Bijbelgedeelte: Mattheüs 27:11-30

Context
Jezus is ’s nachts door de Joodse Raad ter dood veroordeeld. Om dit vonnis te kunnen voltrekken, moeten ze echter toestemming hebben van de Romeinse overheid. Daarom wordt Jezus ’s morgens vroeg al naar Pilatus gebracht. De Joden gaan het rechthuis niet in, uit angst onrein te worden. Als ze onrein zijn, mogen ze het Pascha niet vieren.

Kerntekst
Mattheüs 27:22 Pilatus zeide tot hen: Wat zal ik dan doen met Jezus, Die genaamd wordt Christus? Zij zeiden allen tot hem: Laat Hem gekruisigd worden.

Doelstellingen

De kinderen kennen de gebeurtenissen rond de veroordeling van de Heere Jezus.
Ze horen hoe de Hij onschuldig ter dood veroordeeld wordt.
Ze beseffen wat het (ook voor hen) betekent dat Hij onschuldige wilde sterven.

Zingen

Psalm 31:11, 12; 116:2; 142:1, 4
UMK - Lam Gods dat zo onschuldig
ZB - Heer’ ik kom tot U / Hij kwam bij ons, heel gewoon

Geloofsleer

HC zondag 15 - Het lijden van Christus
NGB 21 - Verzoening door Christus

Introductie
Jesse had net een hele hoge toren gebouwd, toen zijn broertje aan kwam lopen en er een schop tegen gaf. De toren stortte in elkaar. Boos sprong Jesse naar zijn broertje en gaf hem een stomp. Even later hádden ze toch een ruzie! Mama kwam er bij en vroeg wat er aan de hand was. ‘Wie is er begonnen? Wie had de schuld?’ Wat zou jij ervan vinden als mama zei dat Jesse straf moest krijgen?

Beginzin
De Heere Jezus is door de Joodse leiders bij Pilatus gebracht. Daar staat Hij nu in de rechtszaal, voor Pilatus. Pilatus moet zeggen wat er met Jezus moet gebeuren. Het is rustig in de rechtszaal. Het geschreeuw van de woedende mensen, die buiten wachten, klinkt zachtjes.

