Bijbelgedeelte: 2 Samuël 2:1 tot 4:12

Context
Na een rooftocht vind David Ziklag verbrand en zijn vrouwen en kinderen zijn weggevoerd door de Amelekieten. David jaagt hen na en verslaat ze. Hij keert terug naar Ziklag en blijft daar. Hij ontvangt de boodschap van het overlijden van Saul en Jonathan in de strijd tegen de Filistijnen. Hij maakt er een klaaglied over. Nu is het land Israël zonder koning, David vraag aan God wat hij doen moet, of hij op moet trekken in een stad van Israël. David trekt op naar Hebron en wordt tot koning gezalfd over Juda. Isboseth, de zoon van Saul, wordt koning over de andere stammen.

Kerntekst
2 Samuël 2:1 En het geschiedde daarna, dat David den HEERE vraagde, zeggende: Zal ik optrekken in een der steden van Juda? En de HEERE zeide tot hem: Trek op. En David zeide: Waarheen zal ik optrekken? En Hij zeide: Naar Hebron.

Doelstellingen

• De kinderen horen hoe David koning wordt over Hebron en zich laat leiden door God.
• De kinderen horen over de strijd die er gevoerd wordt om David koning te laten worden over heel Israël en hoe mensen daar naar eigen inzichten in handelen.

Zingen

• Psalm 3: 2, 4; 27: 1, 4, 7; 68: 1, 10; 111: 3, 5, 6; 119: 3, 5, 67; 132: 1, 7, 12
• ZB - Groot is Uw trouw, o Heer' / Heer', wees mijn Gids / Ik bouw op U

Geloofsleer

• HC Vraag 4 - Je naaste liefhebben
• HC zondag 9 - De zorg van God
• HC zondag 40 - Verbod op doodslag
• NGB art. 36 - De overheid

Introductie
Marieke zit voorovergebogen over haar toetsblaadje, ze weet bijna alles, maar die laatste vragen niet helemaal. Ze wil zo graag een goed cijfer halen, maar of dat nu nog lukt? Als ze nu eens voorzichtig bij haar buurjongen kijkt, hij weet het vast wel. Ze kijkt op, iedereen is bezig en de meester ook. Een vlugge blik opzij, ze kan het niet goed lezen. Nog een keer. Ze leest en leest… ‘Marieke, wat doe jij?!’Het is de stem van de meester, ze is betrapt. Het plannetje is mislukt. Jammer, nu krijgt ze vast straf en haar mooie cijfer, dat kan ze wel vergeten.
Heb jij ook weleens zoiets meegemaakt, dat je iets goeds wilde bereiken, maar dat eigenlijk op een verkeerde manier deed? In het verhaal gebeurt het ook een aantal keer.
Praat er met de kinderen over door, of doe het als afsluiting.

Beginzin
Wie moet er nu koning worden? Saul is overleden, zijn zoon Jonathan ook. Zou David nu eindelijk koning worden? Maar hoe moet dat dan? Luister maar wat David doet en hoe hij koning wordt.

