Bijbelgedeelte: 1 Samuël 9 en 10:1-16

Context
De profeet Samuël is oud geworden. Het volk Israël wil graag een koning hebben, zoals de volken om hen heen.

Kerntekst
1 Samuël 10:1 Toen nam Samuël een oliekruik, en goot ze uit op zijn hoofd en kuste hem, en zeide: Is het niet alzo dat de HEERE u tot een voorganger over Zijn erfdeel gezalfd heeft?

Doelstellingen

De kinderen kennen de geschiedenis van de eerste koning van Israël.
Ze zien Gods voorzienigheid en Zijn leiding in het leven van Saul.
Ze leren wat het werk van een profeet is: Gods wil en woorden bekend maken.
Ze zien Gods trouwe zorg voor Zijn volk Israël en leren dat God zo ook voor ons zorgt.

Zingen
Psalm 93:1; 99:1,5; 139:1,2
UMK - Saul, hij zoekt de ezelinnen
ZB - God is getrouw, Zijn plannen falen niet / Op bergen en in dalen / Zoekt eerst het Koninkrijk van God

Geloofsleer
HC zondag 10 - De voorzienigheid
HC vraag 31 - Waarom is Hij Christus, ‘Gezalfde’, genaamd?
HC zondag 39 - Het vijfde gebod
NGB art. 13 - De voorzienigheid

Introductie
Het is Prinsjesdag. Niels gaat met zijn klas naar den Haag. Ze moeten vroeg weg om een goed plekje te krijgen. Het wachten duurt lang, maar dan eindelijk…daar komt de koets met de paarden ervoor. Iedereen staat op z’n tenen om een glimp op te vangen van de koningin. Niels staat goed vooraan. Hij ziet de koningin zwaaien en ook prins Willem-Alexander. Hij wordt over een poosje koning in ons land, weet Niels. Maar wanneer? Dat weet alleen de koningin! Het volk Israël heeft nog geen koning en er is ook niemand die weet wie koning zal worden. Niemand? Ja toch, de profeet Samuël weet het, omdat God het hem heeft gezegd…

