Bijbelgedeelte: Handelingen 13:1-52

Context
Saulus is, na een verblijf van drie jaar in Arabië, weer teruggekeerd naar Damascus. De Joden besluiten hem te doden en nemen de stadhouder in de arm. Saulus hoort wat ze van plan zijn en houdt zich schuil. Zijn broeders laten hem ’s nachts met een touw over de muur zakken. Saulus gaat naar Jeruzalem en zoekt aansluiting bij de gemeente. Vervolgens willen de Joden in Jeruzalem Saulus doden en vlucht Saulus via Syrië naar zijn geboortegrond Tarsen. Hierna werken Bárnabas en Saulus samen aan de opbouw van de gemeente in Antiochíë. Discipelen van Christus worden hier voor het eerst christenen genoemd. Er wordt een collecte gehouden voor de arme christenen in Judea. Bárnabas, Saulus en Titus gaan het geld persoonlijk brengen. Bij hun terugkeer naar Antiochíë nemen ze Johannes Markus mee.

Kerntekst
Handelingen 13:32 Wij verkondigen u de belofte die tot de vaderen geschied is.

Doelstellingen

De kinderen horen van de uitzending van de apostelen naar de heidenen.
Ze weten van de tegenwerking van de boze.
Ze leren dat de Heere Zijn beloften altijd vervult.
Ze weten van de verachting én aanneming van het Evangelie.

Zingen

Psalm 67:1; 25:4; 72:6
ZB - Heere Jezus om Uw woord / U bent mijn schuilplaats Heer’

Geloofsleer

NGB art. 11 - De Heilige Geest
NGB art. 23 - Gerechtigheid van Christus
DL 1, 10 - De oorzaak van de verkiezing
DL 2, 5 - De belofte van het Evangelie
HC vraag 12 - Gods gerechtigheid
HC vraag 60, 61 - Rechtvaardig voor God

Introductie
Heb je het wel eens meegemaakt dat er mensen of kinderen met de Heere spotten? Dat is heel erg. Wat kun je dan doen?

Beginzin
Paulus en Bárnabas maken ook mee dat er met de Heere wordt gespot. Toch gaat de Heere door met Zijn werk. Luister maar hoe dat gaat.

