Bijbelgedeelte: Genesis 29 en 30

Context
Jakob is om een dubbele reden op weg gegaan naar Laban: zo ontloopt hij Ezau die hem wil doden en hij zal daar een vrouw zoeken. Als hij in het veld slaapt, verschijnt de Heere hem in een droom. Bovenaan een trap die tot de hemel reikt en waar engelen op en af lopen, staat de Heere. De Heere herhaalt de beloften aan Jakob. Deze noemt de plaats Beth-El en belooft hier bij zijn terugkeer de Heere te offeren.

Kerntekst
Genesis 29:18 En Jakob had Rachel lief.

Doelstellingen
• De kinderen horen hoe Jakob bij Laban aankomt.
• Ze weten dat Laban hem bedriegt als hij zeven jaar voor Rachel heeft gewerkt.
• Ze beseffen dat bedrog verkeerd is.

Zingen
Psalm 56:1; 62:4; 65:1; 84:1,2; 121:1-4
UMK - De avond valt – nu is een eind gekomen
ZB - lijf bij mij Heer / Ga niet alleen door ’t leven / Hij die rustig en stil

Geloofsleer
HC vraag 104 Het vijfde gebod
HC zondag 42 Het achtste gebod
NGB art. 26 Christus is voorspraak

Introductie
Vraag naar de vertelling van vorige week. Ga in op het bedrog van Jakob. Wat vindt de Heere van bedrog? Misschien noemen de kinderen het negende gebod. Waarom moest Jakob naar zijn oom Laban gaan? Wat droomde hij? Wat beloofde de Heere hem?

Beginzin
Uit de verte ziet Jakob een heleboel schapen door elkaar krioelen. Er zijn herders bij die zorgen dat de dieren bij elkaar blijven. Als hij dichterbij komt, ziet hij dat ze bij een put zijn. Hij gaat nog wat sneller lopen. Zou hij nu bijna bij zijn oom Laban zijn?

