Vertelschets over Lydia de purperverkoopster

Bijbelgedeelte: Handelingen 16:9-24
Context
Paulus gaat met Silas naar Klein-Azië op zendingsreis. De gemeenten groeien in geloof en in getal en de Heilige Geest leidt Paulus op zijn weg. Dan verhindert de Heilige Geest Paulus in Klein-Azië om verder te preken. Als Paulus een gezicht krijgt, begrijpt hij waarom.

Kerntekst
Handelingen 16:14b Welker hart de Heere heeft geopend, dat zij acht nam op hetgeen van Paulus gesproken werd.

Doelstellingen

De kinderen horen van de bijzondere leiding van de Heilige Geest bij het zendingswerk.
Ze weten dat Lydia’s hart geopend werd en dat dit bij ons allemaal moet gebeuren.
Ze kennen de betekenis van de Doop.

Zingen

Psalm - 24:5; 25:7,10; 87:3, 4; 96:1, 2, 5, 7; 105:5
UMK - ‘k Stel mijn vertrouwen / Looft de Heere, alle gij volken / Het dorre land zal juichen / Ik heb je bij je naam geroepen
ZB - Roept uit aan alle stranden

Geloofsleer

Doopformulier
HC, vraag 65 - Het geloof in Christus
HC, vraag 74 - De kinderdoop
HC, vraag 94 - Het eerste gebod
DL 3/4, art.11 - Opening van het hart
NGB, art. 34 - De eenheid van het oude en nieuwe verbond

Introductie
Vertel het volgende aan de kinderen:
‘Charles, een jongen in Engeland, wilde heel graag een nieuw hart hebben. Hij ging naar veel verschillende kerken en hoopte dat hij snel antwoord zou krijgen op de vraag hoe hij een nieuw hart kon krijgen. Op een zondag sneeuwde en stormde het heel erg. Charles was in de buurt van een klein kerkje en vluchtte snel naar binnen. Er zaten maar vijftien mensen en de dominee kon niet komen door de sneeuw. Toen kwam er een ouderling op de preekstoel. Hij kon niet goed praten en was eigenlijk een beetje dom. Maar hij begon te preken. Tijdens de preek keek hij Charles aan en zei: ‘Je ziet er diep ongelukkig uit, jongeman. Zie op Christus, zie, zie zie.’ Toen kreeg Charles een nieuw hart. Hij is later een belangrijke dominee geworden: dominee Spurgeon. De Heere had ervoor gezorgd dat Charles precies op de juiste plaats was geweest op die zondagmorgen.
Na de vertelling vraag ik wat dit verhaal te maken heeft met het bijbelgedeelte.

Beginzin
In het havenplaatjes Troas is het stil. Het is nacht. In een van de huizen ligt Paulus te slapen. Wat is hij teleurgesteld! De Heilige Geest heeft hem laten weten dat hij in deze omgeving niet meer mocht preken. Wat nu?

