Bijbelgedeelte: Daniël 3

Context
Het volk Israël zit in ballingschap te Babel. Daar regeert koning Nebukadnezar. Deze koning krijgt op een gegeven moment een droom. Eén van de Joodse mannen, Daniël, weet de betekenis van de droom. In de droom komt naar voren dat Nebukadnezar koning is van een machtig rijk. De koning weet dit en zijn trots groeit.

Kerntekst
Daniël 3:17 Onze God, Die wij eren, is machtig ons te verlossen uit de oven van het brandende vuur, en Hij zal ons uit uw hand, o koning! verlossen.

Doelstellingen

De kinderen weten dat Nebukadnezar hoogmoedig is en ter ere van zichzelf een beeld laat bouwen.
Ze horen dat de drie vrienden van Daniël tegen de stroom in gaan en de Heere gehoorzamen door niet te buigen voor het beeld.
Ze beseffen dat de Heere dit ook van hen vraagt en dat zij dan evenals de drie vrienden mogen weten dat de Heere hen beschermt.

Zingen
Psalm - 34:4; 66:5,6; 68:10; 91:5,8
ZB - Als God, mijn God, maar voor mij is / Een vaste burcht is onze God / Wie maar de goede God laat zorgen
UMK - De koning maakt een gouden beeld

Geloofsleer

HC vraag 1 Geen haar valt van mijn hoofd zonder Gods wil
HC vraag 92 Geen gesneden beeld

Introductie
Schrijf met grote letters op het bord: Tegen de stroom in!
Vraag de kinderen wat hier mee bedoeld wordt. Geef eerst het voorbeeld van een vis die tegen de stroom in zwemt. Is dit moeilijk? Kun je voorbeelden bedenken van mensen die tegen de stroom in gaan?
Vandaag horen we ook over mensen die tegen de stroom in gaan.

Beginzin
‘Alle volken moeten luisteren. Als u het geluid hoort van de hoorn, fluit, citer, luit, lier, panfluit en andere muziekinstrumenten, moet u neervallen en het gouden beeld aanbidden dat koning Nebukadnezar heeft opgericht! Wie niet neervalt wordt in de vurige oven gegooid.’

