Vertelschets over de zalving in Bethanië en de intocht in Jeruzalem

Bijbelgedeelte: Johannes 12:1-19
Context
Over 6 dagen is het Pascha. De Heere Jezus gaat met Zijn discipelen naar Bethaniё, waar Hij ook Lazarus opgewekt heeft uit de dood.

Kerntekst
Johannes 12:7 Zij heeft dit bewaard tegen de dag Mijner begrafenis. Want de armen hebt gij altijd met u, maar Mij hebt gij niet altijd.
Johannes 12:15 Zie uw Koning komt, zittende op het veulen ener ezelin.

Doelstellingen

De kinderen horen van de liefde en het geloof van Maria voor de Heere Jezus en leren hun leven hier naast te leggen.
Ze leren dat de zalving vooruit wijst naar Jezus’ begrafenis.
Ze weten op welke wijze de Heere Jezus Koning is, en wat dat ons te zeggen heeft.

Zingen

Psalm - 95:1; 98:1, 4; 99:1, 2, 8; 116:1, 10; 118:13; gez.5:3, 8
UAM - Gezegend Hij die komt
LB - Al sprak ik met een mensentong / Alzo lief had God de wereld / Jezus Christus, ik aanbid U/ Heer’, ik kom tot U

Geloofsleer

HC zondag 12 - Christus de Gezalfde
HC zondag 16 - Gestorven en begraven
HC zondag 48 - Uw Koninkrijk kome

Introductie
Er zijn twee soorten mensen: gelovigen en ongelovigen. Vraag de kinderen om voorbeelden uit de Bijbel. Vandaag zien we ook die twee soorten mensen. Let maar goed op. En alvast een vraag: bij welke soort hoor jij?

Beginzin
Nog zes dagen, en dan is het Paasfeest. Veel mensen komen al naar Jeruzalem toe, om het grote feest mee te vieren.

