Bijbelgedeelte: Genesis 41

Context
Het is al twee jaar geleden dat de schenker en de bakker uit de gevangenis zijn gehaald. De schenker is in ere hersteld, de bakker is opgehangen. Jozef zit nog steeds in de gevangenis.

Kerntekst
Genesis 41:41 – Zie, ik heb u over gans Egypteland gesteld

Doelstellingen

De kinderen begrijpen dat Jozef een belangrijke functie krijgt na zijn verblijf in de gevangenis.
Ze beseffen dat hij een type is van de Heere Jezus.
Ze begrijpen dat God alles naar Zijn plan uitvoerde.

Zingen
Psalm 118:13; 72: 5,6; 2:6; 138:3
ZB - Grote God, wij loven U / Lof zij de Heer’
UAM - God in den hoog’alleen zij eer / Dankt, dankt nu allen God / U zij de glorie

Geloofsleer
HC vraag 27 - Gods voorzienigheid
HC vraag 37 - Jezus’ vernedering
HC vraag 45 - Jezus’ verhoging
NGB art. 13 - De Heere regeert

Introductie
Vertel aan de kinderen over de rivier de Nijl. Het is de belangrijkste rivier in Egypte. In augustus en september overstroomt deze het land. Maar dat vinden de Egyptenaren helemaal niet erg. Als het water in september weer terugzakt, blijft er modder op het land liggen. Die maakt de grond vruchtbaar, het graan groeit er heel goed van. Deze Nijlmodder is net als mest bij ons.

Beginzin
Dat is vreemd! Er komt een koe uit de Nijl gelopen. Het is een prachtig, glanzend dier. Na haar komen er nog zes koeien uit het water.