Vertelschets

Wie roept dit zo hard? De mensen zien het wel, het is de heraut van de koning. Ze hebben het al lang gezien. Vanuit de verte is het al zichtbaar.
Daar in het dal van Dura staat een groot beeld. Ze hebben gehoord dat het beeld wel 30 meter hoog is. En wel 3 meter breed. Iedereen kan het zien. Het goud glinstert in de zon.
Voor wie is het beeld? Voor de koning. Nu kan iedereen zien hoe groot en machtig koning Nebukadnezar is. De machtigste koning van de aarde… De machtigste? Nee, met de Koning in de hemel houdt hij geen rekening. Koning Nebukadnezar is hoogmoedig. Alles draait om hem.
Er moet een groot feest komen. De koning stuurt zijn knechten er op uit om alle belangrijke mensen in zijn koninkrijk samen te roepen. Overal gaan zijn knechten langs met een uitnodiging voor het feest: Stadhouders en oversten, landvoogden en rechters. Iedereen moet komen.
Vandaag is het dan zover. Overal komen mensen vandaan om bij het feest te zijn. Het is druk.
Hoor eens! Opeens klinkt er muziek. Wat gebeurt er dan? Ineens vallen alle mensen voorover op de grond. Precies zoals de knechten van de koning afgeroepen hebben: Als je de muziekinstrumenten hoort, moet je buigen voor het beeld.
Maar kijk eens! Daar stáán nog drie mannen. Buigen ze niet voor het beeld? Nee. Wie zijn die drie jonge mannen? Die ene man heet Sadrach. En daarnaast staan Mesach en Abed- Nego.
Ineens staan er een paar Chaldeeuwse mannen bij hen: ‘Jullie moeten meekomen naar de koning!’ klinkt het bars.
Rustig lopen de drie mannen, die vrienden zijn, mee. Rustig staan ze voor de koning. De koning kijkt hen streng aan: ‘Is het waar, Sadrach, Mesach en Abed-Nego, dat u mijn goden niet vereert en het gouden beeld dat ik heb opgericht, niet aanbidt?
Luister, jullie krijgen nog één kans. Als de muziekinstrumenten spelen en jullie buigen, dan is het goed. Maar als jullie niet buigen, zullen jullie in de vurige oven gegooid worden.’
Wat zal het antwoord zijn van de drie vrienden? Nu zullen ze vast buigen… Maar hoor, krachtig klinkt hun antwoord: ‘Als het moet, kan onze God, Die wij vereren, ons verlossen uit de brandende oven, en Hij zal ons, koning, uit uw hand verlossen. En als Hij ons niet verlost, koning, ook dan zullen wij uw goden niet vereren en het gouden beeld dat u hebt opgericht, niet aanbidden.’
Begrijp jij dit antwoord? De drie vrienden gaan tegen de stroom in. Zij kunnen niet buigen, omdat ze de Heere willen gehoorzamen. Is het bij jou ook zo, dat je God liever gehoorzaamt dan de mensen?
Woedend is de koning, als hij het antwoord hoort. ‘Laat de oven zeven keer heter worden dan het nu is’, schreeuwt hij. ‘Laat mijn sterkste soldaten komen, zij moeten de mannen in de oven gooien!’
Wreed worden de drie vrienden beetgepakt. Met touwen worden ze vastgebonden en dan worden ze meegesleept. Kijk eens naar hun gezichten. Zie je angst? Nee, de vrienden zijn niet bang. Ze weten: Onze God is machtig. Hij is bij ons.
De oven staat witgloeiend. Via een opening in de bovenkant moeten de vrienden in de oven gegooid worden. De soldaten duwen hen in de oven. Maar wat gebeurt er dan? De soldaten vallen dood neer op de grond. Zo heet is het vuur.
De koning heeft zijn zin. De vrienden zijn verbrand in de oven. Laat ik nog eens gaan kijken, denkt hij een tijdje later bij zichzelf. Hij loopt naar de oven. Ineens blijft hij stokstijf staan.
Als hij in de oven kijkt, ziet hij vier mannen wandelen. Hij begint te trillen van angst. Hoe kan dit?! Snel laat hij zijn knechten komen en vraagt: ‘Hoeveel mannen hebben wij in de oven gegooid?’ ‘Drie mannen’, is het antwoord.
‘Hoe kan dit?’ roept Nebukadnezar verbaasd uit. ‘Ik zie vier mannen levend middenin het vuur lopen! Die vierde lijkt op één van de goden!’ Weer loopt hij naar de oven en roept dan: ‘Sadrach, Mesach en Abed-Nego, dienaren van de allerhoogste God, ga naar buiten en kom!’
Tot zijn verbazing ziet hij drie mannen naar buiten komen. Belangrijke mensen worden door de koning er bij geroepen. Allen gaan om de mannen heen staan. Hun haar en kleren zijn niet verschroeid. Niet is beschadigd. Ze ruiken zelfs niet eens naar brandlucht!
De Heere bewaart Zijn kinderen. Er staat ergens in de bijbel: ‘Wanneer u door het vuur zult gaan, zult u niet verbranden.’ De Heere is er bij. Ook bij jou als het moeilijk is in je leven.
De koning begrijpt er niets van en roept verwonderd uit: ‘Geloofd zij de God van Sadrach, Mesach en Abed-Nego, Die Zijn engel heeft gezonden en hen heeft verlost, omdat zij op Hem hebben vertrouwd!’.
Hij gaat verder en zegt: ‘Ik maak een nieuw gebod. Iedereen die oneerbiedig spreekt over de God van Sadrach, Mesach en Abed-Nego, zal in stukken gesneden worden. Want er is geen enkele God die zó redden kan!’
Wat een andere taal van de koning. Gaat hij nu de Koning in de hemel dienen? Nee, het hart van koning Nebukadnezar buigt niet voor Hem. Hij blijft zichzelf het meest belangrijk vinden.

Slotzin
En de drie vrienden? Met hen gaat het goed. Daar zorgt de koning voor. Ze gingen tegen de stroom in, maar ze wisten: De Heere is er bij. Ga zo maar tegen de stroom in; met de Heere gaat het goed!

Gesprek
Waarom liet de koning een beeld bouwen? Wat zou jij doen als je, evenals de drie vrienden, er bij was? Moet jij wel eens tegen de stroom in gaan, omdat je de Heere wil dienen? Kun je een voorbeeld bedenken? Is dat moeilijk? Wie wil en kan je dan helpen?

Samenvatting
In het dal Dura plaatst Nebukadnezar een enorm gouden beeld. Alle mensen moeten komen om het beeld in te wijden. Als de muziek klinkt, moet iedereen buigen voor dat beeld. Wie niet buigt, wordt in de oven geworpen. De drie vrienden van Daniël buigen niet. Als de koning dat hoort, wordt hij woedend. Maar ze buigen niet, ze vertrouwen op de Heere. Hij kan hen zelfs in de oven bewaren. De koning laat de oven zeven keer heter stoken, zo heet dat zelfs de mannen die de vrienden in de oven werpen, sterven. Ineens ziet de koning een vierde man in de oven. Het is een engel. Levend komen de vrienden uit de oven, zelfs hun kleren zijn niet verbrand. De Heere heeft hen bewaard! Nebukadnezar looft God en laat overal in zijn rijk bekend maken dat alleen deze God verlossen kan.

Vragen