Vertelschets

Antiochíë is een mooie, grote stad. Het ligt in Syrië, ten noorden van Israël. Veel mensen dienen er afgoden. Toch is er een gemeente ontstaan.
De gemeente is bij elkaar om te bidden en te vasten. Ze horen onder het bidden de stem van de Heilige Geest: ‘Zonder Bárnabas en Saulus allebei af tot het werk waartoe Ik hen geroepen heb.’
De christenen bidden voor Bárnabas en Saulus. Ze leggen hun handen op de hoofden van Bárnabas en Saulus en geven hen Gods zegen mee. Hier in Antiochíë zijn andere mannen die over de Heere Jezus kunnen vertellen, maar ook onder de heidenen moet er verteld worden wie Jezus is.
Daar gaan ze. Bárnabas en Saulus beginnen aan hun eerste zendingsreis. Ze komen bij de Middellandse Zee en stappen aan boord van een schip naar Cyprus.
Als ze aan wal zijn gekomen, gaan ze naar het stadje Sálamis. Ze vertellen het Woord van God in de synagoge van de Joden.
Bárnabas en Saulus trekken verder. In de verte zien ze een volgende plaats: Pafos. Als ze er aankomen, ontmoeten ze de stadhouder van Pafos: Sergius Paulus. Er woont ook een tovenaar, een valse profeet, een Jood met de naam Barjézus. Hij blijft dicht in de buurt van de stadhouder, Sergius Paulus.
Sergius Paulus is een verstandige man. Hij roept Bárnabas en Saulus bij zich: ‘Vertellen jullie mij eens meer van het Woord van God’, vraagt hij. Maar Elymas de tovenaar brengt Sergius Paulus aan het twijfelen. Hij wil absoluut niet dat Sergius Paulus het Woord van God gelooft.
Paulus (hij wordt vanaf nu zo genoemd, naar zijn Romeinse naam) is vervuld met de Heilige Geest. Hij kijkt Elymas recht in zijn ogen en roept: ‘Oh, jij kind van de duivel, vol van bedrog en sluwheid. Vijand van alle gerechtigheid. Zul je niet ophouden om de rechte weg voor de Heere krom te maken?’
‘De hand van de Heere is tegen je en je zult blind zijn en de zon niet zien voor een tijd.’ Direct is het donker en duister voor Elymas en zoekt hij om zich heen waar de mensen staan.
De stadhouder, Sergius Paulus, heeft alles gezien. Hij weet het zeker: wat Bárnabas en Paulus zeggen over Jezus en het Woord van God is echt waar! Hij gelooft.
Bárnabas en Paulus trekken weer verder. Ze komen in Perge. Hier mogen ze in de synagoge preken.
‘Jullie Israëlitische mannen! En iedereen die God vreest, luister!’ Paulus vertelt hoe de Heere lang geleden de Messias heeft beloofd. En dat de Messias is gekomen. Door Jezus is er vergeving van zonden mogelijk. ‘Luister naar dit Woord, zodat je niet verloren gaat!’
Buiten de synagoge staan veel mensen te wachten. Het zijn Joden en godsdienstige heidenen. ‘Willen jullie ons nog meer vertellen?’ vragen ze. Paulus en Bárnabas blijven met deze mensen in gesprek. ‘Blijf bij de genade van God’, zeggen ze, ‘bij de Heere Jezus ben je veilig, echt veilig.’
De volgende sabbat is het opnieuw druk bij de synagoge. Het lijkt wel of heel de stad is gekomen om het Woord van God te horen.
Als de Joden al die mensen zien, worden ze nijdig. Ze zijn zo boos dat ze de woorden van Paulus en Bárnabas weerspreken. ‘Het is de waarheid tóch niet!’ roepen ze. Op deze manier kan de Heilige Geest Zijn werk niet doen!
Maar Paulus en Barnabas gaan door met het Evangelie. ‘Het was nodig om eerst tot u het Woord van God te spreken, maar u wilt niet luisteren. Dan bent u het eeuwige leven niet waard! Daarom gaan we met het Evangelie naar de heidenen. Want de Heere heeft gezegd: “Ik heb u tot een licht voor de heidenen gemaakt, tot aan het einde van de aarde.”’
Als de heidense mensen dit horen, worden ze zo blij. Wat is het Woord van de Heere goed! Er geloven zoveel mensen, steeds meer mensen, zelfs door het hele land.
Ondertussen zitten de Joodse mensen niet stil. Ze zien wel dat er steeds meer mensen luisteren naar Paulus en Bárnabas. Ze lopen naar de rijke godsdienstige vrouwen en belangrijke mannen in de stad. ‘Zorg ervoor dat Bárnabas en Paulus zo snel mogelijk weggaan!’ zeggen ze. Het gebeurt. Toch is er een gemeente ontstaan!
Paulus en Bárnabas schudden het stof van hun voeten af en komen daarna in een volgende plaats. De discipelen worden er vervuld met blijdschap en met de Heilige Geest.

Slotzin
Paulus en Barnabas worden niet moedeloos. Ze weten dat de Heere hen helpt. Hij is bij hen en gaat altijd met hen mee.

Gesprek

Hoe komt het dat veel mensen niet in de Heere Jezus geloven?
Heb jij weleens iets over de Heere Jezus verteld tegen kinderen die nog nooit van Hem hadden gehoord?
Weet je wat heidenen zijn?
Hoe hoor je in het verhaal dat de Heere Paulus en Bárnabas elke keer helpt? Helpt God jou ook? Kun je er iets van vertellen?

Samenvatting
In Antiochie geeft Christus de profeten in om Saulus en Barnabas uit te zenden. Zij worden samen met Markus in gebed aan de Heere opgedragen en worden uitgezonden. Ze lopen naar Seleucië en varen naar Cyprus. In de synagoge van Salamis beginnen ze te prediken en gaan zo verder. In Pafos worden zij uitgenodigd bij de stadhouder Sergius Paulus. Daar ontmoeten ze een valse profeet, Bar-Jezus, die de stadhouder probeert af te houden van het geloof. Zonder Markus trekken Paulus en Barnabas verder naar Antiochië. Ze spreken daar op uitnodiging een bemoedigend woord in de synagoge. De heidenen zijn blij en velen geloven. Het evangelie wordt doorverteld in dat gebied. De Joden veroorzaken dat Paulus en Barnabas de stad uitgegooid worden.

Vragen