Bijbelgedeelte: 2 Koningen 4:8-37

Context
Elisa is Elia opgevolgd als profeet. In het eerste gedeelte van hoofdstuk 4 wordt beschreven hoe een weduwe door een wonder de schuldheer kan betalen.

Kerntekst
2 Koningen 4:35 Daarna kwam hij weder, en wandelde in het huis eens herwaarts, en eens derwaarts, en klom weder op en breidde zich over hem uit; en de jongen niesde tot zevenmaal toe; daarna deed de jongen zijn ogen open.

Doelstellingen

• De kinderen zien het belang van een heilige levenswandel, Elisa valt op als een man van God
• Ze zien hoe de vrouw gezegend wordt vanwege haar zorg voor Gods knecht.
• De kinderen horen hoe de vrouw met haar nood naar de profeet, en daarmee ook naar God Zelf gaat.
• Ze zien dat God machtig is op het gebed een dode op te wekken.

Zingen
Psalm - 1:4, 30:8, 31:1, 34:2, 77:6,7, 116:1, 141:1
OMK - Jezus zegt ons: Schijn
UAM - Neem mijn leven / Beveel gerust uw wegen

Geloofsleer

• HC zondag 10 - Over de voorzienigheid Gods
• HC zondag 32 - Over de goede werken

Introductie
Ken jij iemand in je omgeving die echt opvalt? Je mag er even over nadenken…
Waarom valt die persoon je op? Door zijn uiterlijk of karakter, door zijn kleding misschien?
In het verhaal van vandaag gaat het ook over iemand die ‘opvalt’. Hij valt op door zijn heiligheid!
Ik kom hier na de vertelling nog even op terug.

Beginzin
‘Wilt u wat brood bij ons eten?’ De profeet Elisa kijkt op. Hij is op reis door de vlakte van Jizreël, vlakbij de plaats Sunem. Naast hem staat een vrouw die hem vriendelijk uitnodigt in haar huis voor de maaltijd.