Vertelling

Pilatus kijkt Jezus aan. Zou deze Man iets verkeerd hebben gedaan? ‘Bent u de Koning van de Joden?’ vraagt hij. ‘U zegt het’, zegt Jezus. Pilatus blijft even stil. Deze Man ziet er niet uit als een Koning. Hij begrijpt Jezus niet.
Deze Koning gaat lijden en sterven voor Zijn volk, zodat de mensen die in Hem geloven in de hemel kunnen komen. Zo hebben de profeten het al voorspeld.
Dan zegt Jezus niets meer. Hij geeft geen antwoord meer aan Pilatus en Hij zegt niets als de Joden Hem beschuldigen. Dat verbaast Pilatus, waarom zegt Hij niets? Pilatus denkt na. Wat moet hij doen? Hij weet zeker dat Jezus onschuldig is. Hij wil Hem eigenlijk niet laten sterven. Maar Pilatus is ook bang voor die boze mensen buiten. Wat moet hij doen?
Ineens weet hij het! Als het Pascha is, mogen de Joden van hem kiezen uit twee gevangenen om er één vrij te laten. Hij zal degene vrijlaten die de Joden kiezen. In de gevangenis zit een moordenaar, die heel veel mensen heeft gedood. De Joden zijn bang voor hem. Als ze mogen kiezen tussen deze moordenaar en Jezus, dan kiezen ze natuurlijk voor Jezus, want Hij is geen moordenaar!
Snel loopt hij naar buiten. Bovenaan de trappen van zijn paleis blijft hij staan. De mensen worden stil. Wat zal Pilatus zeggen? ‘Het is de gewoonte dat er op het paasfeest iemand uit de gevangenis mag. Jullie mogen van mij kiezen wie er uit de gevangenis mag: Bar-abbas of Jezus, Die Christus wordt genoemd.’
Pilatus gaat weer naar binnen. Er komt een knecht bij hem met een bericht van zijn vrouw. ‘Doe deze Man geen kwaad. Hij is Rechtvaardig. Dat heb ik gedroomd.’ Nu weet Pilatus het zeker: Jezus is onschuldig. Hij loopt weer naar buiten.
Toen Pilatus binnen was, hebben de overpriesters en ouderlingen tegen het volk gezegd: ‘Jullie moeten allemaal Bar-abbas kiezen!’ ‘Wie moet ik vrijlaten?’ Het volk schreeuwt: ‘Bar-abbas!’ Pilatus kan het niet geloven. ‘Wat moet ik dan doen met Jezus, Die Christus genoemd wordt?’ ‘Laat Hem gekruisigd worden!’ roepen de mensen nog harder. ‘Wat heeft Hij dan voor verkeerds gedaan?’ Ze antwoorden niet eens: ‘Laat Hem gekruisigd worden!’ schreeuwen ze.
Ze worden steeds bozer. Pilatus ziet het. Hij is bang dat er oproer komt, dat ze zullen gaan vechten. Dat mag niet. Hij laat een knecht een schaal water voor hem neerzetten. Dan wast Pilatus zijn handen alsof hij het bloed van Jezus er af wast. ‘Ik ben onschuldig aan het bloed van deze Rechtvaardige. Ik ben er onschuldig aan dat Hij sterft. Jullie mogen dat zien.’
Is Pilatus echt onschuldig? Hij is toch de rechter? Hij moet eerlijk zijn. Hij moet Jezus vrijlaten! Pilatus weet immers dat Hij onschuldig is! Heel boos roept het volk: ‘Laat Zijn bloed maar over ons en over onze kinderen komen.’ Ze bedoelen: Pilatus, jij hoeft niet bang te zijn. Als God zal straffen, dan mag Hij ons en onze kinderen straffen!’ Wat is dat erg! De Joden weten niet dat het bloed van Jezus hen kan schoonmaken van de zonden.
Wij willen dat van onszelf ook niet. Maar de Heere wil het wel doen. Wat is het dan een wonder als jouw en mijn hart schoon is gemaakt door Zijn bloed. Wat is het dan een wonder dat de Heere Jezus voor jouw zonden is gestorven.
Dan laat Pilatus Bar-abbas vrij. De soldaten slaan Jezus heel hard op Zijn rug. Hij bloedt. Ze nemen Jezus mee naar binnen en trekken Hem Zijn eigen kleren uit. Ze pakken een rode soldatenmantel en gooien die om Hem heen. Ze vlechten een kroon met scherpe dorens en zetten die op Jezus’ hoofd. Ze geven Hem ook een rietstok in Zijn rechterhand. De soldaten doen net alsof Jezus een koning is die ze dienen. Ze vallen spottend voor Hem op hun knieën en roepen: ‘Wees gegroet! Gij, Koning van de Joden!’ Ze spugen naar Jezus en pakken de rietstok af. Dan slaan ze Hem op Zijn hoofd. Als de soldaten klaar zijn, doen ze de rode mantel weer uit en trekken Jezus’ eigen kleren weer aan. Dan nemen ze Hem mee en leggen het kruis op Jezus’ rug.

Slotzin
Jezus gaat naar Golgotha. Dáár zal Hij sterven voor de zonden van Zijn kinderen.

Gesprek
Wat vond Pilatus van de Heere Jezus? Wat wilden de mensen? Waarom kozen de mensen Bar-abbas? Wie zou jij kiezen? Waarom?
Waarom is de Heere Jezus gestorven? Had Hij straf verdiend? En jij? Hoe kan die straf je vergeven worden? |

Samenvatting
De Heere Jezus staat voor Pilatus en wordt ondervraagd. Pilatus vraagt Hem of Hij de Koning der Joden is, waarop Hij antwoordt: 'U zegt het'. Hij houdt Zijn mond als ze beschuldigingen naar Hem uiten. Dan laat Pilatus het volk kiezen tussen Barabbas en de Heere Jezus. Het volk wil de Heere Jezus kruisigen. De vrouw van Pilatus waarschuwt hem, want ze heeft in een droom om de Heere Jezus geleden. Pilatus wast zijn handen in onschuld, laat de Heere Jezus geselen en geeft Hem over aan het volk.

Vragen