Quiz woordeloos boek - Zwart

Doel

• Herhaling voor de kinderen.
• De boodschap (nogmaals) persoonlijk maken.
• Evaluatie voor jezelf.
• Ontspanning.

Uitvoering

• Maak buiten een voetbaldoel, gebruik binnen een voetbaltafel of maak binnen een voetbaldoel. Als de ruimte zich daar niet voor leent, is het ook mogelijk om op een tafel een klein doeltje te markeren met afplakband en de kinderen vanachter een streep een pingpongballetje naar dat doeltje te laten schieten met duim en wijsvinger. Je kunt ook een knikkerdoeltje gebruiken. Het is leuk om ronde snoepjes te gebruiken, die ze mogen opeten als ze scoren.
• Verdeel de groep in tweeën.
• Stel kind 1 uit groep 1 een vraag. Eventueel overlegt dit kind met andere kinderen uit de groep. Weet een groep het antwoord niet, dan mag de andere groep proberen.
• Bij een goed antwoord, mag het kind in het doel proberen de bal in het doel te schieten. (Dit kan eventueel moeilijker worden gemaakt met een keeper.)
• Ga verder met kind 1 uit groep 2, kind 2 uit groep 1, etc. De groep die het vaakst raak geschoten heeft, heeft gewonnen.
  Tip: Bij Kruidvat hebben ze tennisbalkauwgum bij het schepsnoep als je zoekt naar een beloning.

Vragen

1. Wat of Wie was er het allereerst?
2. Hoe maakte God de eerste mens?
3. Welk mooi cadeau kreeg Adam van God?
4. Hoe dachten Adam en Eva over God?
5. Hoe gingen Adam en Eva met elkaar om toen alles nog goed was?
6. Wat vond God van Adam en Eva?
7. Wat is Gods eerste regel voor ons?
8. Wat is Gods tweede regel voor ons?
9. Waardoor ging het mis?
10. Hoe voelden Adam en Eva zich toen tegenover God?
11. Wat zeiden Adam en Eva om te doen alsof ze toch niet zo erg schuldig waren?
12. Hoe reageert God?
13. Welke straf kregen Adam en Eva?
14. Leef jij zelf zoals God je heeft bedoeld?
15. Wat is je zonden belijden?
16. Kunnen Adam en Eva of jij en ik zelf iets doen om het goed te maken met God?
17. Wat belooft God aan Adam en Eva?
18. Wat wil de Heere Jezus jou geven?

Antwoorden

1. God.
2. Hij vormde hem van grond en blies toen de adem in zijn neus, zodat hij ging leven.
3. Een vrouw
4. Ze hielden heel veel van Hem.
5. Ze hielden van elkaar, ze hielpen elkaar en waren trouw.
6. Héél goed.
7. Hou het allermeest van God.
8. Hou evenveel van anderen als van jezelf.
9. Adam en Eva luisterden naar de slang en niet naar God.
10. Ze waren voor het eerst bang voor Hem. Ze voelden zich schuldig en ze verstopten zich.
11. Ze gaven elkaar en de slang de schuld.
12. Hij wordt verdrietig en boos en toch zoekt Hij hen op.
13. Ze zouden sterven: Het blijde, liefdevolle leven ging uit hun hart. Hun lichaam kon ook ziek worden en zou sterven.
14. Nee, iedereen doet zonde.
15. Eerlijk zeggen tegen God, erkennen dat je fout bent.
16. Nee, het is veel te erg kapot. (Let op: vergeving vragen is niet iets doen, maar vragen of God iets doet.)
17. Dat Hij het Zélf goed komt maken. Hij zal zorgen voor vergeving en níéuw leven door Iemand (de Heere Jezus) die het wint van de slang.
18. Vergeving en nieuw leven, zodat je Hem leert lief te hebbenen net zoveel van andere mensen wilt houden als van jezelf, zoals God het heeft bedoeld.