Leswijzer 6.4 - Onwaardig

Zingen: Psalm 130:2

Zo Gij in 't recht wilt treden,
O HEER, en gadeslaan
Onz' ongerechtigheden,
Ach, wie zal dan bestaan?
Maar neen, daar is vergeving
Altijd bij U geweest;
Dies wordt Gij, HEER, met beving,
Recht kinderlijk gevreesd.

Psalmen
6:2; 25:3; 34:9; 38:18; 51:2; 65:2; 79:4; 106:4; 143:2. 

Liederen
Gele bundel: 10; 23; 43; 69; 85; 89; 114; 144; 174; 179; 211.

Levensvragen

• Verdien ik het wel? 
• Wie wil mij nu hebben? 
• Ben ik wel goed genoeg? 
• Hoe moet ik tot God komen? 
• Wat moet God met mij? 

Doelstellingen

1. Je snapt wat je net als de jongste zoon moet doen.  
   2. Je weet waar je het aan verdiend hebt dat God jou wil hebben.   
   3. Je weet wanneer je genoeg hebt gevoeld of gedaan om vergeving te kunnen ontvangen.   

Hoofdlijnen

Levensvraag
Ik ben het niet waard...  
Zondig, slecht, onverschillig, koud of lauw. Deze gevoelens kun je ontdekken wanneer je eerlijk naar jezelf kijkt. Als je ziet hoeveel de zonde in jouw leven al heeft kapotgemaakt. Niet iedereen zal dit herkennen. Je bent nog jong en staat positief in het leven. Maar er zijn genoeg leeftijdsgenoten die met deze vragen worstelen. Sommigen voelen zich te slecht, anderen zijn beschadigd of gekwetst door het verleden. Het is een verstikkend gevoel: Ik ben het niet waard. Hoe moet je daarmee omgaan?        

Bijbelgedeelte
Waarom vindt de zoon zichzelf niet waard?
Een zoon vraagt aan zijn vader om het geld van de erfenis en vertrekt, de wijde wereld in. Hij geniet van zijn geld en geeft alles uit. Hij heeft niemand nodig. Totdat het geld op is en zijn vrienden hem in de steek laten. Dan erkent hij het: thuis was het beter… Maar hij is het niet waard om nu weer door zijn vader aangenomen te worden. Toch gaat hij. Wat blijkt? Zijn vader staat al op de uitkijk en rent hem tegemoet! Zo staat de Heere Jezus ook op jou te wachten. Voor het eerst, of telkens weer opnieuw.   

Geloofsleer
Om Christus’ wil ben je het waard! 
Christus Jezus heeft van de doodlopende weg een doorlopende weg gemaakt. Om Jezus’ wil ben je het waard en welkom bij God de Vader. Bekering is nodig, want vroeg of laat ontdek je dat je met de zonde bedrogen uitkomt. Het maakt niet uit als je niet weet wat je moet zeggen of als je niet genoeg berouw voelt. Áls je maar teruggaat, want bij Hem is alles te vinden. Wie Hem kent, heeft voor eeuwig genoeg.  

Verbinden

Gespreksvragen

1. Wie herkent het onwaardigheidsgevoel?
2. Wanneer ben je welkom bij God?
3. Wat moet je doen voordat God je wil vergeven?
4. Waar komen minderwaardigheidsgevoelens vandaan?
5. Wanneer heb je genoeg zondekennis?
6. Wat vindt God van jou, denk je?
7. Wanneer verdien je Gods vergeving?
8. Hoe ga je om met schuldgevoel?
9. Wat moet je doen om ‘goed genoeg’ voor God te zijn?

Stellingen

1. Iedereen is altijd welkom bij God.
2. Schuldgevoel is goed, want dat is nodig voor vergeving.
3. Je kunt nooit genoeg zondekennis hebben.
4. Je moet je voor God onwaardig voelen.
5. Ik verdien het om vergeving te ontvangen.
6. God wil júist mensen hebben die zich onwaardig voelen.
7. Je kunt je leven zo verknald hebben, dat God je niet meer wil hebben.
8. Ik vergeef mensen alleen als ik zie dat ze spijt hebben.
9. Ik doe niet aan tweede kansen, als je het bij mij verknalt is het over.

