Bijbelgedeelte: Ruth 3 en 4

Context
Naomi en haar schoondochter Ruth zijn vanuit Moab weer terug in Bethlehem. Om aan eten te komen, gaat Ruth aren rapen op de akker van Boaz. Boaz behandelt haar zeer vriendelijk en Ruth mag er blijven.

Kerntekst
Ruth 4: 14 Geloofd zij de HEERE, Die niet heeft nagelaten u heden een losser te geven, en zijn naam worde vermaard in Israël.

Doelstelling
• De kinderen horen hoe de Heere er voor zorgt dat Boaz met Ruth gaat trouwen.
• Ze weten dat Boaz en Ruth samen een zoon krijgen.
• Ze leren dat de Heere Jezus uit de familie van Boaz en Ruth geboren wordt.

Zingen
Psalm 2:7; 48:6; 146:3,5,7
ZB ‘k Stel mijn vertrouwen
UMK Er groeit geen koren, er is geen brood

Geloofsleer
HC vraag 27 - Gods voorzienigheid
HC vraag 29 - Jezus verlost Zijn volk
NGB art. 13 - De voorzienigheid van God

Introductie
Wat is het fijn! Samen met papa en mama is Joost op vakantie in de bergen. Vandaag maken ze een wandeling door het bos. Ineens zegt papa: ‘Joost, hier is het erg donker, want er staan hier veel bomen. Het pad is ook smal. Ik ga voorop lopen, en jij moet achter mij aan lopen. Dan zal ik er voor zorgen dat we niet verdwalen’. Dat is fijn. Joost weet wel, nu komt het goed. Papa weet de weg. Zo is het ook met de Heere. Hij weet hoe het moet. Hij weet de weg.

Beginzin
Het is stil en donker in Bethlehem. De mensen slapen, want het is nacht. Hoor je dat? Voetstappen… Daar loopt iemand!

