Bijbelgedeelte: Johannes 11:1-46

Context
Jezus is in Jeruzalem geweest op het feest van de tempelwijding. De Joden wilden Hem grijpen, maar Jezus ontkomt en gaat de Jordaan over naar de plaats waar Johannes doopte.

Kerntekst
Johannes 11:25 Jezus zeide tot haar: Ik ben de Opstanding en het Leven; die in Mij gelooft zal leven al ware hij ook gestorven.

Doelstellingen

De kinderen zien dat Jezus macht heeft een dode levend te maken.
Ze begrijpen iets van het grote wonder dat Hij Zelf de Opstanding en het Leven is.
Ze zien hoe de Heere Jezus echt Mens was in Zijn verdriet om Lazarus.
Ze beseffen hoe Hij ons ook werkelijk kan troosten als wij verdriet hebben.

Zingen
Psalm - 27:7; 43:5; 56:6; 62:4 en 5; 68:10; 73:13; 84:6; 103:8 en 9
ZB - Nooit kan ‘t geloof teveel verwachten
OMK - Jezus wandelt door de straten / Kom Heer’, want Lazarus is ziek

Geloofsleer

HC zondag 1 - De enige troost
HC zondag 17 - De opstanding van Christus
HC zondag 22 - De troost van de opstanding en het eeuwige leven
NGB art. 37 - Het laatste oordeel

Introductie
Wie weet wat de kortste tekst in de Bijbel is? (Vs. 35: Jezus weende) Jij huilt vast ook wel eens…Wat betekent deze tekst voor jou als je verdriet hebt, misschien omdat er iemand gestorven is van wie je veel hield? Naar Wie kun je dus het beste toegaan met je verdriet?

Beginzin
Heere, U moet snel komen, Lazarus is zo ziek..

