Bijbelgedeelte: Johannes 9

Context
In hoofdstuk 8 leert Jezus de schare bij de schatkist in de tempel. Hij vertelt openlijk dat Hij Gods Zoon is. De Joden pakken stenen op om Hem te stenigen, maar Jezus verbergt Zich voor hen en verlaat de tempel. Bij het verlaten van de tempel ziet Hij een blinde bedelaar.

Kerntekst
Johannes 9:25: Een ding weet ik, dat ik blind was en nu zie.

Doelstellingen

De kinderen leren het verband tussen zonde en ziekte zoals de Joden dachten.
Ze beseffen dat de Heere Jezus zich over mensen ontfermt.
Ze begrijpen dat geestelijke blindheid wordt aangewezen.

Zingen

Psalm 86:3,4; 103:1,2,3; 146:1,3,6; 150:1,2,3
ZB - Nooit kan ’t geloof te veel verwachten / Dankt, dankt nu allen God

Geloofsleer

HC zondag 2 en 3 - De ellende van de mens
HC zondag 9 en 10 - De voorzienigheid van God
HC zondag 11 - Onze verlossing
NGB art. 8 - Voorzienigheid
NGB art. 14 - Onvermogen tot het goede

Introductie
Praat met de kinderen over oorzaak en gevolg. Op dun ijs gaan en er door zakken; met elektrische apparaten ‘spelen’ en jezelf bezeren. Laat ze meer voorbeelden bedenken. Het gaat niet altijd verkeerd. Ze kunnen zich ook bezeren zonder onvoorzichtig te zijn. Zeg: ‘Na deze vertelling vraag ik of er sprake was van oorzaak en gevolg.’

Beginzin
Uit de tempelpoort komt een groepje mannen. Sommigen kijken nog even angstig achterom. Dat was op het nippertje! Bijna was hun Meester gestenigd. Vreemd, dat Hij zomaar rustig wegliep. Het leek wel alsof niemand Hem iets kon doen. Ook al hadden de mensen al stenen in hun handen. Wonderlijk.