Vertelschets

Plotseling ziet Paulus iets in zijn slaap. Er staat een man op het strand. De man komt uit Macedonië, uit Griekenland aan de overkant van de zee. De man roept: ‘Kom over in Macedonië en help ons!’
Paulus wordt wakker. Nu weet hij het. De Heere wil dat hij naar de overkant, naar Griekenland, gaat. Daar moet hij zijn! Snel pakt Paulus, samen met Lukas, Timotheüs en Silas, zijn spullen en vertrekt met een schip naar de overkant.
Snel komen ze in Neápolis, de havenstad van Filippi aan. Ze kijken eens goed rond, terwijl ze van het schip stappen. Paulus ziet veel Romeinse soldaten lopen. Het zijn oudere soldaten die hier zijn gaan wonen, nadat ze in het Romeinse leger hebben gevochten.
Het is sabbatdag. Paulus is al aan paar dagen in Filippi, maar heeft nog niet gepreekt. Nu wil hij graag naar de synagoge toe. Dat doet hij altijd als eerste als hij in een andere plaats komt. Maar in de stad Filippi is nergens een synagoge. Paulus loopt iets buiten de stad, langs de rivier. Daar ziet hij een paar vrouwen zitten om met elkaar te bidden. Hij loopt ernaar toe en gaat op een van de rotsen zitten om te preken.
Een vrouw luistert geboeid naar Paulus. Het is Lydia, een purperverkoopster uit Thyatira. Ze is geïnteresseerd in het Joodse geloof en wil er wel meer van weten. Maar nu! Zo aandachtig heeft ze nog nooit geluisterd! Nu opent de Heere haar hart. Ze gelooft de woorden van Paulus over de Heere Jezus en ze wil niets liever dan de Heere altijd gehoorzaam zijn.
Heb jij ook al een geopend hart? Of is je hart nog steeds gesloten voor de Heere? Wil je niet naar Hem luisteren en Hem gehoorzaam zijn? Of wil je juist wel, net zoals Lydia, heel goed luisteren naar Gods Woord en geloven wat er staat
Iets later loopt Paulus een stukje de rivier in. Lydia ook. En haar hele gezin, iedereen die bij haar hoort. Paulus laat ze één voor één in het water ondergaan en doopt ze in de naam van God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest.
Wat is Lydia blij! Nu weet ze wat het is om de Heere echt te dienen. Om helemaal bij de Heere te mogen horen. Ze is zo blij dat ze aan Paulus vraagt: ‘Als je gelooft dat ik een kind van de Heere ben, wil je dan in mijn huis blijven?’ Paulus knikt. Hij vindt het fijn dat Lydia zo vriendelijk tegen hen is en voor hen zal zorgen. Wat een groot wonder van de Heere!
Als Paulus de volgende keer naar dezelfde plaats bij de rivier loopt, klinkt er een luide stem. ‘Deze mensen zijn dienstknechten van de allerhoogste God, die ons de weg van de zaligheid verkondigen!’ Wat klinkt dat hard! Paulus en Silas kijken om. Ze zien een meisje met wilde ogen. Het meisje is bezeten van een boze geest. De duivel wil heel graag het werk van Paulus en Silas verstoren. Hij wil niet dat de mensen in Filippi in de Heere Jezus geloven en zal ervoor zorgen dat de mensen in Filippi zullen denken dat de God van Paulus en Silas dezelfde God is als van het meisje. Dan zal niemand naar Paulus en Silas luisteren.
Paulus laat haar maar praten. Maar na een paar dagen kan hij er niet meer tegen. Hij draait zich om en zegt: ‘Ik gebied u in de Naam van Christus dat u van haar uitgaat!’ De boze geest verlaat gelijk het lichaam van het meisje.
Zo machtig is God, veel sterker dan de duivel. Vergeet dat maar nooit!
Niet veel later komt er een groep boze mannen naar Paulus en Silas toe. Ze zijn woedend omdat ze geen geld meer aan het meisje kunnen verdienen. Eerst kon ze de toekomst voorspellen en de mannen verdienden daar veel geld mee, maar nu kan dat niet meer. Ze zullen Paulus en Silas wel krijgen. Ze sleuren Paulus en Silas mee, de markt over naar de hoofdmannen van de stad. Die laten hen geselen. Dan worden ze met hun voeten in een stok, in de gevangenis, vastgezet. De gevangenbewaarder moet ze extra goed bewaken, zodat ze niet kunnen weglopen en zet ze in het binnenste, meest donkere gedeelte van de gevangenis.

Slotzin
Nu zitten ze daar alleen in de gevangenis. En wat hebben ze een zere rug! Wat zullen Paulus en Silas nu verdrietig zijn… Maar nee! Als we hen zien zitten, met hun voeten in de stok, zien we dat ze bidden. Bidden tot de Heere. Want Hij laat hen niet alleen! De Heere is bij hen en geeft Paulus en Silas kracht.

Gespreksvragen
Wat heeft het verhaal van Charles te maken met dit bijbelgedeelte?
Wat betekent het dat de Heere je hart opent? Is jouw hart ook al geopend? Hoe weet je dat? Zou jij ook aan anderen over de Heere Jezus willen vertellen, waarom? Hoe kun je, net als Lydia, zorgen voor mensen als Paulus?

Samenvatting
Paulus krijgt een visioen dat hij naar Macedonië moet reizen. Op de gebedsplaats is ook Lydia de purperverkoopster uit de stad Thyatira. De Heere opent haar hart en zij en haar gezin worden gedoopt. Ze nodigt Paulus en Silas uit om bij haar thuis te verblijven. Elke keer als ze naar de gebedsplek gaan, is daar een slavin met een waarzeggende geest. Ze verkondigt dat Paulus en Silas dienstknechten van God zijn en hen de weg van de zaligheid verkondigen. Paulus beveelt de geest in de naam van Jezus Christus uit haar te gaan. Hierdoor worden Paulus en Silas gegeseld en gevangen gezet.

Vragen