Vertelschets

Wie is dat? Het is een vrouw, je kent haar wel. Daar loopt Ruth. Ze heeft haar mooiste kleren aangedaan. Ze heeft zich gewassen, ze heeft olie opgedaan die lekker ruikt. Waarom? Waar gaat ze naar toe?
Ruth gaat op zoek naar Boaz. Dat is het plan van Naomi. Naomi heeft Ruth geroepen en gezegd: ‘Ruth, Ik wil graag dat je het goed hebt in Bethlehem. Dat je een man krijgt, die met je gaat trouwen’
‘Vannacht moet je naar de dorsvloer gaan. Daar heeft Boaz het koren van het land binnengehaald en feestgevierd. Daar slaapt hij. Je moet hem opzoeken en aan zijn voeten gaan liggen. Dan zul je van Boaz horen wat je moet doen’
Ruth was geschrokken, moet ze dat zomaar doen? Toch heeft ze gezegd: ‘Goed moeder, alles wat u gezegd hebt, zal ik doen’. Daarom loopt ze hier. Ze is bijna bij de dorsvloer gekomen.
Daar ziet ze mannen liggen die slapen. Goed kijkt ze om zich heen. Waar zal Boaz zijn? Ja, daar ligt hij. Heel stil sluipt ze naar Boaz toe en voorzichtig gaat ze bij zijn voeten liggen en wacht.
Boaz slaapt. Vanavond heeft hij gegeten en gedronken op het feest. Hij was zo blij dat al het koren van het land af was gehaald. In zijn slaap draait hij zich om. Ineens schrikt hij wakker. Hij voelt wat bij zijn voeten. Hij schiet recht over eind. Daar zit iemand!
‘Wie ben je?’ vraagt hij geschrokken. ‘Ik ben Ruth, uw slavin. Wilt u met mij trouwen? U bent familie van Naomi, dus u mag voor ons zorgen. Wilt u dat doen?’ Wat zal Boaz nu zeggen?
‘Het is goed dat je gekomen bent, Ruth. Wees maar niet bang. Het is waar, ik mag met je trouwen en voor jou en je familie zorgen. Maar er is een probleem. Er is nog iemand in de familie, die eigenlijk als eerste voor jou en Naomi moet zorgen.
Blijf vannacht maar hier. Ik zal morgen vragen of die man voor jullie wil zorgen. Anders doe ik het’. Wat is Ruth blij!
De volgende morgen, als het nog heel vroeg is, zegt Boaz: ‘Ruth, nu moet je snel naar Naomi gaan, zodat niemand ziet dat je hier geweest bent. Doe je sluier eens af.’ Ruth doet het. Boaz doet er koren in. Dat mag ze meenemen naar Naomi.
Blij gaat Ruth naar huis en vertelt alles aan Naomi. Samen wachten ze nu in spanning af… Mag Boaz met Ruth trouwen en voor hen zorgen, of die andere man? Maar ze weten het: Boaz zal wel zorgen dat alles goed komt.
En dat doet Boaz. Daar zit hij in de poort van Bethlehem samen met een heleboel andere belangrijke mannen. De andere man, die met Ruth kan trouwen is er ook.
‘Je weet wel dat Naomi is terug gekomen’, zegt Boaz tegen de man. ‘Jij bent familie van haar. Nu moet jij voor haar zorgen. Je moet land kopen wat van Naomi is’. De man knikt. ‘Dat wil ik wel’.
‘Maar’, gaat Boaz verder, ‘dat is het niet alleen, je moet ook met Ruth trouwen.’ Snel schudt de man zijn hoofd. ‘Nee, dat wil ik niet’, zegt hij. ‘Trouwt u maar met haar’, zegt hij tegen Boaz.
Ineens trekt hij zijn schoen uit. Wat gaat hij doen? Hij geeft de sandaal aan Boaz. Zo deden de mensen dat vroeger. Nu weet Boaz dat het echt waar is: hij mag met Ruth trouwen. Iedereen in de poort heeft het gezien en gehoord.
Boaz gaat naar Ruth en Naomi en vertelt hoe het gegaan is. Nu zal hij met Ruth trouwen. De Heere zorgt voor hen. Na een poosje is er groot feest: Boaz en Ruth gaan samen trouwen.
De Heere geeft hun nog meer goede dingen. Kijk eens naar Naomi. Ze heeft een baby’tje op haar schoot. Boaz en Ruth hebben een zoontje gekregen.
Wat is Naomi blij. Eerst was ze verdrietig, omdat ze niets meer had. Nu is ze blij, de Heere geeft haar een kleinzoon.
De buurvrouwen van Naomi komen op bezoek. Ook zij zijn blij. ‘Wie had gedacht dat Naomi nog een kleinzoon zou krijgen!’ ‘Het jongetje moet Obed heten’, zeggen ze.
Zo gebeurt het. En weet je wie er later in de familie van Obed wordt geboren? David. En wie wordt er in de familie van David geboren? De Heere Jezus!

Slotzin
Dat is bijzonder. Zo heeft de Heere alles goed gemaakt. Dat doet Hij nog steeds. Hij weet de weg in jouw leven. Net als de papa van Joost, in het verhaaltje aan het begin. De Heere wil voor jou zorgen.

Gesprek

Waarom gaat Ruth ’s nachts naar Boaz toe?
Mag Boaz voor Ruth en Naomi zorgen? Waarom geeft de man in de poort zijn sandaal aan Boaz?
Naomi is heel blij dat Obed wordt geboren. Wie wordt later in de familie van Boaz en Ruth geboren?

Samenvatting
Naomi stuurt Ruth naar de dorsvloer van Boaz, waar zij aan zijn voeten slaapt. Als hij wakker wordt, vertelt Ruth dat hij de losser is. Hij belooft haar te lossen en geeft haar een grote hoeveelheid gerst mee. Die dag spreekt hij in de poort met de andere losser. Die weigert als losser op te treden omdat hij dan met Ruth moet trouwen. Dan aanvaardt Boaz alles wat van Elimelech was en trouwt met Ruth. De zoon die geboren wordt, noemen zij Obed.

Vragen