Bijbelgedeelte: Handelingen 8:26-40

Context
We bevinden ons middenin het krachtdadige werk
van de uitgestorte Pinkstergeest. Er is een levende gemeente in Jeruzalem ontstaan. Naast de apostelen zijn er zeven diakenen verkozen. Eén van hen, Stefanus, is gedood door de Joden. Maar het werk Gods gaat door. Door de felle vervolging verspreidt het Woord zich razendsnel vanuit Jeruzalem naar Samaria en dan ook naar de heidenen.

Kerntekst
Handelingen 8:37b: Ik geloof, dat Jezus Christus de Zoon van God is.

Doelstellingen

De kinderen zien hoe de Heilige Geest werkt
Daarnaast zien ze wat het geloof in de Heere Jezus Christus uitwerkt

Zingen

Psalm 72:6,10,11; 87:3,4; 98:1
ZB - Jezus, leven van mijn leven
UMK - Een zwarte man uit Afrika

Geloofsleer

HC, zondag 26, 27 - De doop
NGB, art.22 - De rechtvaardiging door het geloof
DL 3/4, art. 12 - De wedergeboorte

Introductie
Misschien heb je wel eens een zendingsbijeenkomst meegemaakt. Dan komt er iemand vertellen over het werk van de zending: andere mensen vertellen over de Heere Jezus. En het kan zijn dat je denkt dat zulk werk altijd ‘ver weg’ gebeurt. Toch hoeft dat niet zo te zijn. Vandaag horen we van iemand die in opdracht van de Heere het Woord gaat vertellen aan een ‘buitenlander’, maar dan wel in zijn eigen land.

Beginzin
Het is rustig op de weg van Jeruzalem naar Gaza, door het bergland van Judea. Geen wonder, want deze weg is nu eenmaal niet de meest snelle verbinding. De meeste mensen kiezen voor de andere, de snellere weg. Maar wacht, daar gaat toch wat. Zo te zien een belangrijk gezelschap. Een buitenlandse reiswagen, vergezeld van een aantal dienaren. Hoe komt die hier terecht? Zijn ze soms verdwaald?

Vertelschets

Op de eenzame, woeste, weg van Jeruzalem naar Gaza rijdt een reiswagen. Het is een Moorman, uit Morenland, Ethiopië. Hij heeft een hoge functie aan het hof van de Candacé, de koningin van zijn land. Schatbewaarder, minister van financiën, is hij.
Toch is niet dit belangrijke werk dat hem werkelijk gelukkig maakt. Wellicht alleen al om het feit dat hij daardoor nooit een gezin zal kunnen stichten, hij is namelijk een ontmande en kan geen kinderen meer krijgen. Het geluk in zijn leven bestaat hieruit, dat hij de God van Israël heeft leren kennen. En daarom was hij naar Jeruzalem gegaan, om deze God te aanbidden.
Op deze zelfde weg is nog iemand te vinden. Filippus, één van de zeven diakenen uit Jeruzalem. Hij loopt hier niet toevallig. De Heere Zelf, door de engel des Heeren, heeft Filippus opdracht gegeven naar deze eenzame weg te gaan. En Filippus gaat, volledig gehoorzaam aan Gods opdracht.
De Moorman, hij heeft een deel van Gods Woord bij zich. Gekocht in Jeruzalem en vol belangstelling leest hij hardop uit deze boekrol van Jesaja.
Filippus, hij heeft de uitleg van Gods Woord bij zich. De Heilige Geest maakt hem daartoe bekwaam.
En deze twee mannen ontmoeten elkaar. Een ontmoeting, helemaal bepaald door de almachtige God. ‘Ga toe, en voeg u bij dezen wagen.’ Deze opdracht krijgt Filippus. Dat is maar goed ook, want als rechtgeaarde Jood had hij zich niet zomaar met een heiden bemoeid. De Heilige Geest maakt duidelijk dat het heil nu ook voor de heidenen gekomen is.
Daar loopt Filippus naar de reiswagen toe. Wie weet tot zijn verrassing, hoort hij de bekende woorden uit Jesaja. Maar lezen en begrijpen zijn twee verschillende zaken. ‘Verstaat gij ook, hetgeen gij leest?’ Hoe noodzakelijk is het dat het Woord van God wordt uitgelegd. De Moorman zegt het: ‘Hoe zou ik toch kunnen, zo mij niet iemand onderricht? Kom alstublieft bij mij op de wagen.’
Het wordt een kerkdienst in het klein, daar op die deftige reiswagen uit Ethiopië. Jesaja 53 gaat open in al haar rijkdom en Filippus mag vertellen over de Heere Jezus, Die als een lam zich vrijwillig gaf om geslacht te worden. Om zo de schuld weg te nemen.
Weet jij hier al vanaf? Niet alleen met je verstand, maar met heel je hart?
Ongetwijfeld heeft Filippus nog veel meer verteld, want als ze na verloop van tijd bij een beekje komen, wil de Moorman graag gedoopt worden. ‘Wat verhindert mij nog?’
Geweldig wat er nu gebeurt. Filippus houdt een belijdenisdienst. ‘Gelooft u met heel uw hart?’ De Moorman aarzelt geen moment. Vol van Gods Geest, antwoordt hij: ‘Ik geloof, dat Jezus Christus de Zoon van God is!’ Geloof je dat ook? Het hart van de Moorman is helemaal op de Heere gericht!
De wagen houdt stil, het gezelschap daalt af in het water, de doopdienst vindt plaats. Het persoonlijke kennen van de Heere Jezus vervult de Moorman zo, dat hij niet eens merkt dat Filippus plotseling is verdwenen. De Heilige Geest neemt hem weg en brengt hem in Azote, een andere heidense landstreek waar ook het Evangelie verkondigd mag worden.

Slotzin
Er gaat een reisgezelschap over de wegen naar Morenland, Ethiopië. Een lange reis is nog te gaan. Maar er is blijdschap te vinden bij de kamerling. Met vreugde reist hij verder en met zich mee draagt hij het kostbare Woord van God. Daar wil hij voortaan naar leven en daar wil hij van vertellen. Ken jij deze vreugde al? Het is dezelfde Geest die ook ons dat wil geven. Ken je Hem al? Dan ben je echt gelukkig te noemen!

Gesprek

Werkt de Heilige Geest in onze tijd ook nog? Hoe weet je dat?
Horen doop en belijdenis bij elkaar? Hoe zie je dat in deze geschiedenis? Hoe zie je dat bij ons? (Wat gebeurt er bijvoorbeeld als iemand die niet als kind gedoopt is, belijdenis doet?)

Samenvatting
De diaken Filippus verkondigt in Samaria het Evangelie. Een engel verschijnt en zegt hem richting Gaza te gaan. Als hij daar een wagen ziet, zegt de Geest hem zich daarbij te voegen. Hij hoort de vreemdeling uit de rol van Jesaja lezen. Filippus vraagt hem of hij begrijpt wat hij leest. De man antwoordt ontkennend en vraagt Filippus bij hem te komen zitten. Filippus onderwijst hem dat Jesaja de beloofde Messias bedoelt. Deze Messias is Jezus, de Zoon van God. Als de Moorman water ziet, geeft hij te kennen gedoopt te willen worden. Filippus zegt dat het mag als hij van harte in Jezus gelooft. Na de doop wordt Filippus plotseling weggenomen door de Heilige Geest. De kamerling reist vol vreugde naar huis. Filippus predikt overal in Judea het Evangelie, tot aan Cesarea toe.

Vragen