Vertelschets

Wat denk je, zouden Jezus en Zijn discipelen er ook bij zijn? Je weet toch nog wel wat er pas gebeurd is? Het grote wonder dat Jezus de dode Lazarus weer levend maakte! Wat waren de mensen blij. Deze Jezus, Hij moet wel van God komen. Graag komen de mensen nu kijken naar Lazarus, die vlakbij Jeruzalem in Bethaniё woont, om te zien of het echt waar is.
Maar niet iedereen is zo blij met deze Jezus… De leiders van het volk, de overpriesters en de Farizeeën zijn woedend. Straks loopt het hele volk nog achter deze Man aan! Daar moeten ze niks van hebben. Zíj zijn de baas! En daarom willen ze Jezus doden.
Het is gevaarlijk geworden voor de Heere Jezus in Jeruzalem. Daar wachten de leiders Hem op, om Hem op een goed moment gevangen te nemen. Zou de Heere Jezus daarom maar niet naar het Paasfeest gaan.
De Heere Jezus neemt Zijn discipelen mee naar Bethaniё. Een maaltijd wordt voor Hem klaar gemaakt. Lazarus is er ook, hij ligt ook aan tafel. Zo aten de mensen toen, liggend op hun zij. En kijk, Martha is er ook. Ze zorgt ervoor dat al die mensen te eten krijgen.
Dan komt Maria binnen, met een kruik. Wat gaat zij nu doen? Ze loopt naar de Heere Jezus toe en knielt neer aan Zijn voeten. De kurk gaat van de kruik af en een heerlijke geur komt eruit. Dan giet ze de zalfolie uit de kruik over Jezus’ voeten heen. Niet zomaar een beetje, zoals gewoon was, maar de hele kruik leeg! Het hele huis raakt vol van de heerlijke geur van de zalfolie. Met haar lange haar maakt ze de voeten van de Heere Jezus weer droog.
Wat moet Maria veel van de Heere Jezus houden! Zo’n kruik vol zalfolie kost heel veel geld; zoveel dat een man er wel een jaarlang voor moest werken! Maria heeft de Heere Jezus zo lief, dat ze dat voor Hem over heeft.
Houd jij zo van de Heere Jezus? Dat je alles wat je hebt, wel aan Hem wil geven? Wij kunnen de Heere Jezus niet meer zo zien en aanraken als Maria. Maar wij kunnen wel ons hele leven, ons hart, aan Hem geven. Dan ben je niet meer van jezelf, maar dan hoor je bij de Heere Jezus. Vraag Hem maar of Hij je helpen wil om steeds weer alles wat je hebt en bent aan de Heere te geven!
‘Wat een verspilling!’ klinkt een boze stem. ‘Waarom is deze zalfolie niet verkocht? Het geld kan goed besteed worden aan de armen!’ Wie is er zo boos? Het is Judas, die de Heere Jezus zal verraden. Judas draagt het geld van de discipelen bij zich. Maar af en toe gebruikte hij wat geld voor zichzelf… Judas was een dief! Hij dacht dus niet aan de armen, maar aan zichzelf!
Zie je het verschil tussen Maria en Judas? Judas denkt alleen aan zichzelf, maar Maria denkt alleen maar aan de Heere Jezus. En jij?
Dan neemt de Heere Jezus het voor Maria op. ‘Zij heeft dit gedaan met het oog op Mijn begrafenis.’ Net zoals Maria nu Jezus’ voeten zalft, zal Jezus’ lichaam gezalfd worden als Hij gestorven is.
‘De armen zijn er altijd wel, maar Ik ben niet altijd bij jullie.’ Nee, de Heere Jezus gaat sterven. Straks, op het Paasfeest zal Hij gedood worden.
Dat willen de leiders van het volk ook. Zeker als ze merken dat er nog steeds veel mensen komen kijken naar Lazarus, die zo wonderlijk weer levend werd. Straks zullen al die mensen nog in die Jezus geloven…. Dat mag niet!
Maar het volk denkt er anders over. Zij zien Jezus als een Koning. Stel je voor dat Hij regeert in Jeruzalem, dan zal alles beter worden!
En als Jezus de volgende dag naar Jeruzalem gaat, staan de mensen Hem al op te wachten. Langs de weg staan ze klaar, met palmtakken in de handen, als teken van eerbied voor de Heere Jezus.
En ze lopen Hem tegemoet en roepen: ‘Hosanna! Gezegend is Hij Die komt in de Naam van de Heere. Gezegend is de Koning van Israël.’
De Heere Jezus wordt op een jonge ezel gezet, en zo rijdt Hij langs al die mensen die Hem toejuichen. ‘Hosanna voor de Koning!’
Wat een eerbied voor Jezus. Dat lijkt wel heel mooi… maar weet je wat deze mensen vergeten? Ze vergeten dat Jezus geen Koning in Jeruzalem wordt. Zij willen een aardse Koning, Die hen zal verlossen van de Romeinen. Een Koning Die hen aardse vrede geeft.
Maar daarvoor is Jezus niet gekomen. Hij is zeker Koning, nou en of! Maar Zijn Koninkrijk is in de hemel. En Hij geeft geen aardse vrede, maar vrede in het hart. Hij is een Koning die zal sterven. Sterven aan het kruis. Om zo voor ieder die in Hem gelooft, een plaats te maken in het Koninkrijk van de hemel.
Begrijp jij wat het verschil is tussen een koning op aarde en Jezus Die Koning in de hemel is? En weet jij hoe je bij dat Koninkrijk kunt horen?
De discipelen begrijpen het allemaal nog niet zo goed. Ze kunnen nog niet geloven dat hun Meester moet sterven. Maar als later de Heilige Geest in hun harten komt, dan begrijpen ze wat er hier gebeurde. Dan begrijpen ze dat het zo moest gebeuren, omdat het in de Bijbel staat. Dan begrijpen ze waarom de Heere Jezus moest sterven. Omdat ook zij anders nooit in de hemel kunnen komen. Geloof jij dat ook?
De Farizeeën geloven er niks van. Zij willen maar één ding: deze Jezus doden! Straks zal iedereen Hem nog volgen, en niemand meer naar hen luisteren. Dat moeten ze voorkomen!

Slotzin
Zo zie je twee soorten mensen: Maria die gelooft, en Judas die niet wil geloven. De discipelen die hun Meester volgen, en de Farizeeën die Hem willen doden. Gelovigen en ongelovigen, bij wie hoor jij?

Gesprek
Spreek door over deze laatste vraag ‘Bij wie hoor jij?’ Hoe wordt je een ‘gelovige’?
Wat deed Maria? Wat vind je daarvan? Kun je Judas begrijpen?
Wat riepen de mensen Jezus toe? Wat betekent dat? Hoe is Jezus Koning? Hoe kan Hij ook Koning in jouw leven zijn?

Samenvatting
Jezus is bij Martha, Maria en Lazerus die uit de doden is opgewekt. Maria neemt zeer kostbare narduszalf en zalft de voeten van Jezus en droogt ze met haar haren af. Judas, die de Heere verraden zal, vraagt waarom zij het geld niet voor de armen heeft bewaard. Hij vraagt dit omdat hij de kas beheert en er soms geld uit haalt voor zichzelf. De Heere zegt echter dat het is met het oog op Zijn begrafenis. De armen zullen ze altijd bij zich hebben, maar de Heere niet. De volgende dag rijdt de Heere op een jonge ezel Jeruzalem binnen. De menigte roept hem toe: 'Hosanna! Gezegend Hij Die komt in de Naam van de Heere, de Koning van Israël.' De Farizeeën willen zowel de Heere doden als Lazerus, omdat hij opgewekt was, maar ze zien dat ze niets bereiken, want het volk loopt achter de Heere aan.

Vragen