Bijbelgedeelte: Handelingen 16:23-40

Context
Nadat Lydia is bekeerd en gedoopt, verblijven Paulus, Silas, Lukas en Timotheüs bij haar in huis. Een waarzegster roept Paulus en Silas dagenlang voortdurend na. Paulus gebiedt de duivel het meisje te verlaten. De eigenaars van de slavin zijn woedend en sleuren Paulus en Silas mee. Het volk loopt ook mee en zij worden voor de rechter van oproer beschuldigd. Paulus en Silas worden ruw gegeseld en in de gevangenis geworpen.

Kerntekst:
Handelingen 16:30 Wat moet ik doen opdat ik zalig worde?

Doelstellingen

De kinderen horen van het lijden om Christus’ wil.
Ze horen van de vraag en de bekering van de gevangenbewaarder.
Ze leren de weg van de zaligheid kennen.

Zingen

Psalm - 25:2, 6; 42:5; 86:3, 5, 6; 118:4, 6, 7, 9; 119:26-28
UMK - God Die leeft / Heer’ al ben ik nog maar klein
ZB - Op bergen en in dalen

Geloofsleer

Doopformulier
HC, vraag 105 - Het zesde gebod
NGB, art. 22 - De verzoening

Introductie
Vraag het volgende aan de kinderen. ‘Stel je voor: je hebt over de Heere Jezus verteld tegen mensen die nog niets van Hem afweten. De mensen worden boos op je. Ze vinden dat je een grote onruststoker bent. Ze sleuren je mee, pijnigen je rug en zetten je in het binnenste van de gevangenis. Je voeten vast in een stok, zodat je geen kant meer op kunt. Hoe zou je je voelen en wat zou je dan doen?’ Laat de kinderen reageren.

Beginzin
Paulus en Silas zitten ook in de gevangenis. Luister maar wat zij gaan doen...