Beginzin
Twee mannen lopen door het land Efraïm. Ze zoeken ie

Vertelschets

Die ene man, de langste, is Saul, de zoon van Kis. Samen met een knecht is hij op zoek naar ezelinnen die van huis zijn weggelopen. Zie je hoe Saul gehoorzaam is aan zijn vader?
Ze zoeken overal. Al drie dagen lang zijn ze onderweg om te zoeken, maar de ezelinnen vinden ze niet.
‘Laten we terug gaan naar huis’, zegt Saul, ‘straks wordt mijn vader ongerust.’ De knecht heeft een ander plan. ‘Laten we eerst naar die stad gaan, daar woont een profeet van God. Misschien weet hij waar we de ezelinnen moeten zoeken.’
Saul vindt het goed. ‘Maar wat moeten we hem geven? We hebben geen geschenken.’
‘Ik heb nog wat geld’, zegt de knecht, ‘dat kunnen we geven’.
Saul en de knecht komen bij de stadspoort. ‘Is de ziener, de profeet, in de stad?’ vragen ze.
‘Ja, ga maar snel dan zult u hem nog ontmoeten. Hij gaat straks op de hoogte een offer brengen voor het volk en met hen eten. Loop snel door, dan vindt u hem nog wel.’
Haastig lopen Saul en de knecht de stad in. En…ze ontmoeten Gods profeet. Samuël heet hij.
De Heere heeft tegen Samuël gezegd dat er een man bij hem zal komen uit het land van Benjamin. Samuël moet hem tot koning zalven over Israël. Hij zal het volk verlossen van de Filistijnen.
Nu ontmoeten Saul en Samuël elkaar en God zegt tegen Samuël: ‘Dít is de man die koning zal zijn over Mijn volk.’
Zie je hoe wonderlijk God alle dingen bestuurt? Het is niet ‘toevallig’ dat Saul en Samuël elkaar tegenkomen.
Saul weet nog niet dat het Samuël is, hij vraagt: ‘Kunt u mij het huis van de profeet aanwijzen?’
‘Ik bén de profeet’, zegt Samuël. ‘Loop met mij mee naar de hoogte en eet met mij, dan kunt u morgen verder reizen. De ezelinnen van uw vader zijn gevonden, daar hoeft u niet ongerust over te zijn. En zal al het goede in Israël niet van u en van het gezin van uw vader zijn?’
Saul begrijpt niet wat Samuël bedoelt, maar hij merkt wel dat Samuël een profeet is. Hij weet zomaar dat de ezelinnen al gevonden zijn!
De mannen worden in een kamer gebracht waar de offermaaltijd zal zijn. Ze mogen aan het hoofd van de tafel zitten, de belangrijkste plaats.
Samuël zegt tegen de kok: ‘Breng nu maar het grote stuk vlees dat u bewaard hebt.’
De kok komt met een groot stuk vlees en geeft het aan Saul. Iedereen aan tafel ziet dat hij een belangrijke man is. Saul zelf begrijpt het niet, waarom doet de profeet dit?
Die nacht slaapt Saul met zijn knecht in de stad. De volgende morgen maakt Samuël hem wakker. Samen gaan ze op weg. Bij de stadspoort zegt Samuël: ‘Laat de knecht doorlopen, maar blijft u hier staan, ik zal u Gods woord doen horen.’
Dan pakt Samuël een oliekruik en giet de olie uit op het hoofd van Saul. Hij geeft hem een kus en zegt: ‘De Heere heeft u gezalfd tot koning over Zijn volk!’ Wat bijzonder, Saul is nu een ‘gezalfde des Heeren’!
Opnieuw laat Samuël merken dat hij een profeet is. Hij vertelt Saul drie dingen die onderweg zullen gebeuren. Daaraan kan hij zien dat God hem tot koning heeft gezalfd.
Bij het graf van Rachel zal hij twee mannen tegenkomen, die zullen zeggen dat de ezelinnen gevonden zijn en dat zijn vader bezorgd over hem is.
Verderop zal hij drie mannen tegenkomen die gaan offeren in Bethel. Ze hebben drie broden en drie bokjes bij zich en een fles wijn. Ze zullen vragen aan Saul hoe het met hem gaat en hem twee broden geven. Het is een eerbetoon.
Daarna zal hij op de heuvel van Gibeon komen. In de stad zal hij profeten zien die muziek maken op tamboerijnen en fluiten. Ook zingen ze tot eer van God. Dan zal de Heilige Geest over Saul komen en hij zal zelf ook profeteren. Saul zal een ander mens worden!
Dan mag Saul verder reizen, God zal met hem zijn. Hij moet goed luisteren naar de Heere en doen wat Hij wil. God vraagt gehoorzaamheid, ook als hij gaat vechten tegen de Filistijnen. Als het volk bij elkaar komt om brandoffers en dankoffers te brengen, moet Saul zeven dagen wachten op Samuël, want de profeet zal hem Gods wil bekend maken.
Saul neemt afscheid van Samuël. Onderweg gebeurt alles precies zoals het is voorzegd. Hij ontmoet mannen bij het graf van Rachel, krijgt twee broden van de mannen die gaan offeren. En bij de heuvel van Gibeon ontmoet hij profeten die muziek maken en zingen.
Op dat moment voelt Saul dat er iets verandert in zijn leven, de Geest van de Heere komt over hem. Saul gaat ook profeteren!
Iedereen die er bij staat en ervan hoort is verbaasd. ‘Hoort Saul dan ook bij de profeten?’ Dit hadden ze nooit van hem verwacht.

Slotzin
God gaat Saul klaarmaken voor het werk dat straks op hem wacht, Hij geeft hem alles wat hij nodig heeft om een goede koning van Israël te zijn!

Gesprek
Waaraan kun je merken dat Samuël een profeet is? Wat doet een profeet?
Is het toevallig dat Saul de profeet Samuël tegenkomt? Gebeuren er vandaag dingen ‘toevallig’?
Wat betekent het dat Saul door Samuël gezalfd wordt?
Waaraan merk je dat de Heilige Geest over Saul komt? Kan de Heilige Geest ook in ons komen? Hoe dan?

Samenvatting
Saul gaat met een knecht op zoek naar de ezelinnen van zijn vader. Ze vinden ze niet en de knecht stelt voor om
de man Gods, Samuël, om advies te vragen. Als ze in de stad komen, blijkt dat Samuël een grote maaltijd bereid heeft. De Heere heeft Samuël voorzegd dat Saul zou komen. Samuël zegt dat de ezelinnen gevonden zijn. Saul wordt uitgenodigd voor de maaltijd en blijft tot de volgende dag. De volgende morgen zalft Samuël Saul tot koning over Israël. Hij vertelt hem wat er die dag zal gebeuren: Saul zal profeten tegen komen en ook zelf profeteren. De Heere zal met hem zijn. Het gebeurt zoals Samuël gezegd heeft.

Vragen