Vertelschets

• ‘HEERE, wat wilt U dat ik doen zal? Zal ik optrekken in een stad van Juda?’ David bidt tot God. Hij leeft in afhankelijkheid van de HEERE, nu hij misschien koning zal worden. Zal God nu Zijn belofte aan hem gaan vervullen?
• Bid jij ook zo tot God, durf je niets te doen zonder eerst God om wijsheid en toestemming te vragen? Dan wil en zal Hij je zegenen!
• ‘Trek op, David.’ ‘Maar waarheen dan?’ David weet het zelf niet. 'Ga naar Hebron.' Daar gaat David, met zijn gezin en zijn knechten naar Hebron.
• Kijk, daar komen de mannen van Juda! Ze zalven David tot koning over hun stam. Eerst was David door Samuël tot koning gezalfd, maar nu erkennen deze mannen David als hun koning. Wat zal hij daar blij mee geweest zijn! Na lange tijd van vluchten en zwerven gaat God zijn belofte vervullen!
• 'David, weet u dat de mannen van Jabes in Gilead Saul begraven hebben?' Daar is David blij mee en stuurt daarom een bode naar Jabes om de mannen te bedanken voor deze goede daad. Hij wenst ze Gods zegen toe en belooft te helpen als dat nodig is.
• Maar David is niet alleen koning over het volk, want Saul had nog een zoon, Isboseth. Abner, de generaal van Saul, maakt hem in Mahanaïm koning over de andere stammen.
• Na twee jaar breekt er een burgeroorlog uit. Abner trekt namens Isboseth uit en hij ontmoet Joab, de generaal van koning David bij de vijver van Gibeon.
• Twaalf mannen van Abner strijden tegen twaalf soldaten van Joab. Alle vierentwintig mannen sterven, ze doden elkaar. Nu is er nog geen winnaar.
• Joab heeft nog twee broers, Abisaï en Asahel. Asahel kan erg snel rennen, hij jaagt Abner achterna en wil hem doden. Abner merkt dat hij achtervolgd wordt. Abner waarschuwt Asahel tot twee keer toe, maar hij luistert niet. Dan pakt Abner Asahel en doodt hem.
• Het volk blijft staan bij de dode Asahel, maar Joab en Abisaï achtervolgen Abner, totdat de zon ondergaat.
• Abner vraagt zich af wat de zin van deze burgeroorlog is en roept op tot wapenstilstand. Joab stemt ermee in, hij blaast de bazuin, wat betekent dat de strijd voor nu voorbij is.
• Het wordt steeds meer duidelijk wie er uiteindelijk koning over het land zal zijn, want David wordt steeds sterker en het huis van Saul steeds zwakker. De HEERE is met David.
• Abner wordt machtiger in het huis van Saul, Isboseth heeft het steeds minder voor het zeggen. Op een dag merkt Isboseth dat Abner overspel gepleegd heeft met een bijvrouw van Saul, misschien deed hij dat om koning te worden in plaats van Isboseth. Isboseth wordt daar zo boos over: 'Waarom heb je dat gedaan?'
• 'Wat, hoe durf je? Weet je niet meer hoe goed ik je geholpen heb in de strijd tegen Juda, zodat David geen koning werd? Ben ik dan als een hond voor je?' Boos en verontwaardigd reageert Abner. Zo wil hij niet langer optrekken met Isboseth, hij zal er voor zorgen dat David koning zal worden over heel Israël.
• Abner aarzelt niet om zijn plan uit te voeren en stuurt boden naar David om een verbond met hem te maken, zodat hij hem helpen zal om koning over heel Israël te worden.
• David is positief verrast door dit voorstel! Hij wil, op de voorwaarde dat Abner ervoor zorgt dat hij Michal, zijn vrouw, terugkrijgt. Dat gebeurt.
• 'Jullie willen David toch tot koning? Zalf hem dan nu, want God heeft beloofd ons door hem te verlossen van de Filistijnen!' Abner zegt het tegen de inwoners van Benjamin, zij stemmen daarmee in. Daarom gaan ze naar David om een verbond te sluiten.
• Dan komt Joab terug van een strijd, hij hoort wat David gedaan heeft. Wat, hoe kan dat, hij begrijpt het niet. Snapt de koning dan niet dat Abner naar de troon wil grijpen? Joab is boos, maar ook bang dat hij zijn plekje als generaal zal verliezen.
• Daarom laat hij Abner terughalen naar Hebron, daar ontmoeten ze elkaar. Op een listige manier doodt Joab Abner.
• Als David het te horen krijgt, schrikt hij. Hij wist er niets vanaf en is het er ook niet mee eens. Hij spreekt een vloek uit over de familie van Joab, vanwege deze laffe daad aan een dappere held. David klaagt over Abner en prijst hem om zijn heldendaden.
• David doet goed aan zijn medemens, daarin laat hij de liefde van God zien. Want God wil door Christus zijn genade aan zondaren schenken.
• David neemt zelf geen wraak op Joab, maar laat het aan de HEERE over.
• ‘Isboseth, heeft u het al gehoord? Abner is gedood door Joab en David heeft hem laten begraven!’ Isboseth schrikt, nu is er helemaal geen hoop meer voor hem.
• Het is middag, Isboseth ligt op zijn bed. Daar komen twee knechten van Saul, ze mogen vrij het paleis binnenlopen, ze doen alsof ze tarwe komen halen. Maar ze gaan stil naar de slaapkamer van Isboseth en wat ze daar gaan doen…
• Goede plannen hebben ze niet, ze pakken een zwaard en doden Isboseth. Dan slaan ze zijn hoofd eraf en nemen die mee in de zak. Dan gaan ze richting het paleis van David.
• ‘Kijk eens, koning, wat wij voor u hebben! Het hoofd van uw vijand Isboseth.’ David zal vast blij met hen zijn en ze verwachten nu een grote beloning voor deze heldendaad, verwachtingsvol kijken ze David aan.
• Maar… David is helemaal niet blij. Hoe hebben ze het gedurfd om een rechtvaardig man te doden? Zo waarachtig als de HEERE leeft, deze mannen moeten gedood worden.
• David wreekt de onschuldige Isboseth en laat bij de mannen die hem doodden de handen en voeten afhakken. Die worden opgehangen bij de vijver van Hebron.
• Het lichaam van Isboseth laat David begraven in hetzelfde graf als dat van Abner.

Slotzin
David wil niet dat mensen hem op zo’n vreselijke manier helpen om koning te worden. Hij laat het aan God over, want Hij heeft beloofd dat David koning zal worden over het hele volk!

Gesprek

• De vervulling van Gods beloften in het leven van David. Welke belofte had hij gekregen en hoe wordt die in dit verhaal vervuld? Wat doet David zelf? Welke belofte heb jij van God ontvangen en hoe kan die vervuld worden?
• Het recht moet zijn loop hebben. Gebeurde dat in deze vertelling op een goede manier, wanneer wel en wanneer niet? Wat vraagt God van ons?

Samenvatting
David vraagt naar de wil van God. Hij wordt in Hebron tot koning gezalfd over Juda. David bedankt de mannen van Jabes. Abner maakt Isbóseth, een zoon van Saul, koning over het tienstammenrijk. Er breekt een burgeroorlog uit. Joab is de generaal van Davids leger. Abner doodt Asahel, de broer van Joab. Er komt een wapenstilstand. Abner pleegt overspel met een bijvrouw van Saul. Isbóseth beschuldigt Abner. Abner kiest de kant van David en sluit een verbond met hem. Joab vermoordt Abner. David straft Joab niet, maar laat dit aan de HEERE over. Isbóseth wordt vermoord door twee knechten van Saul. Ze nemen het hoofd van Isbóseth mee naar David. David laat de mannen ophangen. Hij begraaft het hoofd van Isbóseth in het graf van Abner.

Vragen

1. Over welk stammenrijk wordt David koning?
2. Hoe heet de nieuwe koning van het tienstammenrijk?
3. Wat is de reactie van David op de moord van Joab op Abner? Wat kun je hiervan leren?