Vertelschets

Het is een prachtig gezicht. Maar dan komt er weer een koe. Een lelijke, magere koe. Net of ze ziek is. En daar zijn er ook zeven van. Een droom.
De Farao kijkt verschrikt als hij ziet wat er gebeurt. Die zeven lelijke, magere koeien eten die prachtige, vette koeien op!
Maar het is nog niet afgelopen. Even later ziet hij zeven graanhalmen. Mooie, volle graanhalmen, die krom hangen van zwaarte. En dan gebeurt weer hetzelfde. Er groeien zeven magere halmen en ze eten die mooie, dikke halmen op.
Wonderlijk! Farao wordt wakker; het was een droom, maar hij voelt zich angstig. Wat heeft dit te betekenen? Hij kleedt zich snel aan. ‘Laat alle tovenaars naar het paleis komen!’
‘Ik heb zó vreemd gedroomd! Twee verschillende dromen, maar ze leken erg veel op elkaar.’ ‘Vertel het ons maar, o Farao.’
Het wordt heel stil in het paleis. De tovenaars kijken bang naar de grond. Niemand weet wat deze droom betekent. Dan klinkt er een stem: ‘Ik denk ineens weer aan mijn zonde, Farao. Toen ik, samen met de bakker, in de gevangenis was, heb ik ook gedroomd. Een Hebreeuwse jongen legde onze droom uit. Wat hij zei, gebeurde. De bakker werd opgehangen en ik, de schenker, kwam vrij.’
‘Laat die Jozef hierheen komen!’ Een paar knechten gaan haastig naar de gevangenis. De zware deuren gaan open, Jozef wordt naar buiten gebracht. Ze nemen hem mee, ze wassen en scheren hem; hij krijgt schone kleren.
Jozef was vernederd, gevangen gezet. Aan die jaren van verdriet komt nu een eind. De Heere zal Jozef gebruiken om de Israëlieten te helpen, te redden. Heel veel jaren later werd de Heere Jezus gevangen genomen en gekruisigd. Hij stierf en de Zoon van God werd in een graf gelegd. Maar Hij is opgestaan. Hij leeft! Hij redde Zijn kinderen van de eeuwige dood.
Daar staat Jozef voor Farao. Hij luistert naar de dromen. Hij zal wel vol ontzag naar de machtige Farao op zijn hoge troon hebben gekeken. Toch durft hij te spreken. ‘Ik kan geen dromen uitleggen, Farao, maar God zal ze u uitleggen.’ Farao heeft een heleboel goden: de zon, de Nijl, het vee. Maar de God van Jozef kent hij niet.
En jij? Ken jij Jozefs God? Met je hart? Geloof je dat Jezus voor jóu wilde sterven en opstaan uit de dood? Dank Hem er voor. Bid Hem om dat geloof. Hij deed het niet zomaar. Hij deed het om zondaren te redden van de zonde en de dood!
‘De twee dromen betekenen precies hetzelfde’, zegt Jozef. ‘Dat u het twee keer droomde, wil zeggen dat de Heere het zéker zal doen en dat hij het snel zal doen. Het getal zeven betekent zeven jaren. Eerst komen zeven goede jaren van overvloed en voorspoed. Er zal veel graan groeien. Maar dán zullen er zeven jaren van honger komen. De Nijl zal níet overstromen en er groeit niets op het land. De mensen zullen honger lijden.’
‘Als ik u een raad mag geven, Farao, zoek dan een wijze man, die het land kan regeren. Een deel van het koren moet u apart houden en opslaan, zodat er wat over is als de magere jaren komen. Laat graanschuren bouwen om al dat graan te bewaren.’
De Heere zorgt dat de Farao heel zeker weet dat Jozef de waarheid spreekt. Hij gelooft hem.
Jozef praatte vrijmoedig over de Heere. Hij vertelde dat God alleen dromen uit kan leggen, dat Hij almachtig is. Zo mag jij ook over de Heere spreken als er de gelegenheid voor is.
‘We kunnen niemand vinden die beter geschikt is om dit plan uit te voeren, dan deze man, Jozef’, zegt Farao. ‘Hij moet onderkoning worden!’ Farao geeft Jozef zijn eigen ring en een gouden halsketting. Hij krijgt prachtige kleren en voortaan reist hij in een mooie wagen van Farao. Hij maakt plannen en zet de mensen aan het werk. Er moet veel worden gedaan voordat de hongersnood komt.
Jozef krijgt een nieuwe naam: Zafnath Paänéah. Farao laat hem trouwen met Asnath, ze is de dochter van een belangrijke Egyptenaar. Ze krijgen twee zoons: Manasse en Efraïm. ‘De Heere heeft mij al mijn verdriet doen vergeten’ en ‘Hij heeft mij doen groeien in het land waar ik gevangen zat’, betekenen die namen.

Slotzin
De Heere liet Zijn macht in Egypte zien. Hij zal altijd Zijn plan uitvoeren. Hij zal altijd Zijn belofte houden. Jozef moest verlost worden uit de gevangenis. Jakob en zijn zonen moesten gered worden. Het volk Israël moest groot worden. Zó is de Heere. Hij is Jozef niet vergeten. Hij vergeet niet één van Zijn kinderen.

Gesprek

Wat vind je van de schenker? Heeft hij woord gehouden? Wat is het verschil tussen Jozef en de tovenaars? Waarom werd Jozef onderkoning en niet een belangrijke Egyptenaar?
Wat is bij Jozef en Jezus hetzelfde?
Heb jij wel eens gedroomd? Laat de kinderen iets van hun dromen vertellen. Wat is het verschil tussen dromen in de tijd van de Bijbel en nu?

Samenvatting
De Farao is de koning van Egypte. Op een nacht droomt hij dat zeven vette koeien worden opgegeten door zeven magere koeien. Later droomt hij dat zeven dikke korenaren opgegeten worden door zeven lege aren. De koning wil de betekenis van de dromen weten, maar niemand kan hem die vertellen. Opeens denkt de schenker weer aan Jozef. Knechten halen hem uit de gevangenis en Jozef zegt dat God hem de betekenis van de dromen verteld heeft. Er komen zeven goede jaren en daarna zeven slechte jaren. Er zal hongersnood zijn. Jozef mag nu schuren bouwen om koren in te bewaren. Hij wordt de onderkoning.

Vragen