Ik kan mezelf niet vergeven…
Robert kan het zichzelf niet vergeven. Hij heeft als enige van drie vrienden een auto-ongeluk overleefd. Hij was de bestuurder en het erge is dat hij te veel drank ophad. De ouders van zijn vrienden hebben het hem vergeven. Maar hij kan zichzelf niet vergeven. Hoe vaak mensen ook zeggen dat het hem vergeven is en dat er vergeving bij God te vinden is, het maakt niet uit. Hij verdient dat niet. Hij had beter moeten weten.

Gespreksvraag

1. Wie herkent iets uit dit verhaal?
2. Stel je voor dat een van de vrienden van Robert jouw broer is. Zou je het Robert kunnen vergeven?
3. Denk twee minuten na over de volgende vraag: Hoe zou jij Robert bemoedigen? Probeer gebruik te maken van Bijbelteksten of – verhalen.
4. Zou God Robert willen vergeven? Waarom wel of niet?

Zondekennis
Stel je voor: samen met je neef heb je het over het geloof. Na een tijdje gaat het over zondekennis. Jullie hebben het over berouw, verdriet en schuldbesef. Na een tijdje merk je dat jullie niet echt op één lijn zitten. Volgens jouw neef is berouw pas echt als je moet huilen over je zonden. Jij denkt dat dat niet hoeft, maar ergens vind je dat wel mooi. Dan is het waarschijnlijk wel echt. Toch?

Deel post-its uit en verdeel de vragen over de groep (1-4). Verdeel het bord in vier delen en laat de catechisanten de post-its in het juiste deel plakken. Start daarna een gesprek aan de hand van de post-its.

Vragen

1. Is huilen over je zonden nodig? Waarom wel of niet?
2. Hoeveel zondekennis moet je hebben?
3. Wanneer heb je genoeg zondekennis?
4. Moet je je als christen elke dag slecht voelen? Waarom wel of niet?

Instagram
Een van je klasgenoten zet op Instagram vaak best wel depressieve teksten. Je vindt het moeilijk om met haar te praten, want je weet niet goed waar je over moet beginnen. Vragen hoe het gaat durf je ook niet, want misschien zit ze daar wel helemaal niet op te wachten. Pas ben je er ook achter gekomen dat ze zichzelf snijdt. Toen ze haar vinger in de klas opstak zag je onder haar mouw een snee zitten. Als je haar Insta die avond bekijkt, valt het je pas op hoe negatief ze over zichzelf schrijft. Je weet niet waarom, maar ze vindt zichzelf waardeloos.
Er is een grote kans dat je aan iemand dacht toen je dit hoorde. Misschien herken je jezelf er wel in. Achter deze gevoelens zitten soms oorzaken waar je niet in een paar gesprekken klaar mee bent. Het kan heel diep zitten. Zelfs zo diep dat je soms het leven niet meer ziet zitten.

Beantwoord voor jezelf de vragen.

1. Wat kun je doen voor degene die met zulke gevoelens worstelt?
2. Hoe zou je haar bemoedigen?
3. In welk antwoord kun jij je het beste vinden?

Als ik op Instagram iets zie waaruit blijkt dat diegene zichzelf waardeloos vindt, dan …
A. … weet ik niet goed wat ik daarmee moet, want ik herken het niet.
B. … zou ik wel willen helpen, maar geen idee hoe.
C. … wil ik wel helpen, maar ergens durf ik niet zo goed.
D. … help ik door een berichtje te sturen, hoewel ik niet weet of dat helpt.
E. … help ik haar, want ik weet wat het is.

Gespreksvragen

1. Wat hebben jullie bij vraag …?
2. Wie wil er over dit onderwerp wat delen?

Brugzin
Onszelf iets niet waard vinden, heeft veel impact op ons (geloofs)leven. In het Bijbelgedeelte wat we gaan lezen, gaat het ook over iemand die zichzelf onwaardig vindt. Wat kunnen we van hem leren?

Voor de complete les- en leerwijzer verwijzen we u naar de producten.