Vertelschets

• Elisa gaat op de uitnodiging in en gebruikt de maaltijd samen met de vrouw en haar man.
• Elisa komt vaker in Sunem als hij op doorreis is. Als profeet doet hij zijn werk op de berg Karmel, zijn ouderlijk hu staat in Abel-Mehola. Elke keer mag hij aan tafel aanschuiven bij deze vrouw.
• Uit de Bijbel weten we dat ze rijk is. Het is mooi om te zien dat ze haar rijkdom delen wil met Gods knecht!
• Ze biedt aan om op het platte dak van hun huis een kamer te maken voor Elisa, waar hij de nacht kan doorbrengen als hij op reis is.
• De vrouw heeft gezien dat hij een man Gods is. Elisa valt op door zijn ‘heilige’ levenswandel, toegewijd aan de dienst van God.
• Zeggen de mensen dat ook van jou: ‘Je kunt zien dat hij of zij bij God hoort!’
• Elisa is dankbaar voor dit ‘profetenkamertje’ waar hij regelmatig gebruik van maakt.
• Graag wil hij zijn dankbaarheid laten zien. Kan hij misschien een goed woordje voor de vrouw doen bij de koning? Op de vraag van Elisa antwoordt ze dat het niet nodig is. ‘Ik woon tussen mijn familieleden en er zijn geen moeilijkheden.’
• Gehazi, de knecht van Elisa weet echter wat deze vrouw verlangt: een zoon. In Israël is het belangrijk om een zoon te hebben. Hij kan voor zijn ouders zorgen als ze oud geworden zijn. Misschien zal hij zelfs de Messias zijn..
• Elisa roept de vrouw bij zich en belooft haar uit naam van God een zoon.
• De vrouw durft het bijna niet te geloven. ‘Geef me geen valse hoop’ zegt ze.
• Maar wat Elisa voorzegt gebeurt. Na een jaar is ze de trotse moeder van een zoon. Een geschenk van God!
• De vrouw wordt gezegend. Zij die goed deed aan Gods knecht, ontvangt nu deze zegen van God.
• Op een dag gebeurt er iets ergs..De jongen is bij zijn vader die op het land werkt met de maaiers. Plotseling begint de jongen te huilen en rent hij naar zijn vader. ‘Mijn hoofd doet zo’n pijn!’ roept hij.
• Snel roept zijn vader een knecht die de kleine jongen in zijn armen draagt en bij zijn moeder brengt.
• Wat schrikt de moeder als ze ziet hoe haar kind thuis wordt gebracht. Ze neemt hem op schoot en probeert hem te troosten.
• Die middag sterft de jongen. Haar zoon die ze als een kostbaar geschenk uit Gods hand heeft ontvangen… Nu heeft ze een dode zoon in haar armen. Wat een onuitsprekelijk verdriet! Wie kan haar troosten?
• Ze draagt de dode jongen naar de kamer van de profeet Elisa en legt hem op het bed. De deur doet ze op slot. Is ze misschien bang dat haar man de jongen al zal begraven als hij hem vindt?
• Ze vraagt haar man een knecht te sturen met een ezelin, omdat ze zo snel mogelijk naar de profeet wil.
• Haar man vindt het vreemd. Het is toch geen sabbat of eerste dag van de maand? Op die dag is het gebruikelijk dat mensen die de Heere dienen naar de profeet gaan.
• ‘Het zal goed zijn’, antwoordt ze, ‘laat me nu maar gaan.’
• Zo gaat ze op weg naar de man Gods, een tocht van zo’n 25 kilometer. De knecht moet de ezelin aansporen, ze heeft haast!
• Naar wie ga jij als je verdriet hebt of als er dingen gebeuren die je moeilijk vindt? Misschien bespreek je het met je ouders, het is fijn als dat kan. Zij zullen misschien ook met je, of vóór je bidden. Onthoudt dat je altijd met je verdriet of vragen naar God mag gaan!
• Bij Elisa aangekomen grijpt ze zijn voeten, Elisa mag niet weggaan voor hij naar haar heeft geluisterd. Gehazi wil haar wegjagen, maar Elisa verbiedt het. ‘Laat haar, ze heeft verdriet.’
• ‘Heb ik u soms om een zoon gevraagd?’ zegt de vrouw. ‘Heb ik niet gezegd dat u me geen valse hoop moest geven?’
• Elisa begrijpt dat de vrouw verdriet heeft om haar zoon. Hij beveelt Gehazi
• zijn staf te nemen en snel naar de jongen te gaan. Onderweg mag hij niemand groeten. De staf moet hij op de jongen leggen, misschien wil de Heere dit middel gebruiken om wonderen te doen.
• De vrouw neemt daar geen genoegen mee. ‘Ik ga niet weg zonder u’, zegt ze tegen Elisa. Dan gaat Elisa met haar mee.
• Onderweg komen ze Gehazi tegen. ‘De jongen is niet wakker geworden’, is zijn boodschap.
• Elisa gaat zelf het huis in en ziet de dode jongen op het bed. Hij gaat de kamer binnen en doet de deur op slot. Elisa bidt tot God om een wonder.
• Dan gaat hij boven op de jongen liggen, met zijn mond op zijn mond, zijn ogen op zijn ogen en zijn handen op zijn handen. Zo strekt hij zich over het kind uit tot het lichaam weer warm wordt..
• Nóg een keer gaat Elisa op de jongen liggen…en God geeft de jongen zijn levensadem terug, God is machtiger dan de dood! Hij niest zeven keer en opent zijn ogen.
• De moeder wordt erbij geroepen en als de vrouw de kamer binnenkomt valt ze aan Elisa’s voeten neer en buigt ze diep voorover. Wat voelt ze zich klein..

Slotzin
Opnieuw mag ze haar zoon omhelzen en in haar armen dragen. Wat is ze dankbaar voor dit grote Godswonder!

Gesprek
Wat is een heilige leven? Denk je dat het andere mensen opvalt dat jij bij de Heere hoort?
Probeer met elkaar eens vraag en antwoord 86 van de HC. te lezen. Begrijp je wat hier gezegd wordt over ‘het doen van goede werken’?
Hoe kunnen wij onze rijkdom delen met anderen? | Samenvatting: In Sunem wordt Elisa uitgenodigd voor een maaltijd. De mensen maken zelfs een kamer voor hem waar hij kan verblijven. Elisa mag de vrouw verkondigen dat ze een zoon zal krijgen. Na een aantal jaar wordt die jongen ernstig ziek en sterft. Zijn moeder legt hem op Elisa's bed en gaat de profeet halen. Elisa stuurt zijn knecht Gehazi naar het huis, maar de jongen is gestorven. Elisa gaat de kamer binnen en bidt tot God. Hij gaat op de jongen liggen en de jongen wordt warm. Dan bidt hij weer, en gaat nog een keer op de jongen liggen. De jongen niest zeven keer; hij leeft! Zo krijgt deze vrouw haar zoon weer terug. | Vragen: 1. Wat doet de sunamietische vrouw voor Elisa? 2. Welke belofte mag Elisa haar dan geven? 3. Wat gebeurt er met het kind? 4. Hoe komt de jongen weer tot leven? 5. Wat leer je hiervan over de macht van de Heere?