Vertelschets

In het voorbijgaan zien ze een blinde bedelaar zitten. Iedereen kent hem. Hij is blindgeboren en bedelt daar altijd. ‘Rabbi, wie heeft er gezondigd, deze, of zijn ouders?’
De blinde hoort de vraag ook. Pijnlijk! Een vriendelijke stem antwoordt: ‘Nòch deze heeft gezondigd, nòch zijn ouders; maar dit is gebeurd, opdat de werken Gods in hem zouden openbaar worden.’ En die stem zegt nog meer: ‘Ik moet de werken doen van Degene Die Mij gezonden heeft. Ik ben het Licht van de wereld.’
Ineens hoort hij iemand op de grond spugen en dan is er een hand op zijn hoofd en een vinger die iets op zijn ogen strijkt. Diezelfde stem zegt: ‘Ga heen, was u in het badwater Silóam.’
De discipelen kijken verbaasd toe. Moeten die ogen beter worden van modder?
De blinde is opgestaan. Tastend langs de muren vindt hij zijn weg door de straten van Jeruzalem. Bij het badwater knielt hij neer, schept water en wast het slijk van zijn ogen. En dan… gebeurt er iets waarvan hij altijd had gedacht dat het nooit zou kunnen. Hij ziet het water, hij kijkt omhoog en ziet de blauwe lucht, de groene bomen, de bloemen, vogels, huizen en mensen!
Daar loopt hij de stad weer in naar huis. Nu zal hij voor de eerste keer zijn moeder zien! De buren zien hem gaan en kijken elkaar verbaasd aan. ‘Hij was toch blind?’ Sommigen zeggen: ‘Hij is het.’ Anderen zeggen: ‘Hij lijkt op hem.’ ‘Ik ben het!’ zegt hij, met glanzende ogen.
Hij vertelt precies wat er gebeurde. De buren begrijpen er niets van. ‘Kom mee, naar de Farizeeën!’ De man doet weer zijn verhaal.
‘Deze Jezus is een zondaar, want hij houdt de sabbat niet’, klinkt het vol verachting door de zaal. ‘Hoe kan een zondig mens zulke tekenen doen?’ antwoordt een ander. Eindelijk vragen ze het aan de man zelf. ‘Hij is een Profeet’, klinkt het heel beslist. Dat weet hij nu zeker. Jezus kan geen gewoon mens zijn. In zijn hart gaat ook langzaam het licht schijnen.
‘Hij is vast helemaal niet blind geweest! Roep zijn ouders’, antwoordt een van de Farizeeën. Ze zitten zo boordevol haat tegen Jezus dat ze al eerder besloten dat ze iedereen die toch in Jezus durft geloven, uit de synagoge zullen verbannen.
Het duurt niet lang of de ouders van de blindgeborene komen binnen. ‘Is deze uw zoon? Is hij blind geboren? En hoe kan hij dan nu zien?’ ‘Hij is onze zoon, en hij is blind geboren, maar hoe hij nu kan zien weten wij niet. Vraag het aan hem zelf, hij is er oud genoeg voor.’
Zijn ouders zijn bang. Ze weten van het besluit van de Farizeeën en daarom zeggen ze: ‘Vraag het hem zelf maar’.
Zeg maar eerlijk dat deze man een zondaar is en vertel wat er écht gebeurd is!’ Hij antwoord: ‘Of hij een zondaar is weet ik niet, één ding weet ik, dat ik blind was, en nu zie’. ‘Maar hoe deed Hij dat dan?’ vragen ze weer. ‘Dat heb ik al verteld, waarom willen jullie het weer horen, willen jullie ook Zijn discipelen worden?’ De blindgeborene is al dat gevraag moe. Hij ziet de haat tegen Jezus in hun ogen. Ze beginnen te schelden: ‘Jij bent Zijn discipel, wij zijn discipelen van Mozes. God heeft tot Mozes gesproken, waar Deze vandaan komt, weten we niet’.
‘Nou dat is toch wonderlijk?’ antwoord de man, ‘Jullie weten niet waar Hij vandaan komt en toch heeft Hij mij genezen.’ Noch nooit heeft iemand een blindgeborene genezen. Als Hij niet door God is gestuurd zou Hij niets kunnen doen’.
‘Wat denk je wel, je bent in zonden geboren en ga jij nu zeggen wat wij geloven moeten, eruit jij, en er nooit meer in!’ En ze gooien hem de synagoge uit.
Jezus hoort dat en zoekt hem op. Hij vraagt: ‘Gelooft gij in de Zoon des mensen?’ O, die stem, die kent hij, het is dezelfde stem die gezegd heeft: ‘Ga heen en was u.’ Grote blijdschap komt in zijn hart. ‘Wie is Hij Heere, opdat ik in Hem moge geloven,’ ‘Gij hebt hem niet alleen gezien, maar Die met u spreekt, Die is het!’
De man valt voor Jezus neer: ‘Ik geloof Heere’. Nu heeft Jezus niet alleen zijn ogen, maar ook zijn hart geopend.
Bij Jezus staan ook enkele Farizeeën. ‘Zijn wij dan ook blind?’ vragen ze. Als u blind was, zou u geen zonde hebben. Maar u zegt dat u ziet, zo blijft uw zonde.’

Slotzin
Jezus laat zien dat Hij Degene is door Wie blinden ziende worden. Zie jij al?

Gesprek

Was deze man om zijn zonden blind geboren, zoals de Joden dachten? Waarom? Waarom is er ziekte en verdriet in deze wereld?
Je kunt dus op twee manieren blind zijn. Leg eens uit? Wat is het medicijn?

Samenvatting
Bij het verlaten van de tempel ontmoet Jezus een blinde. Op de vraag van de discipelen wie de schuldige is, antwoordt Jezus dat Gods werk in hem zal worden gezien. Met modder geneest Hij de man en zegt hem zich te wassen in Siloam. Vervolgens zijn er een aantal gesprekken tussen de man en de farizeeën en zijn ouders. De man komt steeds vrijmoediger uit voor Jezus en wordt uit de tempel verwijderd. Tenslotte wordt zijn geloof bevestigd en aanbidt hij de Heere Jezus.

Vragen