een koning op aarde. Bij koningen op aarde gaat het niet altijd goed. Bij de Heere wel!

Beginzin
Kijk toch eens hoe koud koning David het heeft. Hij ligt te rillen in zijn bed. Wat is hij oud geworden! Het lukt hem niet eens meer om zich warm te houden. Er komen dienaren van de koning aan met dekens. Maar het helpt niet…

Vertelschets

‘Wacht eens’, zegt een dienaar, ‘Ik weet iets. Laten we voor de koning een meisje zoeken die voor de koning kan zorgen. Zij kan de koning misschien warm houden’.
De dienaren gaan op zoek in het land Israël. Ze zoeken overal. En ja, eindelijk vinden ze een heel mooi meisje. Ze heet Abisag.
Abisag gaat mee naar de koning. Ze zorgt zo goed als ze kan voor de koning.
‘Ik zal koning worden!’ zegt Adonia, de zoon van David. Zijn vader zal toch niet meer lang leven. Nu kan Adonia mooi het plekje van vader David innemen. Hij zorgt voor wagens en ruiters. Maar Adonia houdt niet van de Heere. En hij is verwend. Als Adonia verkeerde dingen doet, vraagt zijn vader David niet: ‘Waarom heb je dat gedaan?’
Is het goed als je vader en moeder er niets van zeggen wanneer je iets verkeerd doet? Hoe wil de Heere het dan?
Adonia praat met Joab, een belangrijke man uit het leger. En met Abjathar, de priester. Zij zullen Adonia wel helpen om koning te worden. Er worden schapen geslacht en koeien en andere dieren. Dan schrijft hij een uitnodiging voor al zijn broers en voor de dienaren van de koning. Ze moeten allemaal komen. Alleen een paar mannen, en zijn broer Salomo, mogen er niet bij zijn.
Verdrietig loopt de profeet Nathan door het paleis. Hij gaat naar Bathseba, de moeder van Salomo. ‘Heeft u het al gehoord dat Adonia de nieuwe koning is? En koning David weet het nog niet. Ik heb een plan. Weet u wat u moet doen? Ga snel bij koning David naar binnen en zeg tegen hem: ‘U heeft toch beloofd dat Salomo na u koning zal zijn? Waarom is Adonia dan koning?’ En dan kom ik binnen om ook met koning David praten’. Bathseba knikt. Ja, zo moet het gebeuren!
Wat vind je van het plan van de profeet Nathan?
Daar gaat Bathseba door de paleisgangen. Even later komt ze bij koning David aan. Abisag, het mooie meisje, zorgt voor de oude koning. Bathseba knielt voor de koning neer. David kijkt haar aan. ‘Wat is er met u?’, vraagt hij.
‘Mijn heer’, zegt Bathseba, ‘u hebt toch bij de Heere, uw God, gezworen dat Salomo koning zal worden na u en op de troon zal zitten? Maar nu is Adonia koning, zonder dat u het weet. En hij heeft dieren geslacht en alle zonen van u uitgenodigd, behalve Salomo. Het volk wil van u weten wie de volgende koning is.’
Dan komt de profeet Nathan binnen. Ook hij buigt voor de koning. ‘Koning, wilt u dat Adonia koning na u zal zijn?’ Hij vertelt hetzelfde als Bathseba. ‘Maar ik ben niet uitgenodigd voor het feest. Wie zal er op de troon zitten?’
‘Roep Bathseba’, zegt David. Ze komt binnen. David zweert: ‘Zo waar de Heere leeft, Die mijn ziel uit alle nood verlost heeft, Salomo zal na mij koning zijn en hij zal in mijn plaats op de troon zitten. Ik zal het deze dag nog doen.’ Bathseba knielt weer neer voor David. Wat is ze blij! ‘Mijn heer de koning David leve voor eeuwig!’
David roept de priesters Zadok en Benaja. Ze komen bij de koning. Ze krijgen de opdracht om Salomo op een rijdier van de koning te laten rijden naar Gihon. De priesters Zadok en Nathan moeten Salomo dan zalven als koning van Israël en zeggen ‘Leve de koning Salomo’. Daarna moet hij komen en op zijn troon gaan zitten. Hij zal koning zijn, dat wil David.
‘Amen’, zegt Benaja, ‘Moge de Heere, de God van mijn heer de koning, het zo doen. Zoals de Heere met u is geweest, zo mag hij ook met Salomo zijn. En mag Hij zijn troon groter maken dan de troon van David.’
Daar gaan de priesters. Ze doen precies wat David heeft gezegd. De priester Zadok neemt de oliehoorn en zalft Salomo. De bazuinen klinken en iedereen roept: ‘Leve koning Salomo!’ Er klinkt muziek en steeds meer mensen beginnen te juichen voor koning Salomo. Ze springen en stampen van blijdschap op de grond. De aarde beeft ervan.
In de verte klinkt het geluid van de bazuin. ‘Wat hoor ik toch?’, zegt Adonia. Ook Joab hoort het. Kijk, daar komt iemand aangerend. Het is Jonathan, de zoon van priester Abjathar. ‘Kom binnen’, zegt Adonia. ‘Wat wilt u zeggen? Vast iets goeds.’
‘Nee, juist niet! Koning David heeft Salomo koning gemaakt. En de priester Zadok, profeet Nathan en Benaja (de zoon van Jojada) en zijn lijfwachten zijn er ook. Hij rijdt op een muildier door de stad! De stad is in rep en roer. Dat is het geluid wat u hoort. Salomo is op de troon gaan zitten en de dienaren van de koning zijn hem aan het gelukwensen. De oude koning David heeft gezegd: ‘Geloofd zij de Heere, de God van Israël, Die vandaag iemand geeft die op de troon zit, terwijl mijn ogen het zien.’
Adonia en de mannen die bij hem zijn, worden bang. Hij rent weg naar het altaar. Daar zal hij vast veilig zijn. ‘Laat koning Salomo mij vandaag zweren dat hij mij niet zal doden.’
‘Als hij zich goed gedraagt zal hem niets gebeuren, maar als hij kwaad doet, moet hij sterven’, zegt Salomo. ‘Ga Adonia maar halen’. Even later knielt Adonia voor Salomo neer. ‘Ga naar huis’, klinkt de stem van de nieuwe koning.

Slotzin
De Heere wilde dat Salomo koning zou worden. En wat de Heere wil, zal ook gebeuren.

Gesprek
Waarom mocht Adonia geen koning worden?
David heeft aan Bathseba beloofd dat Salomo koning zou worden. Wat heb jij wel eens beloofd? Heb je dat ook gedaan?
Salomo is de zoon van David. Wie wordt de grote Zoon van David genoemd? Waarom?

Samenvatting
Koning David is al zeventig jaar. Abisag verzorgt de koning. Adónia, een zoon van David, wil koning worden. Bathséba en de profeet Nathan vertellen dit tegen koning David. David zegt dat zijn zoon Sálomo zijn troonopvolger zal zijn. De priester Zadok zalft Sálomo met een oliehoorn tot koning in Gihon. Adónia hoort dat Sálomo de nieuwe koning is. Adónia vlucht naar het altaar in Silo. Sálomo laat Adónia leven. Hij wordt niet gedood als Adónia Sálomo dient. Pas als Adónia kwaad doet moet hij sterven.

Vragen