Bijbelgedeelte: Genesis 7 en 8:1-19 en 9:8-17

Context
God ziet dat de mensen steeds opnieuw tegen Hem zondigen. Het berouwt Hem dat Hij de mensen heeft gemaakt en Hij zegt dat Hij de mensen en de dieren zal vernietigen. Niemand zal overblijven op de aarde, behalve Noach, die God liefheeft. Zijn gezin zal met hem gespaard worden. Noach krijgt 120 jaar de tijd om een ark te bouwen. Hij bouwt de ark op aanwijzingen van God. Hoewel Noach de andere mensen ongetwijfeld heeft gewaarschuwd, is er niemand die berouw krijgt over zijn zonden en zich tot God bekeert. Dan komt de dag waarop Noach door God wordt geroepen om de ark binnen te gaan…

Kerntekst
Genesis 7:5 En Noach deed, naar al wat de Heere hem geboden had.

Doelstellingen

De kinderen zien hoe Noachs gehoorzaamheid aan God hem en zijn gezin tot grote zegen is geweest.
Ze leren dat je nergens kunt schuilen voor de toorn van God, behalve bij Christus, Die de Ark van ons behoud is.

Zingen

Psalm 1:1,2,3; 32:3,4; 37:5; 46:1,2
ZB - Vaste rots van mijn behoud / God is getrouw
UMK - Regenboog, toon al je kleuren

Geloofsleer

HC vraag 12 - De mens verdient de straf
HC vraag 15 - Onze verlossing ligt buiten onszelf in Christus

Introductie
Maak op het bord een tekening van de ark en één van het kruis. Vraag de kinderen wat ze met elkaar te maken hebben. Praat hier kort over.

Beginzin
Wat heeft het lang geduurd! Wel 120 jaar is hij bezig geweest. Hij heeft dag in dag uit gewerkt! En dat allemaal om een schip te maken. Noach heeft de mensen wel horen lachen: ‘Wie bouwt er nu zo’n groot schip midden op het land? Wat moet je daar nu mee?’

Vertelschets

Hoewel de mensen hem hebben uitgelachen, heeft Noach hen toch steeds weer verteld waarom hij dit doet.
God zou de mensen straffen om hun zonden. De aarde zou onder water komen en iedereen zou sterven, behalve wie in de ark zou zijn. Maar niemand wilde het geloven.
Noach gehoorzaamt God, ondanks de spot van de mensen.
Wat is het soms moeilijk om te doen wat de Heere van je vraagt, ook als je uitgelachen wordt. Maar de Heere zegent mensen die Hem dienen.
Als de ark klaar is, spreekt de Heere: ‘Noach, over een week zal het gaan regenen. Van de reine dieren moeten er zeven mannetjes en zeven vrouwtjes in de ark, en van de onreine dieren twee mannetjes en twee vrouwtjes. Jij en je gezin moeten ook in de ark gaan. Ik zal voor jou zorgen.’ Dan komen er dieren aan. Ze doen elkaar helemaal geen kwaad! Daar zorgt God voor.
Noach en zijn familie werken de hele week. Alle dieren krijgen een plaats. Na zeven dagen zegt God dat Noach ook in de ark moet gaan en doet Hij Zelf de deur van de ark dicht. Nu kan het water niet in de ark komen. Maar er kunnen ook geen mensen meer binnen komen. De Heere God heeft de mensen de tijd gegeven om vergeving te vragen, maar niemand wilde dat. Nu kan het niet meer.
Heb jij de Heere al gevraagd om vergeving van jouw zonden?
In de ark hoor je de geluiden van de dieren. Maar Noach en zijn familie horen iets anders: het ruisen van regendruppels. De straf van God komt.
Het lijkt eerst niet zo erg, maar al snel staat er een flinke laag water op de aarde. En nog stopt het regenen niet. Het water blijft stijgen. Sommige mensen klimmen in bomen, of op de toppen van hoge bergen. Maar ook daar komt het water.
Noach en zijn familie zijn veilig in de ark.
Ben jij ook al veilig in de Ark, bij Jezus?
Veertig dagen en nachten blijft het regenen. Wat duurt dat lang! Maar op een dag horen de mensen in de ark alleen maar het suizen van de wind. De ark vaart niet meer, hij zit vast op de top van een berg.
Wanneer mogen ze de ark weer uit? Noach haalt een raaf. Door een raam laat hij hem wegvliegen. Zou hij terugkomen? De raaf eet van dode dieren. Na een tijd komt hij niet meer terug bij de ark. Hij kan weer leven van wat er nu is.
Dan laat Noach een duif los. Een duif eet zaadjes van de grond. Als hij niet meer terugkomt, weet Noach dat de aarde weer droog is. Maar de duif komt wel terug. Een week later mag de duif weer wegvliegen. Hij komt terug en heeft een takje bij zich. De bomen komen weer boven water. Nu zal het niet lang meer duren.
Na nog een week laat hij de duif weer gaan. Ze komt niet terug! De aarde is weer droog! Toch blijft Noach in de ark. Hij wil wachten tot God zegt dat hij uit de ark mag gaan.
Op een dag zegt God: ‘Noach, je mag samen met je familie uit de ark gaan.’ Ook alle dieren worden vrijgelaten. Al snel is de ark helemaal leeg. De dieren zoeken een plek op de aarde waar ze kunnen leven.
Dan spreekt God weer tegen Noach. ‘Ik beloof jou, alle mensen die op de aarde zullen wonen en ook alle dieren, dat de aarde nooit meer door water zal vergaan. Zie je daar in de lucht de regenboog? Dat is het teken van Mijn belofte.

Slotzin
En altijd als je die regenboog ziet, mag je er aan denken: ‘Je hoeft nooit alleen zijn, want Ik wil bij je zijn. Ik zal je nooit vergeten!’

Gesprek

De mensen spotten met Noach; ze geloofden hem niet. Toch deed Noach wat God van hem vroeg. Wat vind je daarvan? Waarom?
Wat is belangrijker: luisteren naar wat de mensen zeggen: ‘Zoveel water op de aarde, dat kan toch niet?’ Of luisteren naar wat God zegt?
Wat doe jij als kinderen of volwassenen zeggen dat het vreemd is dat je gelooft wat de Heere zegt? Waarom doe je dat?
Van Wie is de ark een voorbeeld?

Samenvatting
De ark is klaar en de dieren komen naar Noach toe. Van alle reine dieren gaan er zeven mannetjes en vrouwtjes in de ark, van de onreine dieren twee. Noach en zijn gezin gaan ook in de ark en de Heere sluit de deur achter hen toe. Veertig dagen en veertig nachten duurt de plasregen. De ark wordt omhoog geheven, het water komt zelfs boven de bergen. Alle mensen en dieren op de aarde komen om. God laat de aarde weer opdrogen. De ark blijft steken op de berg Ararat. Na de raaf, laat Noach een duif uit, die na drie keer niet meer terug keert. Als de aarde opgedroogd is, zegt God tegen Noach dat hij de ark mag verlaten. De Heere sluit een verbond met Noach, dat Hij nooit meer zo'n watervloed zal sturen op de aarde. De Heere geeft de regenboog als teken voor dit verbond.

Vragen