Bijbelgedeelte: Handelingen 18:23 tot 19:20

Context
In Korinthe verblijft Paulus bij de Jood Áquila en zijn vrouw Priscilla. Paulus werkt samen met Áquila als tentenmaker (Handelingen 18:2, 3). Paulus predikt elke sabbat in de synagoge dat Jezus de Messias is. Er komen veel heidenen tot geloof. Als er een nieuwe stadhouder komt in Korinthe wordt Paulus door de Joden ervan beschuldigd dat hij de wet van God wil afschaffen. De stadhouder bemoeit zich er niet mee. Na enige tijd vertrekt Paulus en neemt Áquila en Priscilla mee. In Efeze laat Paulus hen achter. Zelf reist hij door naar Antiochíë.

Kerntekst
Handelingen 19:18 Velen dergenen die geloofden, kwamen, belijdende en verkondigende hun daden.

Doelstellingen

Ze horen dat de Heilige Geest het geloof wil werken uit genade.
Ze leren dat ze niet zomaar de naam Jezus mogen noemen.
Ze leren hoe ze Gods Naam wel mogen gebruiken.

Zingen

Psalm 124:4; 72:10, 11; 140:1, 4; 142:7
ZB - Heer’, ik kom tot U / Heer’, ik hoor van rijke zegen / Leer mij Uw weg, o Heer’ / O Heil’ge Geest Die levend maakt

Geloofsleer

HC vraag 72 - Doopwater wijst op Christus
HC vraag 65 - De Heilige Geest werkt het geloof
HC Zondag 36 - Het derde gebod
HC vraag 127 - De zesde bede
NGB art. 34 - Eén Doop

Introductie
‘Waar God een kerk sticht, daar bouwt de duivel een kapel.’ Wat wordt er met dit spreekwoord bedoeld? Waaraan merk je dat de duivel er is? Hoe werkt de duivel? Juist daar waar de prediking van het Evangelie door God wordt gezegend zit de duivel ook niet stil.

Beginzin
‘Bekeert u en geloof in de Messias die komt!’ Gedreven door de Heilige Geest preekt Apollos in de synagoge van Efeze. Zijn boodschap was dezelfde boodschap als die van Johannes de Doper.