Vertelschets

Daar zitten ze dan. Paulus en Silas. In het binnenste van de gevangenis. De plaats die voor de zwaarste misdadigers is. Ontsnappen is onmogelijk! Net heeft de stokbewaarder, degene die de gevangenen gevangen houdt, hun voeten in een blok hout gesloten. Ze kunnen zo niet eens opstaan! En het is helemaal donker om hen heen…
Paulus en Silas kijken elkaar aan. Wat hebben ze een zere rug. Ze zijn er heel hard op geslagen met scherpe touwtjes. Maar dan kijken ze naar boven… Ze zijn niet alleen! De Heere is bij hen en Hij zal hen ook blijven helpen. Ze beginnen tot de Heere te bidden. De Heere Jezus heeft toch Zelf nog veel zwaarder op de aarde geleden? Dan mogen zij toch niet klagen? Door dit lijden worden ze alleen maar dichter bij de Heere gebracht.
Opeens klinken er twee stemmen. Het zijn Paulus en Silas. Ze zingen! Want ze willen de Heere zo graag alle eer geven. Hij is zo goed! Hij is zo dicht bij hen… Diep in de gevangenis klinken hun stemmen door. De andere gevangen luisteren verbaasd. Wat horen ze nu? Horen ze nu echt dat er gezongen wordt? Stil blijven ze luisteren naar de psalmen die klinken.
Dan gebeurt er plotseling van alles achter elkaar. De grond trilt onder hun voeten. De stok waar hun voeten in opgesloten zit, springt open. De deuren vallen op de grond. Het is een teken van de Heere Zelf! Paulus en Silas kunnen nu opstaan en naar buiten lopen. Wat een wonder van de Heere. Snel lopen Paulus en Silas de binnenste cel van de gevangenis uit. Alle gevangenen houden ze bij elkaar.
Dan zien Paulus en Silas de stokbewaarder staan. Wat ziet hij er bang en geschrokken uit! Ze begrijpen het wel. De stokbewaarder zal denken dat alle gevangenen gevlucht zijn door de aardbeving. Dan krijgt hij vreselijke straf: de doodstraf. De stokbewaarder pakt zijn zwaard en wil zichzelf doden. Dat heeft hij liever dan straks de doodstraf krijgen.
‘Doe uzelf geen kwaad!’ roept Paulus. ‘Wij zijn allemaal hier!’ Hij ziet dat de stokbewaarder zijn zwaard naar beneden laat zakken en om licht vraagt. Snel komt er iemand met een fakkel aanlopen. De stokbewaarder brengt Paulus en Silas naar buiten.
Dan valt de stokbewaarder bevend voor Paulus neer. ‘Lieve heren’, stamelt hij, ‘Wat moet ik doen om zalig te worden?’ Eigenlijk vraagt hij: ‘Wat moet ik doen om gered te worden?’
Ben jij ook al gered? Heb jij ook al de Heere Jezus in je hart wonen die jou verlost heeft van je zonden? Of moet je nog gered worden?
Paulus kijkt naar de stokbewaarder. ‘Geloof in de Heere Jezus Christus!’ zegt hij. U moet helemaal op Hem vertrouwen dat Hij voor uw zonden is gestorven en dat Hij u het eeuwige leven zal geven. En niet alleen u, maar ook heel uw gezin.
De stokbewaarder zegt tegen Paulus: ‘Komt u toch alstublieft naar mijn huis. Dan kunt u nog veel meer vertellen over de Heere Jezus. En dan kan ik gelijk uw rug schoonmaken om de pijn te verminderen.’
Niet veel later maakt de stokbewaarder de ruggen van Paulus en Silas helemaal schoon. Hij doet er zalf op zodat de wonden snel beter zullen worden. Dan wordt de stokbewaarder met zijn hele gezin gedoopt. Hij zal voor altijd de Heere dienen met heel zijn hart, want de Heere heeft al zijn zonden vergeven. Zo blij is hij, dat hij een grote tafel vol heerlijk eten laat klaarmaken, zodat Paulus en Silas genoeg kunnen drinken en te eten.’
De volgende dag komen er mannen aan de deur. De stokbewaarder doet open. Het zijn de dienaars van de hoofdmannen van de stad Filippi. ‘Laat Paulus en Silas los, laat ze vrij’, zeggen ze tegen de stokbewaarder. Die loopt naar binnen en vertelt tegen Paulus en Silas dat ze vrij zijn en dat ze verder kunnen reizen.’
‘Maar’, zegt Paulus, ‘dat kan niet. Wij zijn Romeinen en ze hadden ons nooit zo mogen geselen. Wij waren onschuldig. Laat de hoofdmannen van de stad zelf maar komen om ons de stad uit te brengen.’
Snel brengen de dienaren de boodschap naar de hoofdmannen. Die schrikken! Ze wisten niet dat Paulus en Silas de rechten van een Romein hebben. Dan hadden ze helemaal niet gegeseld mogen worden! Hier kunnen ze zelf wel voor gestraft worden. Zo gauw als ze kunnen, gaan ze naar het huis van de stokbewaarder en smeken Paulus en Silas om de stad te verlaten.

Slotzin
Paulus en Silas gaan eerst nog langs Lydia en de andere christenen. Om ze te bemoedigen. Ook al gaan Paulus en Silas weg, de Heere blijft bij ze!

Gespreksvragen
Waarom liepen Paulus en Silas niet weg toen de aardbeving kwam? Hoe zou de stokbewaarder zich gevoeld hebben toen hij vroeg: ‘Lieve heren, wat moet ik doen om gered te worden?’
Waarom maakte de stokbewaarder, toen hij was gedoopt, een tafel met heerlijk eten en drinken klaar voor Paulus en Silas?
Is jouw hart ook al geopend, net als bij Lydia en de stokbewaarder?

Samenvatting
Paulus en Silas worden vastgeboden in de gevangenis. Een cipier moet hen bewaken. Midden in de nacht bidden en loven Paulus en Silas God met gezangen. Dan is er een zware aardbeving. De deuren van de gevangenis zijn open en de boeien los. De gevangenbewaarder wil zichzelf doden, maar Paulus laat weten dat ze er allemaal nog zijn. Hij vraagt aan Paulus wat hij moet doen om zalig te worden. Paulus antwoordt dat hij moet geloven in de Heere Jezus Christus. De gevangenbewaker wordt samen met zijn gezin gedoopt. Hij verzorgt Paulus en Silas. Als ze los gelaten mogen worden beroept Paulus zich op zijn Romeins burgerrecht. Ze worden verzocht de stad te verlaten.

Vragen