Vertelschets

‘Waar komen jullie vandaan?’ De herders kijken Jakob aan. Ze kennen deze man niet. ‘Kennen jullie Laban?’ vraagt hij de herders. ‘Jazeker, straks komt zijn dochter ook hierheen met de schapen’, antwoorden ze. Jakob voelt zich blij worden, nu is er een eind gekomen aan zijn lange reis. Nu hoeft hij niet meer elke dag zo’n eind te lopen.
Een poosje later komt er nóg een kudde schapen. Er is een meisje bij, dat moet Rachel zijn. Jakob loopt met de andere herders naar de put. Ze pakken de zware steen vast die er op ligt en tillen hem met elkaar van de put af. Zo, nu kunnen de schapen drinken.
Jakob schept water uit de put voor de schapen van Rachel. Alle dieren kunnen drinken.
Dan loopt hij naar Rachel en omhelst haar. Hij begint te huilen. ‘Ik ben Jakob, de zoon van Rebekka’, zegt hij tegen haar. Rebekka! Oh, dat weet Rachel wel. Dat is een zus van haar vader Laban. Lang geleden is ze weggegaan naar een ver land om te trouwen met Izak. Haar vader en moeder hebben het haar verteld, maar ze hebben nooit meer iets van Rebekka gehoord. En nu is Jakob gekomen.
Rachel draait zich om; ze gaat snel naar huis. Hijgend van het harde lopen, zegt ze: ‘Vader, luister eens! Weet u wie er bij de put staat?’ En dan vertelt ze alles. Samen gaan ze terug naar de put. Laban omhelst Jakob. ‘Je moet meekomen naar onze tent.’ Wat hebben ze elkaar veel te vertellen.
‘Je bent mijn familie. Wil je hier blijven wonen en voor mij werken? Dan moet je voor mijn schapen en koeien zorgen’, zegt Laban. ‘Wat wil je verdienen?’ Dat vindt Jakob geen moeilijke vraag. Hij weet het meteen. Hij houdt zoveel van Rachel! ‘Ik zal zeven jaren bij u blijven werken voor Rachel. Ik wil graag met haar trouwen!’
Jakob werkt hard. Hij zorgt goed voor de dieren. Als de zeven jaren voorbij zijn, is er feest. De dienstmeisjes maken heerlijk eten klaar, er is genoeg voor iedereen. Nu zal Jakob trouwen met Rachel. Het feest duurt niet één dag, maar wel zeven dagen, een hele week.
’s Avonds, als het al donker is, brengt Laban zijn dochter naar Jakob. Ze draagt een sluier voor haar gezicht, zo hoort dat. Maar de andere morgen ziet Jakob dat zijn oom hem bedrogen heeft. Hij is met Lea, de zus van Rachel, getrouwd.
Nu wordt hij zelf bedrogen. Hij zal wel terugdenken aan die keer dat hij zijn vader heeft bedrogen.
‘Waarom hebt u dat gedaan?’ vraagt hij zijn oom. ‘De oudste dochter trouwt het eerste. Je mag over een week ook met Rachel trouwen als je nog zeven jaren bij mij blijft werken.’
Dan heeft Jakob twee vrouwen, maar zo wil de Heere het niet. Jakob laat het wel merken dat hij van Rachel houdt en niet van Lea.
Als ze een poosje getrouwd zijn, krijgt Lea een zoontje. Ze noemt hem Ruben. Dat betekent dat de Heere voor haar zorgt. Na een poosje wordt er weer een jongetje geboren. Hij heeft Simeon; de Heere verhoort. Lea denkt dat Jakob nu wel van haar zal houden.
Na een paar jaar heeft Lea al vier zoontjes. Rachel heeft geen kinderen. Ze is erg verdrietig. Waarom heeft zij geen kinderen en Lea wel? Ze wordt jaloers op Lea. Later wordt ze ook boos op Jakob. Er komt ruzie in de tent van Jakob. De vrouwen hebben een hekel aan elkaar.
Rachel wil zelf zorgen dat ze kinderen krijgt. Als een dienstmeisje een kind krijgt, zal het háár kind genoemd worden. Daarom laat ze haar slavin met Jakob trouwen. Lea doet dat ook.
Rachel verwacht het niet van de Heere. Er staat in de Bijbel dat ze zelf bedacht dat Jakob maar met haar dienstmeisje moest trouwen. Er staat niet dat ze tot de Heere bad. Dat zou ze juist moeten doen, want de Heere is almachtig. Hij alleen kan zorgen dat Jakob en Rachel een kind krijgen.
Pas veel later staat er in de Bijbel dat Rachel heeft gebeden. Pas veel later verhoort de Heere het gebed van Rachel; ze krijgt een zoon: Jozef.
Al die tijd werkt Jakob voor Laban. Als Jozef geboren is, wil Jakob teruggaan naar Kanaän. Dat vindt Laban geen goed idee. ‘Zeg maar wat je hebben wilt voor je werk.’ ‘Laat me dieren uit uw kudde zoeken voor mijzelf’, vraagt Jakob. Dat vindt Laban goed en Jakob houdt zijn eigen kudde apart. Hij blijft bij Laban werken.

Slotzin
De Heere zegent Jakob, zoals Hij lang geleden beloofd had. De kudde wordt steeds groter en groter. Jakob wordt een rijk man.

Gesprek
Wat zou Jakob krijgen als hij voor Laban zou werken? Wat deed Laban? Wat vind je daar van? Wat gebeurde er toen Jakob met Lea en Rachel getrouwd was? Ben jij wel eens jaloers? Is het goed om jaloers te zijn? Wat zou je kunnen doen als je voelt dat je jaloers bent? Weet je een paar namen van de kinderen van Jakob?

Samenvatting
Eindelijk komt Jakob in het land van zijn familie. Bij een put ontmoet Jakob zijn nicht Rachel en hij helpt haar om water te putten voor de schapen. Jakob mag bij Laban wonen en wordt zijn knecht. Hij zorgt voor de schapen en de kudde groeit. Jakob houdt van Rachel en wil later met haar trouwen. Maar zijn oom Laban bedriegt Jakob en laat hem eerst met Lea trouwen. Nadat Jakob ook Rachel getrouwd heeft en zeven jaar voor haar gewerkt heeft, krijgt hij vee van Laban als loon voor zijn werk. Lea krijgt kinderen van de Heere, Rachel niet. Zij is jaloers. Laban wordt ook jaloers op Jakob, omdat de Heere hem zegent en zijn kudde groter wordt dan die van zijn oom.

Vragen