Vertelschets

De Joden Áquila en Priscilla zijn ook in de synagoge. Ze horen Apollos prediken. Ze vertellen aan Apollos het Evangelie dat Jezus van Nazareth de beloofde Messias is. Hij is gekomen!
Apollos gaat naar Korinthe en verkondigt daar (vanuit de Schriften) aan de Joden dat Jezus de beloofde Messias is.
De Heilige Geest werkt in het hart van veel Joden! Uit genade geeft de Heilige Geest het geloof in de Heere Jezus.
Paulus komt tijdens zijn derde zendingsreis weer in de stad Efeze. Hij vindt een groepje van twaalf discipelen, heidenen die tot geloof zijn gekomen. Paulus vraagt aan hen: ‘Hebben jullie de Heilige Geest ontvangen?’ Paulus bedoelt hiermee: ‘Hebben jullie de bijzondere, zichtbare Geestesgaven ontvangen?’
De discipelen zeggen tegen Paulus dat ze niet weten dat er een Heilige Geest is. Ze zijn gedoopt in de doop van Johannes.
Paulus legt aan de discipelen uit dat Johannes doopte met de oproep tot bekering, maar ook erop wees om te geloven in Jezus Christus Die na hem zou komen.
Na dit onderwijs worden de mannen gedoopt in de Naam van Jezus. Paulus legt hen de handen op en ze ontvangen de bijzondere Geestesgaven. Ze spreken namelijk in andere talen en profeteren. Dat werkt de Heilige Geest.
Paulus verkondigt het Evangelie drie maanden in de synagoge. Er zijn mensen die niet willen luisteren, zich verharden tegen het Evangelie. Ze vervloeken Christus, willen niet over Hem horen. Paulus preekt daarom niet meer in de synagoge, maar in de school (in een zaal) van een man die Tyrannus heet. Wel twee jaar lang verkondigt Paulus hier het Evangelie.
Kijk eens wat daar gebeurt. Op een zieke man wordt een zweetdoek (dat is een soort zakdoek) gelegd die door Paulus gebruikt is. En de zieke wordt direct gezond! Door een gebruikte zweetdoek van Paulus wordt een bezetene beter. Wat een bijzondere wonderen! Waarom gebeurt dit? God bevestigt met deze wonderen dat Paulus de waarheid verkondigt.
Maar de duivel zit ook niet stil! In de Bijbel lezen we over zeven duivelbezweerders, zonen van Sceva. Sceva was een Joodse overpriester. Deze mannen zijn dus eigenlijk ook priesters. Maar ze dienen God niet.
Ze trekken het land door en zeggen dat ze de duivel kunnen uitwerpen. Daar staan die zeven mannen bij een bezetene. Een bezetene is een mens die helemaal onder de macht de duivel staat. De duivelbezweerders zeggen tegen de boze geest: ‘Wij bezweren u bij Jezus, Dien Paulus predikt’.
Wanneer noem jij de naam Jezus? Ben je je ervan bewust hoe heilig en groot God is?
Denk je erbij na als je aan het einde van je gebed zegt ‘om Jezus wil, amen’?
Zijn Naam is Jezus: ‘Want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden’. Heb jij Hem nodig? Of ben je zo druk met andere dingen, je hobby’s, vrienden, familie, school… dat je geen tijd vrij maakt om deze Heere Jezus echt te leren kennen?
Hoor wat de boze geest tegen die duivelbezweerders zegt: ‘Jezus ken ik en Paulus weet ik; maar gijlieden, wie zijt gij?’ De boze geest kent de macht van Jezus en van Paulus. Maar hij raakt niet onder de indruk van wat deze duivelbezweerders tegen hem zeggen.
Kijk eens wat er gebeurt! De mens in wie de boze geest is, valt de zeven duivelbezweerders aan. Hij grijpt hen vast aan hun kleren. Hij overmeestert zelfs die zeven mannen. Ze rennen naakt en gewond het huis uit.
Hoe is dit mogelijk? De zonen van Sceva noemen toch de Naam van Jezus? Is de Heere Jezus dan niet machtig? Deze mannen noemen zomaar Zijn Naam, Jezus, zonder eerbied. Ze gebruiken de naam van Jezus om eigen macht te vergroten. Ze dienen Jezus niet. Daarom konden ze deze duivel, boze geest niet uitwerpen.
De Joden en Grieken in Efeze horen het van elkaar. Heb je het al gehoord wat er gebeurd is met de zonen van Sceva? Ze zeggen tegen elkaar: Wat is de Heere Jezus machtig! Hij is machtiger dan de boze geesten.
Er is geen zonde voor God te groot! Het bloed van Jezus Christus reinigt van alle zonden. God kan ook jouw zonden vergeven!
Er komen veel mensen tot geloof. Ze geloven niet alleen dat Jezus almachtig is, ze belijden ook eerlijk hun zonden. Hun ogen worden geopend, ze zien wat zij verkeerd hebben gedaan. God eist volkomen gehoorzaamheid.
Maar deze mensen zeggen het niet alleen, ze laten het ook zien dat ze veranderd zijn. Ze komen tot bekering. Iedereen kan het zien. Er wordt een vuur gemaakt. De mensen die tot geloof zijn gekomen gooien hun dure verkeerde papyrusrollen en perkamenten met magische formules en toverspreuken in het vuur. Niemand anders mag deze boeken in handen krijgen.
Het aantal gelovigen groeit in de stad. De Heere werkt door. Er buigen steeds meer mensen voor het Woord van God.

Slotzin
Ook nu nog is God de almachtige! Buig toch voor het Woord van God, voor Hem neer.

Gesprek

De duivelbezweerders noemden de Naam van Jezus wel, maar geloofden niet in Hem. Wat bedoelt de Heere God in het 3e gebod: ‘Gij zult den Naam des HEEREN uws Gods niet ijdellijk gebruiken’?
Wat verbiedt God in dit gebod?
Hoe mogen we wel de Naam van God gebruiken? (Zie HC Zondag 36 vraag 99)

Samenvatting
Paulus vertrekt uit Antiochië voor een derde zendingsreis. Zoals beloofd gaat hij naar Efeze. Daar heeft hij Aquila en Priscilla op de vorige reis achtergelaten. Zij horen daar ene Apollos uit Egypte preken. Hij kent alleen nog maar de leer van Johannes de Doper. Apollos vertelt dat de Messias op het punt staat te komen. Aquilla en Pricilla onderwijzen hem dat de Messias al gekomen is. Apollos wil daarop naar Korinthe reizen om daar Christus te verkondigen. Ondertussen is Paulus in Efeze. Hij treft daar twaalf discipelen van Christus aan. Hij vraagt of zij ook de bijzondere gaven van de Geest ontvangen hebben. Zij hebben daar nog nooit van gehoord. Paulus legt hun de handen op en zij ontvangen bijzondere Geestesgaven. In Efeze zijn zeven duivelbezweerders, zonen van Sceva. Ze gebruiken de naam van Jezus om eigen macht te vergroten. Ze dienen Jezus niet.

Vragen