Vertelschets

Een bode staat voor de Heere Jezus. Hij is gestuurd door Martha en Maria met de mededeling dat hun broer Lazarus ernstig ziek is. Wie anders zal kunnen helpen dan Jezus?
Meteen al iets op om te letten, ze gaan met hun nood naar Jezus in de verwachting dat Hij hen kan helpen. Wat doe jij als je het moeilijk hebt of als er verdriet is? Naar wie ga je dan toe?
Jezus stelt hem gerust: ‘Deze ziekte is niet tot de dood.’
Jezus gaat niet direct mee, maar wacht nog twee dagen. De discipelen zijn er blij om. Lazarus woont in Judea, vlakbij het vijandige Jeruzalem waar de mensen het op Jezus’ leven gemunt hebben.
Na twee dagen gaat Jezus alsnog naar Bethaniё. ‘Lazarus slaapt’, zo zegt Hij, ‘en Ik ga heen om hem uit de slaap te wekken.’ De discipelen denken dat Lazarus echt slaapt, maar dan zegt Jezus dat hij gestorven is.
Als ze in Bethaniё komen horen ze dat Lazarus al vier dagen in het graf is. Iedereen is vol verdriet. Er zijn veel vrienden en bekenden naar Martha en Maria gekomen om hen te troosten.
Martha loopt snel Jezus tegemoet. Ze is erg verdrietig. ‘Was U er maar geweest Heere, dan was Lazarus niet gestorven. U had hem beter kunnen maken. Nu is het te laat…’
‘Uw broer zal weer opstaan’, zegt Jezus. ‘Ja dat weet ik’, antwoordt Martha, ‘dat zal op de jongste dag gebeuren.’
•Mr Jezus bedoelt iets anders. ‘Ik ben de Opstanding en het Leven’, zegt Hij. ‘Wie in Mij gelooft zál leven, ook al is Hij gestorven. Geloof je dat Martha?’
‘Ja Heere’, antwoordt Martha, ‘ik geloof dat U de Christus bent, de Zoon van God.’ Martha begrijpt de woorden van Jezus nog niet. Straks zal ze met eigen ogen zien hoe Hij werkelijk de macht heeft over dood en leven.
En jij, geloof jij dat deze Jezus de Zoon van God is Die álle macht heeft?
Martha gaat naar huis en roept haar zus: ‘De Meester is er en Hij roept je.’ Maria staat op en gaat snel Jezus tegemoet. Ze moet een eindje lopen want Hij is nog niet in Bethaniё aangekomen. De mensen die op bezoek zijn zien haar gaan. ‘Ze gaat vast naar het graf’, zeggen ze. ‘Laten we met haar meegaan.’ Ze volgen Maria.
Maria valt huilend aan Jezus’ voeten. ‘Was U er maar geweest Heere, dan was mijn broer niet gestorven.’ Ontroerd ziet de Heere Jezus het verdriet van Maria aan, Hij hoort de mensen om haar heen huilen. ‘Waar heb je hem gelegd?’ vraagt Hij. ‘Kom maar mee, Heere, dan kunt U het zien’, antwoordt Maria.
En Jezus weende. De Heere Jezus ziet het grote verdriet van Maria, het raakt Hem zo diep dat ook Hij Zijn tranen niet kan bedwingen. Hij lijdt mee met de bedroefden.
‘Zie je hoeveel Hij van Lazarus gehouden heeft?’ zeggen de mensen. Anderen mopperen: ‘Hij heeft blinden ziende gemaakt, had Hij niet kunnen voorkomen dat Lazarus zou sterven?’
Bij het graf staan ze stil, het is een spelonk met een zware steen voor de opening.
‘Neem de steen maar weg’, zegt Jezus. ‘Dat kan toch niet’, zegt Martha, ‘hij ligt al vier dagen in het graf.’ ‘Ik heb toch gezegd dat je, als je gelooft, de heerlijkheid van God zult zien, Martha?’ antwoordt Jezus.
De steen wordt weggenomen. Iedereen is stil geworden. Wat gaat Jezus nu doen? Hij bidt. ‘Vader, Ik dank U dat U Mij verhoord hebt. Ik wist wel dat U Mij altijd hoort. Maar Ik zeg dit voor van de mensen die bij Mij staan, zodat zij zullen geloven dat U Mij gezonden hebt.’
Jezus bukt Zich in het graf en roept met luide stem: ‘Lazarus, kom naar buiten!’
Het is doodstil voor de spelonk. Iedereen houdt de adem is. Kun je een dode roepen? Ja, de levende God kan een dode roepen, zodat hij het hóórt en tot leven komt!
Er komt beweging in de spelonk. Vol ontzetting en verbazing kijkt iedereen toe hoe Lazarus die al vier dagen in het graf lag naar buiten komt lopen. Hij draagt de grafdoeken nog om zijn handen en voeten. Hij is het echt, hij leeft!!
‘Maak de doeken maar gauw los’, zegt de Heere Jezus, ‘en laat hem naar huis gaan.’
Wat een onbegrijpelijk en heerlijk wonder van Jezus! Straks moet Hij Zelf sterven en zal Hij de dood overwinnen. Nu al laat Hij zien dat Hij de Opstanding en het Leven is! Hij is sterker dan de dood! De Heere kan alles, ook in jouw leven!
Veel mensen die dit wonder gezien hebben geloven in de Heere Jezus. Maar sommigen twijfelen, ze gaan naar de Farizeeën om hen te waarschuwen en te vertellen wat ze zojuist gezien hebben.

Slotzin
Martha en Maria gaan terug naar huis, niet meer samen, maar met hun broer in hun midden. God heeft hun droefheid veranderd in verwondering en grote blijdschap!

Gesprek
Wat betekent het dat Jezus sterker is dan de dood? Wat mag je daaruit leren?
Begrijp je wat het betekent als de Heere Jezus zegt: ‘Wie in Mij gelooft zal leven, ook al is hij gestorven’
Hoe kun jij met je verdriet naar de Heere Jezus gaan? Denk je dat Hij je kan troosten? Hoe dan?

Samenvatting
Lazarus de broer van Martha en Maria is ziek. Ze brengen de boodschap aan de Heere. Na een aantal dagen gaat Hij met Zijn discipelen naar hen toe. Hij weet dat Lazarus gestorven is maar Hij zegt tegen Zijn discipelen dat Hij hem uit de slaap opwekt. Als hij in de buurt van Martha en Maria is komt Matha naar Hem toe. Ze vraagt waarom Hij er niet eerder was, zodat Lazarus niet gestorven zou zijn. Ze gelooft dat de Heere de Zoon van God is. Later komt Maria en ook zij zegt dat als de Heere er geweeest was Lazarus niet gestorven zou zijn geweest. De Heere is diep ontroerd door het verdriet. Hij huilt zelf ook. Dan geeft Hij de opdracht de steen van het graf te halen. Hij bidt tot Zijn Vader en dankt Hem dat Hij Hem altijd hoort. Hij roept: 'Lazarus, kom naar buiten!' Hij staat op uit de dood. Veel mensen geloven in Hem, anderen vertellen het aan de Farizeeën.

Vragen